Initiator Voetbal (Getuigschrift C) 2009 les 3 : Opleidingsvisie Initiator Voetbal (Getuigschrift C) 2009
Lesplan Inleiding Opleidingsvisie : Fun and formation Opleidingsvisie : de speler staat centraal Toepassing Fun in de praktijk
1. Inleiding Verwelkoming Aanwezigheden
Organisatie : lessenrooster maandagsessie als voorbeeld week topic infrastructuur 19/01/09 M 1 - taakomschrijving van de initiator (1u) - didactiek (3u) leslokaal (4u) 26/01/09 didactiek (4u) terrein (2u) + leslokaal (2u) 02/02/09 M 2 - opleidingsvisie : FUN + FORMATION (1u) - opleidingsvisie : speler staat centraal (1u) - toepassing FUN in de praktijk (2u) terrein (1u) + leslokaal (3u) 09/02/09 - opleidingsvisie : initiatie zoneprincipes (2u) - opleidingsvisie : initiatie wedstrijd- en tussenvormen (2u) 16/02/09 opleidingsvisie : initiatie leerplan van 7 tot 17 jaar (4u) 23/02/09 basismotorische vaardigheden (4u) 02/03/09 M 3 - basismotorische vaardigheden (2u) - specifieke didactische oefeningen (2u) 09/03/09 specifieke didactische oefeningen 7 jarigen (4u) 10/03/09 26/04/09 stage in club naar keuze met 7-16-jarigen (4u)
Organisatie : lessenrooster maandagsessie als voorbeeld week topic infrastructuur 16/03/09 M 3 specifieke didactische oefeningen 10 jarigen (4u) terrein (2u) + leslokaal (2u) 23/03/09 specifieke didactische oefeningen 13 jarigen (4u) 30/03/09 specifieke didactische oefeningen 16 jarigen (4u) 06/04/09 M 1 veilig sporten preventief (4u) leslokaal (4u) 20/04/09 veilig sporten curatief (4u) 27/04/09 theorie EX theoretische examens (didactiek - veilig sporten - basismotorische vaardigheden – opleidingsvisie) 28/04/09 08/05/09 praktijk EX in club naar keuze met 7-, 10-, 13- of 16-jarigen 09/05/09 jury 17/08/09 HEX theoretische herexamens (didactiek - veilig sporten - basismotorische vaardigheden – opleidingsvisie) 25/08/09 praktijk HEX 26/08/09
2. Opleidingsvisie : Fun and formation
OPLEIDINGSVISIE Opleidingsvisie van de Federale Trainersschool is het vertrekpunt Reeds een 7-tal jaar ontwikkeld, gedoceerd en bijgestuurd Getest in de praktijk tijdens de trainingen in de topsportschool en nationale jeugdploegen Aanpassing van de spelvormen sinds het seizoen 2003-2004 5-5, 8-8 en 11-11 i.p.v. 5-5, 7-7, 9-9 en 11-11 Gebaseerd op wetenschappelijke studie (KUL) Huidige Dexia-footpass checklist bevat elementen van de FTS-opleidingsvisie Uitbreiding van de visie naar alle KBVB-projecten en Belgische voetbalclubs Het eindproduct heeft een breed draagvlak : overleg en feedback van clubs, jeugdopleiders, lesgevers, enz...
3. Methode = WEDSTRIJD- en TUSSENvormen OPLEIDINGSVISIE 4. Acteur = SPELER 3. Methode = WEDSTRIJD- en TUSSENvormen JEUGD VOETBALLER VOLWASSEN VOETBALLER 2. Programma = LEERPLAN 1. Filosofie = ZONE FORMATION FUN
OPLEIDINGSVISIE 1. Het Fun-aspect
FUN = al spelende leren ! Op het einde ... Trainer, als IK het beslis ... en als je de oefeningen goed uitgevoerd hebt ! Trainer, wanneer spelen we een matchke ?
