Heelal Project bovenbouw
Zon, Maan en Sterren
Ontstaan van de aarde Alles is ontstaan door een grote knal. Voor de knal was er niets……. Geen ruimte, Geen sterren, Geen planeten, helemaal niets…… Ongeveer 15 miljard jaar geleden, vond de oerknal plaats….. In het midden van de gaswolk die ontstond is de zon geboren, aan de randen ontstonden de planeten. De aarde was in die tijd nog vloeibaar… Langzaam koelde de aarde af en stolde.
De Zon Net als alle andere sterren bestaat hij voor een groot deel uit waterstof en helium. De zon is dus een gasbol met een gemiddelde afstand van 149.597.870 km van de aarde. De zon is veruit het grootste object in het zonnestelsel. De zon bestaat, op dit ogenblik, uit ongeveer 75% waterstof en 25% helium De samenstelling wijzigt langzaam omdat de Zon in haar kern waterstof omzet in helium. De zon bestaat uit de kern, de stralingszone, de confectiezone, de chromosfeer en de corona. In de kern is de zon op haar heetst. Er heerst hier een temperatuur van maar liefst 17.000.000 °C.
Mercurius Mercurius en onze maan zijn ongeveer even groot en lijken in veel opzichten op elkaar. Het oppervlak is bezaaid met kraters, bergen en valleien. Er is geen water of lucht aanwezig. De temperaturen verschillen van - 200 °C aan de nachtzijde tot + 400 °C aan de dagzijde van de planeet. De temperatuur verschillen worden versterkt door de sterke ellipsvormige baan van Mercurius waardoor de planeet in de een maand durende zomer veel dichter bij de zon staat dan in de even lange winter.
Venus Venus en de aarde zijn ongeveer even groot en lijken op elkaar. Door het feit dat water geheel ontbreekt, rijzen de delen van de planeten, net als bergen als uitgestrekte hooglanden op. De atmosfeer is honderd maal dichter dan die van de aarde en bevat voornamelijk koolzuurgas, terwijl de tot 70 km hoogte reikende ondoorzichtige wolkenlaag bestaat uit zwavelzuur. Het zicht aan de oppervlakte van de planeet is drie km en de belichting van het landschap lijkt op die van een zwaar bewolkte dag op aarde. De temperatuur is overdag en 's nachts ongeveer gelijk en tegen de 500 °C, een temperatuur waarbij lood smelt. De dag en de nacht duren bijna even lang als de zomer en winter, samen een Venus jaar van acht aardse maanden.
De Aarde De Aarde zou als zij geen hoogte en diepte verschillen zou hebben, bedekt zijn door een laag water van drie km dik. Deze grote massa water heeft een effect op de temperatuur, die verschilt van - 80 °C aan de polen tot + 60 °C aan de evenaar. Door steeds aanwezige vulkanische activiteit in de aardkorst en erosie aan het aardoppervlak van zand, wind en regen is er van de veelheid kraterinslagen van meteorieten, zoals we die zien op de meeste andere hemellichamen, niet terug te vinden. De dampkring bestaat uit 80 % stikstof en 20 % zuurstof. De wolkenlaag bestaat uit waterdruppels, sneeuwvlokken en ijskorrels. De scheve stand van de aardas veroorzaakt de seizoenen. De aardas behoudt in haar jaarlijkse baan om de zon namelijk steeds dezelfde stand ten opzichte van de sterren. Daardoor worden afwisselend de bovenste en onderste helft van de aarde meer door de zon belicht..Van grote invloed op de Aarde is de maan. Door haar aantrekkingskracht zorgt zij samen met de zon voor de getijden.
