H16. Berekeningen aan zuren en basen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
3. Stoichiometrie Hoeveelheden berekenen van stoffen bij een chemische reactie Natuurwetenschappen Gezondheid en voeding.
Advertisements

Soorten evenwichten 5 Havo.
Thermodynamica.
Ionisatie-evenwichten zuren en basen
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
De theorie van Brønsted
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Reactievergelijkingen kloppend maken
Practicum toets azijnzuur
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
§5.2 - Neerslagreacties.
Zoutformules bedenken
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Opstellen van zuur-base reacties
PH-berekeningen.
Evenwichtsvoorwaarde
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Examentraining Havo 5.
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Hoofdstuk 4 Zouten.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Chemisch rekenen In de derde klas hebben we bij scheikunde geleerd met massaverhoudingen te rekenen. Nu gaan we de reactievergelijkingen gebruiken om.
De theorie van Brønsted
De theorie van Brønsted
V5 Chemische evenwicht H11.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Berekeningen aan redoxtitraties
Samenvatting H3 Gaswisseling
Verstoring van het chemisch evenwicht
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Zuur-base reacties 4GT Nask2 Hoofdstuk 6.4.
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Chemisch rekenen: overzicht
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
Zoutformules bedenken
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Berekeningen aan zuren en basen
Titratiecurve § 4.8-V
De chemische concentratie
Toepassingen van evenwichten
Chemisch rekenen voor oplossingen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Toepassingen van evenwichten
Zuren en basen Zwakke zuren Hfst 14.8 t/m
Zuur-base eigenschappen van zouten
Zuren en basen Hfst 14 ACH 21: Karin Langereis.
Zuurgraad Verband pH en [H 3 O + ] – pH = - log [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH – pH = 3,56 Wat is [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH = Hoe zit het met.
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Zuur base reactie Zo doe je dat
Practicum titreren.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Scheikunde theorie klas 1
Zuren en basen Scheikunde Niveau 3 Jaar 2 Periode 3 Les 2.
H6 Zuren en basen.
Zuurgraad Verband pH en [H3O+ ] pH = - log [H3O+ ] [H3O+ ] = 10-pH
Scheikunde Chemie overal
Wat is het verband tussen pH en concentraties?
Zuur base reactie Zo doe je dat
Stappenplan berekeningen zuren en basen
Scheikunde Chemie overal
Zuur base titratie Concentratie bepaling Onbekende oplossing zuur
Zuur base reactie Zo doe je dat
Zuur base reactie Zo doe je dat klopt
Zuur-base reacties. Benodigdheden Micro spatel Zoutzuur 1,0 M NaOH 1
Transcript van de presentatie:

H16. Berekeningen aan zuren en basen

Algemene info Zuur Deeltje dat H+ afstaat HCl + H2O  H3O+ + Cl- Base Deeltje dat H+ opneemt NH3 + H2O  NH4+ + OH- Notatie; Sterk zuur/base: H3O+ + Z- (100% ionisatie) Zuren tot H3O+, basen tot OH- Zwak zuur/base: HZ(aq) (1-10% ionisatie) Zuren tot H2O, basen tot H2O rest te zwak

Algemene info pH = -log [H3O+] [H3O+] = 10-pH pOH = -log [OH-] [OH-] = 10-pOH pH + pOH = pkw (T afhankelijk, Binas 50A) Significantie; aantal signi in conc geeft aantal decimalen. [H3O+] =1,0E-2 pH=2,00 LET OP: instabiele zuren, bijv. H2CO3 Amfolyt; afhankelijk van kz en kb; HCO3- = base omdat kb>kz

pH berekening Sterk Sterk zuur: HNO3 + H2O  H3O+ + NO3- 0,10 M HNO3 pH = -log [H3O+] = 1,00 100% geïoniseerd, HNO3 geeft 1 H+ af dus zoals hier boven. Sterke base: 0,20 gram calciumoxide in 0,500 liter water bij kamertemperatuur, bereken pH. CaO(s) + H2O(l)  Ca2+(aq) + 2OH-(aq)  x 2  0,00357 mol 0,00713 mol : 56,08 g/mol : 0,500 liter [OH-] = 0,014 M 0,20 gram pOH=-log [OH-]=1,85  pH=12,15

Verloopt de reactie? Sterk zuur met sterke base Loopt 100% af Sterk zuur met zwakke base en Zwak zuur met sterke base Evenwicht ligt zeer sterk rechts (bijna 100%) Zwak zuur met zwakke base Controleer in Binas 49. Staat zuur boven base dan reactie. (Evenwichtsreactie) Staat zuur onder base. Evenwicht sterk links (geen reactie)

Regels voor reactievergelijkingen Noteer alle deeltjes Sorteer zure en basische deeltjes Sterkste zuur en base Verloopt een reactie en hoe vaak? Stel de vergelijking op Klopt je vergelijking wbt deeltjes en lading Check of er deeltjes dubbel staan of binding aangaan Ammonia met azijnzuur NH3(aq), H2O, CH3COOH(aq) Zwak zuur met zwakke base dus evenwicht! zuur base H2O CH3COOH NH3 CH3COOH (aq) + NH3 (aq)  CH3COO- (aq) + NH4+ (aq)