Het plezier om te spelen en het plezier om te leren = voetbal spelen ! FUN = al spelende leren ! Uit liefde voor het verdwenen straatvoetbal Veel ‘leuke’ leermomenten aanbieden in de opleiding Van spelplezier over trainingsplezier naar competitieplezier Het plezier om te spelen en het plezier om te leren = voetbal spelen !
FUN = al spelende leren ! Plezier voor iedereen van debutantje tot profspeler Ook volwassenen gaan naar de training om een “matchke” te spelen Fun voor iedere speler, ook voor de ‘mindere goden’ !
FUN = al spelende leren ! IEDERE SPELER speelt bijna de gehele tijd voetbal komt vaak aan de bal krijgt veel scoringskansen mag vrij spelen wordt aangemoedigd door de coach wordt gesteund door de ouders
“Laat het resultaat van de wedstrijd je niet verslaan !!!” FUN = al spelende leren ! “Het hebben van plezier in voetbal is het allerbelangrijkste voor het ZELFVERTROUWEN en het GOED PRESTEREN” MAKE SOCCER FUN THE POWER OF FUN “Laat het resultaat van de wedstrijd je niet verslaan !!!”
FUN = al spelende leren ! We lost, we won, either we have fun !
OPLEIDINGSVISIE 2. Het FORMATION-aspect
FORMATION = procesgericht leren Uitgangspunten van een doelgericht opleidingsproces Gerichtheid naar het einddoel wat moet de jeugdspeler “kunnen” op het einde van de opleiding (= 17 jaar) ? einddoelstellingen op technisch, tactisch, mentaal en fysiek vlak Wedstrijdgerichtheid de speler dient na zijn opleiding klaar te zijn om in de wedstrijd te presteren wet van de transfer: wedstrijdvormen als het kan, tussenvormen als het moet Methodische opbouw geleidelijkheid en herhaling planning en evaluatie van de doelstellingen Leeftijdskarakteristieken en vaardigheidsniveau typische leeftijdskenmerken op motorisch en psychologisch vlak, afhankelijk van de groeiontwikkeling en de rijpheid doelstellingen per ontwikkelingsfase bepalen
FORMATION = procesgericht leren EXPLORATIE = Balgewenning (5 – 7 jaar) INDIVIDUELE opleiding gericht op (7 – 17 jaar ): Basistechnieken en basistactieken = BASICS Het functioneren in ploegverband = TEAMTACTICS VERVOLMAKING = Integratie in volwassenvoetbal (vanaf 17 jaar)
FORMATION = opvoeden Menselijke waarden verwerven respect voor anderen : jeugdopleider, medespeler, tegenspeler, scheidsrechter, begeleiders, toeschouwers, … respect voor zichzelf : rust, verzorging, voeding,… respect voor het materiaal en de infrastructuur Leren neen zeggen tegen corruptie, druggebruik, racisme en geweld in het voetbal Spelen om te winnen maar leren verliezen Leren de spelregels van het voetbalspel na te leven (= fair-play) Leren respecteren van leefregels (= discipline) en zelfdiscipline verwerven Leren samenleven en samenwerken (= sociale competenties verwerven)
3. Opleidingsvisie : de speler staat centraal
« Speler »gerichte vereniging Iedere speler voelt zich “goed” in zijn club Iedere speler wordt op een kwalitatief hoogstaande wijze op sportief vlak begeleid dankzij: bekwame jeugdopleiders jeugdopleiders die specialist zijn, hetzij binnen een bepaalde leeftijdscategorie, hetzij binnen een bepaalde taak (bv. keepertrainer, looptrainer, …) een technisch verantwoordelijke « jeugdopleiding » (=TVJO), die zijn jeugdopleiders omkadert en begeleidt en waakt over het naleven van de opleidingsvisie van de club De club heeft een begeleidingscel, die de speler helpt en ondersteunt in zijn opleiding (op studievlak, op mentaal vlak, op medisch vlak, …) Iedere speler traint in de best mogelijke materiële omstandigheden (terrein, ballen, vestiaires, verplaatsbare doelen,…)