Mars Hoewel Mars 2x kleiner is dan de aarde en 2x groter dan de maan, is mars de planeet die het meeste lijkt op de aarde, wat betreft klimaat en landschap. Helaas is er geen vloeibaar water aanwezig, waardoor de planeet er uit ziet als een rode zandwoestijn, Met hoge bergketens, enorme vulkanen en kloven. De temperatuur loopt van -150 °C aan de polen op tot +15 °C aan de evenaar. De dag duurt hier even lang als op aarde en de wisselende seizoenen 2x zo lang, vanwege de twee jaar durende periode waarom hij om de zon draait. Ook de scheve stand van rotatie as van de planeet lijkt op die van de aarde, waardoor de verschillen der seizoenen vergelijkbaar zijn voor beide planeten. De atmosfeer van mars is 100x ijler dan die van de aarde. De beide poolkappen worden met de winter en zomer groter en kleiner, door de koolzuursneeuw die neerslaat of vervluchtigt. Waarschijnlijk ligt de gehele watervoorraad van mars hier opgeslagen als waterijs en als permafrost in de bodem. Oude droge rivierbeddingen getuigen nog van veelvuldig voorkomen van vloeibaar water in de warmere gebieden bij de evenaar in een ver verleden. Mars heeft de grootste hoogteverschillen van alle planeten in het zonnestelsel. Zo heeft ze bijvoorbeeld een vulkaan van 20 km hoog!
Jupiter Jupiter is de vijfde planeet van ons zonnestelsel. De diameter is 142,800 km, en qua grootte past de Aarde 1.000 maal in Jupiter. Hij staat 5.2 keer verder van de zon af dan de aarde. Jupiter draait binnen 10 uur rond haar eigen as (sneller dan alle andere planeten). Dit zorgt ervoor dat Jupiter blootstaat aan enorme centrifugale krachten wat voor de afplatting van de planeet zorgt. Jupiter vormt een planetenstelsel op zichzelf. Sommige wetenschappers zeggen dat Jupiter bijna is veranderd tot een ster, maar de scheikundige processen binnenin bewijzen dat het nog steeds een planeet is.
Saturnus De ringen van Saturnus maken de planeet een van de meest herkenbare en spectaculaire onderdelen van de astronomie en zeker ook van science fiction. Toen Galilleo een primitieve telescoop op de planeet richtte in 1610 werd hij misleid. Door het slechte beeld in zijn zoeker, dacht hij dat Saturnus een driedelige planeet was, met een groot lichaam in het midden en kleinere aan elke kant. Het oppervlak Saturnus ziet er het zelfde uit als Jupiter met zijn banden en vlekken om en in de atmosfeer. Waar Jupiter de mooiste is in de schitterende kleuren en structuren in zijn atmosfeer, is het Saturnus het intrigerendst wat betreft de kleuren en grootte van zijn ringvorm. De temperatuur op Saturnus schommelt zo rond de -180 °C. Hoewel alle andere reuzenplaneten ringen hebben, is er geen die Saturnus overtreft in zijn ringen, die de planeet omgeven als "gordels van smaragd". De atmosfeer van Saturnus is vooral samengesteld uit Waterstof (97%) en Helium (3%). Het zichtbare oppervlak, van een gelige kleur, is bedekt met lichtblauwe en donkere wolken, verdeelt in banden zoals bij Jupiter, maar dan vager. Op het oppervlak van de planeet woeden zware stomen met windsnelheden tot 1.800 km/h
Uranus De andere planeten in ons zonnestelsel draaien meestal als een tol, rond de zon. De noord- en zuidpool naar boven en onder gericht. De noord- en zuidpool van Uranus liggen waar bij ons de evenaar ligt. Men vermoedt dat de klap van een groot voorwerp de planeet heeft laten kantelen. Vreemd genoeg draait Uranus om een scherpe as in een richting die tegenovergesteld is aan die van de Aarde. Het binnenste van Uranus zou uit gesteenten, verschillende vormen van ijs en weinig waterstof en helium bestaan. Op Uranus is het erg koud, ongeveer -214 °C. Het wordt er in elk geval nooit warmer dan -190 °C. De atmosfeer bestaat uit 83% waterstof, 15% helium en 2% methaan. Het is het methaan dat verantwoordelijk is voor de blauwgroene kleur van de planeet. In de atmosfeer bewegen zich wolkenbanden. De planeet draait rond de zon in 85 jaar. Zoals de meeste verre planeten in dit zonnestelsel, heeft ook Uranus, ringen en manen. Op dit moment heeft de Voyager-missie, 15 manen en 11 ringen ontdekt bij de planeet.
