Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

- Hoe noem je uitkomsten?
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
Een jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
H 15: Samengestelde interest
Spel: Koop een euro. Je kan een euro kopen. Mooi, maar er is wel 1 regel: De hoogste bieder krijgt de euro voor het bod, maar de laatste bieder, die er.
Belastingstelsel Box 1 Het schijventarief.
Havo5 WA Extra opgaven.
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Hoofdstuk 3: Wat doe je met je geld?
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 3
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
De toets data 2kb juni 2kc juni 2kd 20 juni 2ke 17 juni   2ma 19 juni
Hoe komen producten tot stand?
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Lesplanning Binnenkomst
T hema’s in deze quiz: Gezin Zorg Arbeid. Thema 1: Verschillen binnen ‘het Nederlandse gezin’
Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het
Inkomen verdienen.
REKENEN.
Welvaart Hoofdstuk 4.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Goedemorgen H3b.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 16 Inzichtvraag & 77 t/m 80
Les 3 opgave 11 t/m 15 Kennisvragen WERKBOEK blz 11.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Boekje: Kopen en Werken Hoofdstuk 1:
HAVO 5 Inkomen en groei Hoofdstuk 4: Inkomensverdelingen
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4
Lesplanning economie Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.6 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.5 Uitleg 1.6
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.3 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Structuur Hoofdstuk 4.
Internationale welvaartsverschillen
Voorbereiding op toets H13 Klas: 4G
Samenvatting hoofdstuk 1
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
Centrummaten en Boxplot
Herhaling Hoofdstuk 1.
§1.1 Wat voor een inkomen heb je?
Rekenen.
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Welkom Havo 5..
verwarring begrippen omzet of winst
Schaarste en welvaart Produceren en kiezen.
Welkom Havo 5..
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Economische kringloop
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
Transcript van de presentatie:

Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders wordt gevraagd. Geef altijd aan wat iets is, bijvoorbeeld aantal auto’s, aantal ijsjes, aantal personen. Bij geld zet je er altijd een €-teken voor.

Decimalen 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma. 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.

Afronden van bedragen De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag 12 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347

§1.3 Productiefactoren en hun beloning Primaire inkomens Inkomen dat je verdient door het beschikbaar stellen van productiefactoren, dus: rente, huur, loon, pacht en winst. Primaire inkomens Productiefactoren De middelen die nodig zijn om te kunnen produceren. 4 productiefactoren: kapitaal, arbeid, natuur & ondernemerschap. Nationaal inkomen Het inkomen van alle mensen in een land in een jaar bij elkaar opgeteld.

Aantal verkochte ijsjes in 2008 Tabel Een verzameling gegevens in rijen en kolommen Aantal verkochte ijsjes in 2008 De titel Een rij Een rij Een rij MND= Maand GR= grote ijsjes NOR= normale ijsjes KL= kleine ijsjes Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Kolom Een titel één kolom of meerdere kolommen (van boven naar beneden) één rij of meerdere rijen (van links naar rechts) Een tabel heeft altijd:

Omrekenen van een week naar een maand of van een maand naar een week doe je altijd via het jaarbedrag! 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Dus: 100 euro x 12 maanden = 1200 per jaar. Er zitten 365 dagen in een jaar. Dus: 1200 euro / 365 dagen = 3,30 euro 2) Je verdient 200 euro per kwartaal, hoeveel is dit per week? Een kwartaal heeft 3 maanden. Dus er zijn 4 kwartalen in het jaar! Dus: 200 euro x 4 kwartalen = 800 euro per jaar Dus: 800 euro / 52 weken = 15,40 euro

§1.4 De categoriale inkomensverdeling Primaire inkomsten KANO! Je kunt in een quote (een percentage) uitdrukken wat hoeveel krijgt :  dan splits je de opbrengst in  een Rente-quote,  een Loon-quote,  een Pacht quote,  een Winst-quote  ( samen =  hele opbrengst = 100 %  ) Loonquote van een bedrijf = Loon/totale inkomen x 100% Loonquote van een land = Loon/nationaal inkomen x 100%

Verschillende soorten grafieken Staafdiagram wordt gebruikt om getallen te vergelijken. Cirkeldiagram wordt gebruikt om verhoudingen in procenten weer te geven Formule om aantal graden te bepalen: 360° x Aantal procent 100 Lijngrafiek wordt gebruikt om ontwikkelingen in tijd te laten zien.