« Speler »gerichte vereniging De wedstrijden en de trainingen zijn er voor de jeugdspelers en niet voor de ouders of de bestuursmensen ! Op een klaar en duidelijke manier communiceert de club zijn opleidingsvisie aan alle betrokken partijen (jeugdopleiders, spelers, ouders, bestuurslui, enz...) Iedere speler moet zich kunnen identificeren met zijn club De club staat garant voor een persoonlijke opvang van alle jeugdspelers De club biedt iedere jeugdspeler maximale kansen om zich te ontplooien De club geeft in zijn 1ste elftal talentvolle jeugdspelers speelkansen De club is ten opzichte van andere naburige clubs geen concurrent maar werkt samen op het vlak van jeugdopleiding
Krachtige leeromgeving Definitie Inspirerend en stimulerend leerklimaat Interactie jeugdopleider en speler Wedstrijdgerichte taken en spelsituaties Speler krijgt de kans om spelproblemen zelf op te lossen Leeromgeving is verantwoordelijk voor leerresultaten
Krachtige leeromgeving Soorten leren Actief leren Zelfstandig leren: zelfexploratie straatvoetbal (spontaan, vrij en ongedwongen) Constructief leren
Krachtige leeromgeving Taak van de jeugdopleider Hij is een begeleider i.p.v. een leider Hij besteedt bij iedere speler evenveel aandacht aan zijn individuele ontwikkeling zodat hij zijn hoogst mogelijk niveau bereikt Hij moedigt zijn spelers steeds aan om te winnen, maar coacht nooit ten nadele van de ontwikkeling om een zo goed mogelijk wedstrijdresultaat te behalen. Hij creëert krachtige leeromgevingen waarin de speler maximale leerervaringen opdoet (= uitdagende leermomenten) Hij coacht iedere speler op een positieve en doeltreffende manier Hij observeert zijn spelers tijdens zelfstandige leermomenten (om goede feedback te verschaffen) Hij helpt bij het leren zijn spelers door de oefeningen aan te passen aan de mogelijkheden van zijn spelers (= remediëren) Hij heeft een voorbeeldfunctie (vriendelijkheid, levensstijl, stiptheid,…)
Krachtige leeromgeving Rol van de speler Kunnen samendenken, samenspelen en samenwerken Bereid zijn om naar elkaar te luisteren Durven uitkomen voor eigen standpunt Vertrouwen hebben in andere spelers Kritisch denken ontwikkelen (= eigen prestatie naar waarde kunnen inschatten) Communicatief zijn Initiatief durven nemen (durven fouten maken) Speler moet coachbaar zijn
Kwalitatieve evaluatie Definitie Nagaan of iedere speler zich ontwikkelt in functie van eigen mogelijkheden (permanent en gespreid) Doelstellingenevaluatie : evaluatie i.f.v. de doelstellingen van het leerplan Feedback geven aan speler over - wat hij al kan - wat hij nog niet kan - hoe hij uit zijn fouten kan leren Dergelijke evaluatie moet met speler nadien besproken worden en leidt tot reflectie en tot slotte tot zelfevaluatie
Kwalitatieve evaluatie Vóór de trainingsreeks Bepalen van de beginsituatie Nagaan of spelers over de vereiste vaardigheden beschikken Nagaan of de spelers reeds bepaalde doelstellingen van het leerplan beheersen Nauwkeurige bepaling van de beginsituatie is ABSOLUTE NOODZAAK om het juiste trainingsthema te bepalen
Kwalitatieve evaluatie Tijdens de trainingsreeks Nagaan of alle spelers de opgelegde taken kunnen uitvoeren Nagaan in hoeverre de voorafbepaalde doelstellingen gerealiseerd werden Nodig om het leerproces te sturen gemakkelijker of moeilijker maken van de oefenstof remediëring en differentiatie Coaching na de uitvoering = geven van positieve motiverende feedback
Kwalitatieve evaluatie Na de trainingsreeks Op basis van alle verzamelde info beslissen of - voorafbepaalde nieuwe doelstellingen tijdens volgende trainingsreeks aangepakt kunnen worden - remediëring of differentiatie nodig is Deze evaluatie kan maandelijks, tweemaandelijks, tijdens winterstop en/of op het einde van het seizoen gebeuren De gemaakte vorderingen worden steeds met de spelers besproken
SPELER STAAT CENTRAAL Give a man a fish, you feed him for a day … Laat hem zelf - zijn beslissingen nemen - ondervinden (eigen ervaring) Steun hem, wees geduldig en geef hem vertrouwen Help hem - de goede beslissing te nemen - een oplossing te vinden - met een positieve coaching Give a man a fish, you feed him for a day … Teach a man to fish, you feed him for a lifetime !