Neptunus Neptunus heeft een helderblauwe atmosfeer die bestaat uit waterstof met wolken methaangas. De rotsachtige kern is ongeveer zo groot als de aarde. De samenstelling en atmosfeer is vergelijkbaar met Uranus. De winden die heersen over de planeet zijn de snelste van ons zonnestelsel nl. 2.000 km/uur. De temperatuur op Neptunus is niet bepaald aangenaam: -220 °C. Witte wolken en donkere vlekken zijn goed zichtbaar. .De magnetische velden worden niet vanuit het centrum van de planeet opgewekt, maar uit de omgeving van het oppervlak.
Pluto De middellijn van de buitenste en kleinste planeet Pluto is maar een vijfde deel van die van de aarde. Met een temperatuur van ongeveer -230 °C is Pluto de koudste planeet in het zonnestelsel. De planeet heeft één maan. De maan heet Charon en is maar half zo groot als Pluto zelf. Over Pluto is verder niet zoveel bekend, omdat de planeet zo vreselijk diep in het zonnestelsel zweeft. Hierdoor is Pluto meteen de koudste planeet van het zonnestelsel.
Maan De Maan is het dichtstbijzijnde hemellichaam vanaf de aarde. Hierdoor is zij het meest grote hemellichaam dat aan onze hemel te zien is. Vele eeuwen hebben volkeren de Maan als een god vereerd. Men heeft altijd begrepen dat de maan een speciale plaats inneemt, en de klassieke Griekse filosofen wisten al dat ze een begeleidster van de Aarde is. Met het blote oog zijn al veel oppervlaktekenmerken op de maanschijf te zien, waaronder de donkere gebieden en een aantal fijnere details. De kraters beheersen het maanbeeld: van minuscule stipjes tot uitgestrekte ringwallen met een doorsnede van meer dan 250 km. De donkere vlakten op de maan worden maria (zeeën) genoemd. In die maria heeft nooit water gezeten. Het zijn eigenlijk verschrikkelijk grote, uitgestrekte lavavelden. De oppervlakte van Oceanus Procellarum (Oceaan de Stormen) in het westen beslaat een oppervlakte van 5000000 km2, groter dan die van de Middellandse Zee.. Vroeger konden wij maar 1 helft (eigenlijk 59%) van de Maan zien. Dit komt doordat de Maan precies om zijn as draait in de tijd dat zij om de Aarde draait. Doordat de baan om de Aarde niet een perfecte cirkel is kunnen wij af en toe meer aan de west-, oost-, noord- of zuidkant van de Maan zien. Dit verschijnsel heet libratie. Er zijn 2 theorieën over het ontstaan van de Maan. De een zegt dat de Aarde en de Maan eens verenigd zijn geweest en lang geleden gesplitst zijn; de andere theorie zegt dat ze altijd gescheiden zijn geweest.
Leven in de ruimte De ruimte in Het is 1865. Jules Verne schrijft een boek over een reis naar de maan. Veel mensen lachen hem uit. Zoiets kan toch nooit! Het blijkt inderdaad moeilijk te zijn. Maar niet onmogelijk! Bijna 100 jaar later, in 1957, gaat de eerste echte raket de ruimte in. Het is een Russische raket. De raket heeft een kleine bol aan boord: de Spoetnik. Het is een soort kleine radio, die een signaal uitzendt. Vanaf dat moment gaat het snel. Met de Spoetnik 2 sturen de Russen het hondje Laika de ruimte in. Laika is Russisch voor 'blaffer'. Er wordt goed op het diertje gelet. Zouden mensen er ook tegen kunnen om in de ruimte te reizen?
