Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
Advertisements

Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Gemiddelde * gemiddeld aantal punten * gemiddelde snelheid per uur
Gelijkmatige toename en afname
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
H1 Basis Rekenvaardigheden
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Omzet.
Vergroting.
Inlijsten van figuren Kees Vleeming [bew gk].
Het vergelijken van twee populatiegemiddelden: Student’s t-toets
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
havo A Samenvatting Hoofdstuk 8
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
REKENEN.
Hoofdstuk 1 De grote lijn..
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
Regels voor het vermenigvuldigen
Parallelle Algoritmen String matching. 1 Beter algoritme patroonanalyse Bottleneck in eenvoudig algoritme: WITNESS(j) (j = kandidaat in eerste i-blok)
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Maateenheden Liters.
Herhaling Examenstof M&O
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
NASK – METRISCH STELSEL
De schaal Hoe bereken je die?.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
Uitwerking Oefeningen
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 4
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
Procenten 3 havo.
De bordjes methode 8 x a Het bordje
Doorsnede van een rivier
GELIJKNAMIGE BREUKEN les 31.

Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Gebruik grafische rekenmachine bij M&O via de TVM-solver
Gelijkwaardige formules
Boxplot en steelbladdiagram
Centrummaten en Boxplot
Algemene Ondernemersvaardigheden
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
Regels voor het vermenigvuldigen
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Geschiedenis Mevr. Liefting
© Maarten Walraven en Robert Nederlof
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
H4 Statistiek Beelddiagram
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
/ \ S t a a r t d e l i n g e n * Level 1
SCHAAL in toepassingssituaties
Metend rekenen 5de leerjaar.
Beste ath 4..
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Rekenen met kommagetallen
Examentraining.
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
SCHAAL in toepassingssituaties
Bijzondere verhoudingen
Verder rekenen met kommagetallen
Transcript van de presentatie:

Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode anders kan uitzien. De link tussen algemene en dynamische tijdbalk maakt het makkelijk en overzichtelijk om de bewuste periode in de hele geschiedenis te situeren. Welkom bij de voorstelling van de dynamische tijdbalk. In enkele stappen leggen we u het concept uit. algemene tijdbalk Tijdschaal: dynamische tijdbalk

Dynamische tijdbalk Dan deel je de werkelijke tijd door 10, 100, 1000, … tot je een getal uitkomt dat groter is dan 8 (= helft van de dynamische tijdbalk in cm) en kleiner of gelijk aan 16 (= totaal van de dynamische tijdbalk in cm). Ligt dit laatste getal niet tussen 8 en 16, dan vermenigvuldig je het met een veelvoud van 2 of met 5 tot de uitkomst zo dicht mogelijk bij 16 komt te liggen. Nu bepaal je de tijdschaal door de werkelijke tijd te delen door de lengte van het stuk dat we hebben uitgezet. 42 dagen : 8,4 = 5 dagen  1 cm = 5 dagen Je kunt die tijdschaal gebruiken om makkelijk belangrijke data voor die periode op de dynamische tijdbalk uit te zetten. Ten slotte verbind je de periode op de dynamische met de algemene tijdbalk. Berekening: 42 : 10 = 4,2 (te klein) 4,2 x 2 = 8,4 4,2 x 4 = 16,8 (dus te groot) We zetten dus 8,4 cm uit op de dynamische tijdbalk. Bereken de tijd (in dagen, maanden of jaren) die tussen de twee datums ligt. Voor de Golfoorlog is dat dus 42 dagen. Bepaal eerst de begin- en einddatum voor de periode die je wilt uitvergroten. Als voorbeeld nemen we de Golfoorlog: 16 januari tot 27 februari 1991. algemene tijdbalk Tijdschaal: dynamische tijdbalk 8,4 cm 1 cm = 5 dagen

beoogde periode = nieuwe tijd ( = 300 jaar) 300 : 10 = 30 (te groot) Extra voorbeeld Tijdschaal: beoogde periode = nieuwe tijd ( = 300 jaar) 300 : 10 = 30 (te groot) 300 : 100 = 3 (te klein) 3 x 5 = 15 (uitzetten op tijdbalk) tijdschaal  300 jaar : 15 = 20 jaar  tijdschaal: 1 cm = 20 jaar verbinden met algemene tijdbalk 1 cm = 20 jaar