Participatiegraad Participatie betekent meedoen/ werken Participatiegraad vrouwen 15 tot 65 jaar = Aantal werkende vrouwen (15 tot 65 jaar)________ x 100% Totaal aantal vrouwen (15 tot 65 jaar)

Van Bredenland is het volgende bekend: Totaal aantal inwoners 16 miljoen Waarvan tussen 15 en 65 jaar 11 miljoen Beroepsbevolking 9 miljoen waarvan mannen 6 miljoen waarvan vrouwen 3 miljoen In Bredenland leven net zoveel vrouwen als mannen en ook de helft van de bevolking tussen 15 en 65 jaar bestaat uit vrouwen. Bij de beroepsbevolking is 10% van de mannen en 15% van de vrouwen werkloos. Bereken de participatiegraad onder de vrouwen. A. 27,3% B. 33,3% C. 54,5% D. 46,4% Participatiegraad vrouwen 15 tot 65 jaar = Aantal werkende vrouwen (15 tot 65 jaar)________ x 100% Totaal aantal vrouwen (15 tot 65 jaar) Aantal werkende vrouwen 15 tot 65 jaar: 3.000.000 x 0.85 (= 85% van de vrouwen heeft werk) = 2.550.000 werkende vrouwen Totaal aantal vrouwen 15 tot 65 jaar: 11.000.000/2 (want de helft is vrouw) = 5.500.000 aantal vrouwen. DUS: 2.550.000 (werkende vrouwen) / 5.500.000 (totaal aantal vrouwen) X 100% = 46,4%

Bereken het totale maandinkomen van dit gezin. Een inkomen van een echtpaar bestaat uit de volgende onderdelen. De man is 66 jaar en heeft een AOW-pensioen van € 864 per maand. De vrouw is 60 jaar en werkt als conrector op een school. Ze verdient € 3.000 per maand. Ze hebben een tweede huis in Frankrijk. Wanneer ze er zelf niet zijn, verhuren ze het huis in Frankrijk. Dit levert hen € 4.200 per jaar op. Bereken het totale maandinkomen van dit gezin. Hoeveel is dit per week? B) Geef aan welk bedrag per maand tot het primaire inkomen wordt gerekend en welk bedrag per maand tot de overdrachtsinkomens wordt gerekend a) 864 + 3.000 + 350 (4.200/12) = € 4.214 b) € 4.214x12:52 = € 972,46 c) 3.000 + 350 = € 3.350 (maand) primair, € 864 (maand) overgedragen (AOW).

BBP in miljarden euro’s In onderstaande tabel staan van een aantal landen gegevens over omvang van de bevolking en de omvang van het bruto binnenlands product (BBP = het totale inkomen van een land). BBP in miljarden euro’s Economen gebruiken het BBP per hoofd van de bevolking als een maatstaf voor de welvaart van een land. Je kunt zonder een berekening te maken uit de tabel aflezen, welke van de twee laatste landen, volgens deze maatstaf het armst is. Welk land is dat? Licht je antwoord toe zonder een berekening te maken. BBP in miljarden euro’s 2006 Bevolkingsomvang 2006 in miljoenen personen Nederland 510 16,2 Brazilië 718 184,2 China 2.031 1.307,6 India 664 1.080,3 ANTWOORD: India is armer dan China. De bevolkingsomvang van India is wel kleiner dan die van China maar het BBP van China is ongeveer drie maal zo groot als het BBP van India, dus moet het BBP per hoofd van de bevolking in China aanzienlijk groter zijn dan dat van India.

Primaire inkomens Inkomen dat je verdient door het beschikbaar stellen van productiefactoren, dus: rente, huur, loon, pacht en winst. Je kunt in een quote (een percentage) uitdrukken wat hoeveel krijgt :  dan splits je de opbrengst in  een Rente-quote,  een Loon-quote,  een Pacht quote,  een Winst-quote  ( samen =  hele opbrengst= 100 %  ) Loonquote van een bedrijf = Loon/totale inkomen x 100% Loonquote van een land = Loon/nationaal inkomen x 100% Het tekenen van een cirkeldiagram: Formule om aantal graden te bepalen: 360° x Aantal procent 100