SPELER STAAT CENTRAAL Trainen zoals bij volwassen, met een uitgesproken “championitis” gedrag Niet iedereen evenveel speelgelegenheid geven Vanaf het begin tot het einde richtlijnen geven zonder dat de jeugdspeler kans krijgt om tussen te komen Een minder begaafde jeugdspeler voortdurend verwijten Een jeugdspeler vervangen wanneer hij op het terrein iets verkeerd uitvoert De jeugdspeler beletten dat hij zelf een beslissing neemt door onafgebroken vooraf te roepen wat hij moet doen
4. Toepassing Fun in de praktijk Voetbal spelen = fun Voorbeelden "fun" Voorbeeldoefeningen door lesgever op terrein
Het plezier om te spelen en het plezier om te leren = voetbal spelen ! Voetbal spelen = fun ! Uit liefde voor het verdwenen straatvoetbal Veel ‘leuke’ leermomenten aanbieden in de opleiding Van spelplezier over trainingsplezier naar competitieplezier Het plezier om te spelen en het plezier om te leren = voetbal spelen !
Voetbal spelen = fun ! Op het einde ... Trainer, wanneer spelen we een als IK het beslis ... en als je de oefeningen goed uitgevoerd hebt ! Trainer, wanneer spelen we een matchke ?
Voetbal spelen = fun ! Plezier voor iedereen van debutantje tot profspeler Ook volwassenen gaan naar de training om een “matchke” te spelen Fun voor iedere speler, ook voor de ‘mindere goden’ !
Voetbal spelen = fun ! Actiemiddelen om de training aantrekkelijk te maken : Een meerderheidssituatie creëren, zodat de ene ploeg makkelijker tot scoren kan komen Toekennen van een puntensysteem : Positieve punten: +1 ; +2… Negatieve punten: -1 ; -2… Extra punten voor het scoren met het hoofd of met de mindere voet Puntentelling per “set” of per helft van een wedstrijdje Aftellen vanaf een totaal tot nul (dartssysteem) Gebruik maken van materiaal (ballen, kegels, potjes, …) om een score bij te houden
Voetbal spelen = fun ! Actiemiddelen om de training aantrekkelijk te maken Niet al te veel en eenvoudige richtlijnen meegeven Snelle wissels doorvoeren Afwisseling in de oefenstof Op verschillende terreintjes spelen tegen elkaar, in tornooivorm Oefenstof met voldoende kans op slagen aanbieden, zonder een bepaald leerrendement te vergeten
Voetbal spelen = fun ! Actiemiddelen om de training aantrekkelijk te maken Gebruik maken van DOELEN is primordiaal want : Voetballen = doelpunten maken Intense vreugde is = zelf scoren assist geven als ploeg scoren Wedstrijdvormen = opleiding + plezier
Voetbal spelen = fun ! We lost, we won, either we have fun !