Mensen op de maan Mensen In 1961 komen de Russen daarachter. Yuri Gagarin is de eerste mens die de ruimte ingaat. Zijn vlucht duurt 108 minuten. De wereld staat op zijn kop! De Amerikanen zijn heel erg jaloers. Zij hadden graag de mens de ruimte in willen sturen. Ze volgen al snel. De Russen en de Amerikanen maken er een echte wedstrijd van. Het volgende doel is een mens op de maan te zetten. Welk land lukt dat als eerste? Amerika. Op 20 juli 1969 zet de Amerikaan Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan. 'Dit is een kleine stap voor een mens, maar een grote stap voor de mensheid', zegt hij terwijl hij dat doet. Ruimtepakken In filmpjes over ruimtevaart zie je altijd mensen in dikke ruimtepakken. Dat is niet voor niets. In de ruimte is geen zuurstof. Je moet dus zuurstof meenemen in een fles op je rug. Net als een duiker die onder water zwemt. In de ruimte zijn er ook heel grote temperatuurverschillen. In de zon kan het kokend heet worden. En in de schaduw ijs- en ijskoud. Een ruimtepak regelt ook de temperatuur.
Satellieten Satellieten Raketten met mensen komen weer terug naar aarde. Maar er zijn ook voertuigen die bedoeld zijn om te laten zweven in de ruimte: satellieten. Die draait rond de aarde. Sommige maken foto's van de aarde. Daarop kun je zien wat voor weer het is. In oorlogen gebruiken landen soms satellieten om bommen neer te laten komen op een plek. Andere satellieten hebben zenders en ontvangers. Die zorgen er bijvoorbeeld voor dat met je oom in Amerika kan bellen. Jouw telefoonsignaal gaat naar een satelliet. Die stuurt het signaal dan door naar Amerika.
Ruimtestation Ruimtestation Wetenschappers willen steeds meer weten over de ruimte. Op de korte vluchten van ruimtevaarders kunnen niet genoeg onderzoeken worden gedaan. Eigenlijk zou je altijd mensen in de ruimte moeten hebben. Maar hoe regel je dat? Makkelijk! Je bouwt een ruimtestation. Een ruimtestation kan een paar jaar lang in de ruimte zweven. Met ruimteschepen breng je er telkens nieuwe bemanning heen (en haal je de oude bemanning weer op, natuurlijk!). In een ruimtestation doen ze allerlei proeven. Bijvoorbeeld over hoe mensen en dieren reageren als ze in de ruimte zijn. Een van de bekendste ruimtestations is de MIR. Die heeft ongeveer 15 jaar in de ruimte gezworven.
Leven in de ruimte Leven in een ruimtestation Leven in een ruimtestation is niet makkelijk. Je zit maandenlang op de lip van je mede-ruimtevaarders. Nog veel lastiger is dat je gewichtloos bent. In de ruimte weeg je namelijk niets. Je zweeft rond. Maar het vocht in je lichaam weegt ook niets. Daarom stijgt het naar boven. Eten en drinken gaat niet vanzelf. Dat moet met een rietje. Anders zweeft het eten door het hele ruimteschip. Ruimtevaarders hebben vaak een dik bovenlichaam en een wat opgeblazen hoofd. Lopen is onmogelijk. Ze doen wel oefeningen om fit te blijven. Teruggekeerd op aarde zijn hun spieren toch zó slap dat ze opnieuw moeten leren lopen! ISS Op 19 april 2004 is de Nederlandse astronaut André Kuipers naar een ruimtestation gegaan. Dat station heet het ISS (International Space Station). Een van de proeven die André Kuipers in de ruimte gaat doen heet Seeds in Space (zaadjes in de ruimte). Veel leerlingen in Nederland deden mee. Overal plantten basisscholen zaadjes van een speciale slaplant. André plantte dezelfde zaadjes in de ruimte. Alles over dit experiment en de resultaten lees je op www.seedsinspace.nl.
The end…………..