Vergelijkingen oefenen Geef de vergelijking tussen Overmaat HCl opl en Na3PO4 (s) NH3 opl en HF opl HIO opl en NaOH (s) 3H3O+ + Na3PO4(s)  H3PO4 + 3Na+(aq) + 3H2O NH3(aq) + HF (aq)  F-(aq) + NH4+(aq) HIO(aq) + NaOH (s) Na+(aq) + IO-(aq) + H2O

Koolzuur evenwicht Koolstofdioxide lost slecht op in water CO2(g) + H2O(l)  H2CO3 (aq) (1) Koolzuur is zwak zuur H2CO3(aq) + H2O(l)  H3O+(aq) + HCO3- (aq) (2) HCO3- (aq) + H2O(l)  H3O+(aq) + CO32- (aq) (3) Stel; We voegen OH- opl toe In (3) neemt H3O+(aq) af. Dus evenwicht naar recht. Minder HCO3- (aq) in (2) betekent ook ev in (2) naar rechts. Dus minder H2CO3 in (1) dus ev naar rechts. Conclusie: door pH omhoog  minder [CO2(g)] We voegen H3O+ opl toe; Conclusie: door pH omlaag  [CO2(aq)] stijgt

Koolzuur evenwicht

Koolzuur evenwicht Exp 16.2 Bestuderen 16.3 Maken opgave tot en met 11

Zwak zuur/base berekening HZ (aq) + H2O  Z- (aq) + H3O+ (aq) kz =[Z- ] . [H3O+] [HZ] kz= x2 (0,10 – x) V 0,10 T N -x +x +x 0,10-x x x

Zwak zuur berekening pH van 0,10 M HNO2-oplossing berekenen HNO2 niet 100% geïoniseerd, dus met zuurconstante berekenen. HNO2(aq) + H2O(l) NO2- (aq)+ H3O+(aq) V 0,10 0 0 T -x +x +x N 0,10-x x x kz = [NO2- ] . [H3O+] = 5,6.10-4 [HNO2] x = [H3O+] ? Grafische rekenmachine x=7,2E-3 pH= 2,14

Extra pH Extra opgave 5; Bereken de pH van een oplossing van 1,0 · 10-1 M azijnzuur 1,0 · 10-2 M HCN 0,10 M zoutzuur 0,10 M NaCN-oplossing 0,020 M waterstoffluoride-oplossing 1,0 M HNO2 0,010 M KF-oplossing

Antwoorden extra pH 1 CH3COOH(aq) + H2O ↔ CH3COO-(aq) + H3O+(aq) Kz = 1,8 * 10-5 0,10 mol 0 0 -X +X +X 0,10-X X X Kz= [CH3COO-(aq)] * [H3O+(aq)]/ [CH3COOH(aq)] = X2/(0.1-X)  Gr X = 0.0013 pH = 2,88 2 X= 2.470 * 10-6 pH = 5.61 3 Sterk zuur pH= 1 4 X= 1.25 * 10-3 pOH = 2.90 pH = 11.10 5 X= 3.25 * 10-3 pH = 2.49 6 X= 2.34 * 10-2 pH = 1.63 7 X= 3.99 * 10-7 pOH = 6.4 pH = 7.6

instinker 4x3 = 4,7 ∙ 10-6  x=1,06 ∙ 10-2 [OH-] = 2* 1,06 ∙ 10-2 Wat is de pH van een verzadigde oplossing van Ca(OH)2? Rv Ca(OH)2  Ca2+ + 2OH- Ks Ks =[Ca2+]∙[OH-]2 = 4,7 ∙ 10-6 4x3 = 4,7 ∙ 10-6  x=1,06 ∙ 10-2 [OH-] = 2* 1,06 ∙ 10-2 pOH=1,67 pH = 12,32

Buffer Oplossing waarvan de pH maar klein beetje verandert, bij toevoegen van sterk zuur/base of bij verdunning Bestaat uit mengsel van zwak zuur en geconjugeerde base in verhouding 1:10 tot 10:1 CH3COOH + H2O  CH3COO- + H3O+ kz =[CH3COO- ] . [H3O+] [CH3COOH] Buffercapaciteit; hoeveel zuur/base de buffer kan hebben. Als 1:1 dan is pH=Kz Buffer berekening 0,20 mol acetaat en 0,80 mol azijnzuur in bepaald volume pH= 4,14 Nu 50 mL 1M zoutzuur toevoegen. (Vol verandering verwaarlozen) pH = 4,0 geworden

Buffer in lichaam CO2 (aq) + H2O (l)  H2CO3 (aq) (1) H2CO3 (aq) +Hb(aq)  HCO3- (aq) + HHb+(aq) (2) HHb+ + O2  HHbO2+ Spier Bloed Longen Koolzuurbuffer in lichaam. Kz = 8,0E-7, pH Bloed=7.4 8,0E-7 = 4E-8 · [HCO3-]/[H2CO3] [HCO3-]/[H2CO3]= 20/1, kan vooral zuren bufferen