“Laat het resultaat van de wedstrijd je niet verslaan !!!” Voetbal spelen = fun ! “Het hebben van plezier in voetbal is het allerbelangrijkste voor het ZELFVERTROUWEN en het GOED PRESTEREN” MAKE SOCCER FUN THE POWER OF FUN “Laat het resultaat van de wedstrijd je niet verslaan !!!”
Voetbal spelen = fun ! Rendement halen op training : opleiding en plezier gelijktijdig ! Veel ‘leuke’ leermomenten aanbieden Geen lange wachtrijen uitdagende organisatie Verwijzing naar het “straatvoetbal” Zorg ervoor dat spelers (jong en oud) met plezier naar de training komen Fun voor iedere speler, ook voor de ‘mindere goden’ ! Een positieve coaching is de eerste stap
Voetbal spelen = fun ! IEDERE SPELER speelt bijna de gehele tijd voetbal komt vaak aan de bal krijgt veel scoringskansen mag vrij spelen wordt aangemoedigd door de coach
Voetbal spelen = fun ! Wedstrijdvormen en tussenvormen waar het fun-aspect specifiek aanwezig is Tracht ook in andere vormen steeds een vreugde beleving te creëren
FUN - WEDSTRIJDVORM 1 TITEL : 3+K / 2+K TOPSCORER ORGANISATIE : Golven : 2 x 3 spelers en 3 x 2 spelers Golf tot bal uit het spel is Elk 3tal 10x de kans om aan te vallen en dan wisselen van functie BESCHRIJVING : Keeper van 2tal start met een schouderworp naar het 3-tal 3tal : elke speler telt individueel +1 punt bij het scoren van een doelpunt en -1 bij het missen van een doelkans (= niet lukken van een doelpoging, vb. redding van de keeper) 2tal :elke speler individueel +2 bij het scoren van een doelpunt Winnaar is de individuele speler met de meeste punten nadat elke groep 10x aangevallen heeft
FUN - WEDSTRIJDVORM 2 TITEL : 3+K / 3+K TENNISSPEL ORGANISATIE : 2 groepen (wit tegen zwart) met elke ploeg 2 x 3+K op 2 terreinen Een « spel » duurt 2’, een ploeg moet 6 « spellen » winnen om de « set » te winnen! BESCHRIJVING : vrij spel gedurende telkens 2’ waarbij het eerste doelpunt van elk « spel » steeds dubbel telt Na elk spel worden de punten van de witte ploeg van terrein A opgeteld bij de punten van de witte ploeg op terrein B (idem zwart), de ploeg die dan (samen) de meeste punten behaald is de winnaar van het « spel » Terrein A Terrein B
FUN - WEDSTRIJDVORM 3 TITEL : K+4 / 4+K AFWERKING ORGANISATION : Veld: zie tekening / 40m x 40m 3 ballen in ieder doel + 1 bal in het midden. Duur: 2 x 6’ DESCRIPTION : Opstelling: ruitvorm. Continue spel. Bij een doelpunt beginnen via aftrap met een bal uit het doel van de ploeg die gescoord heeft. Fun: Tracht zo vlug mogelijk alle ballen in het doel van de tegenpartij te hebben!
FUN - WEDSTRIJDVORM 4 TITEL : 5+K / 5+K SPELER-TRAINER ORGANISATIE : Vier homogene groepen, twee afgebakende terreintjes met een groot doel en 2 kleine doeltjes (afm. 40 x 40), twee verplaatsbare doelen, elke ploeg 3 hoedjes. Ploegen worden bepaald door de speler-trainer. Na elk doelpunt, pakt de scorende ploeg een hoedje van de tegenpartij. Wie heeft na bepaalde tijd de meeste hoedjes? TRAINER Speler-trainer BESCHRIJVING : Beide ploegen kiezen een trainer. Speler-Trainer bepaalt hoe zijn ploeg zal spelen. De tegenpartij doet hetzelfde. Beide trainers mogen niet weten wat de andere zal beslissen. Na 4 min spelen volgt 2 min pauze, de speler-trainer maakt eventueel een nieuwe veldbezetting. Duur 4 x 4 min (steeds wisselen van terrein) Welke speler-trainer wint het duel en scoort meeste doelpunten?
