Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
3.3 Nigeria in de wereldeconomie
Advertisements

3 vwo 1 wereld §2, 3 en 4.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
Machtige internationale bedrijven
1.3 globalisering verovert de wereld
Het noorden tegenover het zuiden
Globalisering.
Internationale handel
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
BBP = Bruto Binnenlands Produkt of BNP = Bruto Nationaal Produkt Dat zijn alle inkomens opgeteld gedeeld door het aantal inwoners. Uitkomst = gemiddelde.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING LES 3 (13.5). VN Bron
India als opkomend land
Landbouw in Oostenrijk en NL
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging Ifugao, een inheems volk op de Filipijnen. Kolossale rijstterrassen die dreigen te vervallen doordat boeren wegtrekken.
Arm & Rijk § 2.1 Maquiladoras
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Indonesië.
Arm & Rijk § 2.1 Maquiladoras
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
MVO: ethiek en internationaal ondernemen
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
§ 2 CHINA DE FABRIEK VAN DE WERELD
.00Begin Hoofdstuk 2.05H2 §1 Voor en tegen globalisering.20H2 §2.1 De Noord-Zuidverhoudingen.30Verder met werkschema week 11 – 12 en verder met werkschema.
3 havo 2 globalisering §2.
3 havo/vwo H2 Globalisering §2
Schematische samenvatting
3 vwo 1 wereld §7 en 8.
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
3 havo 1 wereld §6 en 7.
Europa... en ik?. Naar een solidaire wereld? De Europese Unie.
2 vmbo-T/havo 4 steden, §2 en 3
8.4 Hoe help je een ontwikkelingsland?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Hoofdstuk 2 De wereld, een regionaal mozaïek
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
Kinderarbeid en het recht op onderwijs in de wereld
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
Antwoorden herhalingsopgaven
2 th 1 Ontwikkeling § 6-7.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 7- 8
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par Drie aanwijzingen: koopkracht is hoog dienstenmaatschappij scoort hoog op welzijnsindex Nederland is.
Aantekeningen hfst 6.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
SO terug.
Huiswerkcontrole 1.3: 1, 2 en 4. Vragen over het huiswerk? Begrippen, vaardigheden, huiswerkvragen, tekst?
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Voordelen globalisering voor bevolking:
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Het uitbesteden van overheidstaken aan de particuliere sector
Niet alleen op de wereld
Nederland en de rest van de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
1.1 Globalisering: one world?
§6.2 Een wereld vol verschillen
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 2 People.
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3

4.1 Nl’se multinationals in ontwikkelingslanden NL heeft als voordeel: Gunstige geografische ligging - centrale ligging Europa - ligging aan zee - natuurlijke waterwegen Goed opgeleide bevolking (kenniscentrum) Gevolg: Veel buitenlandse bedrijven  naar NL NL’se bedrijven ontwikkelen zich tot Multinationals vestigingen in buitenland

Bedrijven vestigen zich over de hele wereld (globalisering) en daarvoor hebben zij 2 redenen: Marktgerichte globalisering: bedrijven vertrekken naar die landen waar ze denken een nieuwe markt te kunnen aanboren. Vooral China lonkt naar MNO’s  veel inwoners met een steeds beter salaris. 2. Kostengerichte globalisering: bedrijven vertrekken naar die landen waar ze flink kunnen besparen op de kosten van het produceren. - Lagere (of geen) belastingen - Lagere lonen - Goede infrastructuur - Steeds beter opgeleid personeel

Een bedrijf als Phillips levert directe en indirecte werkgelegenheid: Direct: dit zijn de banen die direct ontstaan door een bepaalde activiteit. Indirect: dit zijn banen die ontstaan doordat na de komst van een groot bedrijf ook andere activiteiten ontstaan.

Direct of indirect?

4.2 Nl’se ontwikkelingshulp concentratie op de armste landen Nl’se ontwikkelingshulp (geld) op drie manieren: Multilaterale hulp: hulp van meerdere landen aan één of meer arme landen, vaak via internationale organisaties. 2. Bilaterale hulp: Hulp van regering naar regering (van land tot land). 3. Via Niet-Gouvernementele Organisaties: Particuliere hulporganisaties (Novib, Plan, SOS-kinderdorpen) Deze worden het meest toegepast, omdat het geld via regeringen vaak niet bij de allerarmsten terecht komt.

4.2 Verder: Goed doorlezen Bekijk bron 45 (de acht milleniumdoelen en de rol van NL) ook goed!

4.3 Toch nog een paar vragen… Hulp exportsubsidies Leg de tegenstrijdigheid eens uit. Oneerlijke concurrentie uit westerse landen draait hulp vaak de nek om in arme landen. Handel? JA! Hulp? NEE! Maar dan wel handel zonder: Importheffingen Exportsubsidies

Voorbeeld: Voorbeeld thee: - wij betalen 7,50 euro per kilo - Malawi ontvangt 0,75 euro - Waar blijft dat geld? ….. Tussenhandel NL’se overheid Wanneer we eerlijke handel zouden toepassen: - BNP arme landen met 12% - BNP rijke landen met 3% We moeten doen aan Fairtrade.

Hoe gedragen NL’se MNO’s zich? MVO= Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De bedrijven voelen zich verantwoordelijk voor de arbeiders en het milieu in dat land. Gedragscodes: Geen kinderarbeid Het aantal werkuren moet binnen de perken blijven Vakbond moet toegestaan zijn

Nakijken!!!