FUN - WEDSTRIJDVORM 5 TITEL : K+7 / K+7 DARTSSPEL ORGANISATIE : 2 ploegen van 7+K ½ terrein Alle spelregels BESCHRIJVING : Fun – spelen volgens het darts systeem. Ipv de doelpunten op te tellen, tellen we af. We starten op 10 en tellen af. Scoren met het hoofd of in volley = 3 punten Scoren met mindere voet = 2 punten Al de rest = 1 punt De bedoeling is van te eindigen op 0.
FUN - WEDSTRIJDVORM 6 TITEL : K+7 + N / K+7 INFILTRATIE ORGANISATIE : 2 ploegen van 7+K met neutrale speler centraal ½ terrein + 16m Alle spelregels 2 x 8’ BESCHRIJVING : Vrij spel maar : bij doelpunt van de neutrale speler = 2 punten Bij doelpunt van een infiltrerende verdediger = 3 punten
FUN - WEDSTRIJDVORM 7 TITEL : 4+K / 4+K 1, 2, 3, … keer scoren ORGANISATIE : Doorschuiven : 2 spelers wisselen bij de ploeg die een doelpunt tegen gekregen hebben, de ploeg die scoort blijft staan. Voldoende ballen rond het terrein, wisselspelers halen de ballen op. Wedstrijden van 5’ BESCHRIJVING : Keeper brengt de bal in het spel, trachten zo snel mogelijk een doelpunt te maken. Als dezelfde ploeg ook het 2° doelpunt scoort, telt dit dubbel, als ze ook ee,n 3° doelpunt maken,telt dit voor 3 punten en is de werkelijke score 6-0 …. De tegenpartij kan bij het scoren van meerdere doelpunten na elkaar ook extra punten verzamelen
FUN - WEDSTRIJDVORM 8 TITEL : DRUK ZETTEN 4/3+K ORGANISATIE : 2 terreinen van 25m op 35. match: 2’/recuperatie : 1’ totaal : 20’ Bij elke rustpauze wisselen de ploegen van terreinhelft. BESCHRIJVING : Op signaal starten de K het spel door een pass te geven aan het 3-tal op de aanvalhelft om trachten te scoren in de 2 kleine doeltjes. De 4 tegenstanders trachten via een collectieve pressing zeer snel in balbezit te komen om te scoren in het grote doel. De wedstrijden eindigen als het eerste doelpunt gemaakt wordt. Indien er binnen de 2 minuten niet gescoord wordt, is er tocht en rustpauze voorzien. Welke ploeg zal na een gelukte collectieve pressing eerst kunnen scoren (1 punt)? En welke ploeg zal vanuit zijn minderheidssituatie (3+1) een doelpunt kunnen maken (2 punten)? Na 20’ worden de punten per ploeg geteld.
FUN – TUSSENVORM 1 : Oefening TITEL : voorzet + afwerken KONINGSKOPPEL ORGANISATIE : Per 2 spelers Elke speler van het koppel geeft 5 voorzetten van links en 5 van rechts en werkt 10x af op doel Het koppel met de meeste punten wint het spel BESCHRIJVING : * X1 geeft lange lob naar X2 (bal moet in vierkant) * X1 werkt af op de voorzet van X2 Puntenverdeling bij doelpunt : 1 : na controle 2 : 1 tijd over de grond 3 : volley 4 : koppen 5 : retro 6 : voorzet rechtstreeks scoren
FUN – TUSSENVORM 2 : Spelvorm TITEL: SHOOT OUT ORGANISATIE : 2 groepen, iedere speler 1 bal BESCHRIJVING : Spelers leiden bal naar doel (gelijktijdig starten) en trachten om het snelst (=1 punt) te scoren via shoot out Iedere speler van de groep komt 3x aan bod, punten per groep optellen
FUN – TUSSENVORM 3 : Spelvorm TITEL : 4+K/4+K+2 N VOORZETSPEL ORGANISATIE : 2 neutrale spelers op de flanken, zij worden om de 3’ gewisseld Half terrein met vrije zones op de flanken BESCHRIJVING : Een doelpunt na de voorzet via de neutrale flankspelers telt voor dubbele punten, indien dit met het hoofd of in volley lukt telt dit zelfs voor 3 punten Zij kunnen enkel een voorzet trappen vanop de aanvallende helft, en de flankspeler die niet voorzet kan mee inkomen aan de 2° paal neutre
FUN – TUSSENVORM 4 : Oefening TITEL : SCOREN, VIA KOPBAL OF VOLLEY… ORGANISATIE : 2 ploegen (X/Y) met elk een keeper. Afwisselend een voorzet vanop R en L X1 -> X2 -> X1, X1 voorzet --> X3 of X4 werkt af. Na 8 voorzetten wisselen de spelers op de flank en de spelers centraal, na 16 voorzetten wisselen de 2 ploegen van kant, na 24 voorzetten wisselen de spelers aan de voorzet met de afwerkers en na 32 voorzetten worden de punten opgeteld. BESCHRIJVING : Het aantal doelpunten per ploeg en individueel optellen. Wie is de beste schutter? Wie is de beste doelman?
FUN – TUSSENVORM 5 : Spelvorm TITEL : DRIBBELPARCOURS ORGANISATIE : 2 ploegen staan parallel tov elkaar. Elke speler heeft 2 verdedigers en 1 keeper te omspelen. De verdedigers worden gewisseld nadat iedereen 3x aan bod kwam Verboden zone voor de K Verboden zone voor de V BESCHRIJVING : De spelers trachten elke verdediger in zijn zone te dribbelen en uiteindelijk te scoren in het doel met de keeper als 3° tegenstander: 1 punt als de 1° verdediger is uitgeschakeld 2 punten als de beide verdedigers omspeeld zijn 5 punten als er ook gescoord wordt Nadat iedere speler 6 pogingen ondernomen heeft wordt het individueel klassement en het ploegentotaal opgesteld.
FUN – TUSSENVORM 6 : Oefening TITEL : DOELPOGING K K ORGANISATIE : Iedere ploeg plaatst 5 spelers met bal in het 1° vierkant, 1 speler zonder bal in het 2° vierkant en zijn doelman in het doel van de tegenpartij. BESCHRIJVING : . De 1° speler passt op de speler in het volgende vierkant. Die tracht na een geöriënteerde controle te scoren van binnen dat vierkant (doorschuiven) De ploeg die het snelst 10 doelpunte scoort, wint het spel
Voetbal spelen = fun ! FUN NOT FUN Scoren –assist - doelpunten verhinderen – strafschop stoppen Goed spelen én winnen Sfeer in de ploeg, spanning voor de wedstrijd ploegsport Sfeer in “stadion” Winnende doelpunt maken Alle wedstrijdvormen op training (vnl. 4+k/4+k, 7+k/7+k en 10+k/10+k) Verliezen en slecht spelen Negatieve commentaar van supporters, ouders, trainers Individuele negatieve kritiek in groepsverband Strafschop missen, own goal, lobbal over keeper Kans missen, flater Wedstrijdvormen met grote meerheid-minderheid
Voetbal spelen = fun ! FUN NOT FUN Afwerkingsoefeningen (na voorzet) met punten-systeem Individuele training op traptechniek (volley, VT, …) Penaltycup, VT nemen Piet piper, andere tornooivormen Positiespelletje 4/1 (ezelspel) Spelen op balbezit zonder meer Opwarming volledig zonder bal Te lange uitleg, theorie Sommige scheidsrechterlijke beslissingen Handbalvormen, shadowgame, looptraining