Stoffen gaan niet verloren

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Diagnostische toets Energie
Advertisements

Met energie kun je dingen doen.
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2HV.
Warmte.
Materialen en moleculen
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V.
GOED OF FOUT - QUIZ.
Stofwisseling.
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
Hoofdstuk 6 Elektriciteit
Energie: Grootheden en eenheden
Oefenvragen Hst. 3 paragraaf 1 t/m 3.
3.1 Energie omzetten..
Samenvatting H 5 Energie.
Energie.
Ecologie VWO 5.
Stoffen en stofeigenschappen
Warmte herhaling hfd 2 (dl. na1-2)
Chemische reacties De mol.
Energieomzettingen in technische toepassingen
Atomen , moleculen en reactieschema
Arbeid.
Warmte inhoud 1. Inleiding (deze les dus) 2. Warmtecapaciteit
Newton - VWO Warmte en energie Samenvatting.
Samenvatting Newton H5(brandstofverbruik)
Samenvatting H 7 Verwarmen en Isoleren.
Newton - HAVO Warmte en energie Samenvatting.
Gemaakt door: Josine Stremler & Simone ter Stege Klas: G2D
Bart van Wijngaarden Edwin Alblas
6.4 liever geen warmte transport : isoleren
Hoofdstuk , Energie dus ook warmte
Uitzetten en krimpen Faseovergang
Lynsey Jordaans & Marie-Louise Alblas
4T Nask1 2.1 Brandstoffen verwarmen
3.4 Rekenen met energie 4T Nask1 H3 Energie.
4.4 Chemische reacties 4T Nask1 H4 Stoffen.
Energie.
1.4 Chemische reacties.
Fase-overgangen Fase-overgangen Fase-overgangen Fase-overgangen
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
havo: hoofdstuk 4 (stevin deel 3) vwo: hoofdstuk 2 (stevin deel 2)
Thema 3 Ademhaling Nieuwe groepjes.
Verbranding Verbranding is een proces waarbij energie vrijkomt.
Warmte. Warmte Warmte verwarmen kost energie in de vorm van warmte smelten kost warmte verdampen kost warmte afkoelen levert energie in de vorm van.
Warmte en temperatuur Een thermometer is een instrument om warmte te meten Klopt deze uitspraak? Een thermometer is een instrument om temperatuur te meten.
Deel 2 Energie: bronnen en soorten
Energie en energieomzettingen
Samenvatting.
Met energie kun je dingen doen.
Stofwisseling Thema 1.
Energieomzettingen Ida van Noord 2A Wat is energie? Iets dat een levend wezen of machine nodig heeft om iets te kunnen doen. Verschillende soorten.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Duurzame energie. Wat is energie? Je hebt energie nodig om te kunnen bewegen of te denken Wij halen energie uit ons eten en drinken Om licht, geluid of.
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Deel 3 Energieomzetting
100% BRANDSTOF ENERGIE 100% WARMTE 36% UITLAATGAS 33% KOELWATER
H3 §1 Energie uit brandstoffen
Verbranding en ademhaling
Energieomzettingen.
Ademhaling - verbranding
Brandstoffen verbranden
Brandstoffen verbranden
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik
Paragraaf 1 Wat is verbranding?.
Hoofdstuk 2 Natuur en milieu
Transcript van de presentatie:

Stoffen gaan niet verloren Energie Chemische energie Stoffen gaan niet verloren Warmte Energie Verbrandingen warmte

Chemische energie Voorbeelden van chemische energie: Kaars Olielamp Eten Brommer rijden Auto rijden Openhaard Bbq Kaars Olielamp CV-ketel koken

Chemische energie Chemische energie: De energie die vrij komt bij een chemische reactie. Chemische reactie: Een reactie waarbij de stof veranderd.

Gevolg Tijdens een chemische reactie kunnen de volgende energie soorten ontstaan: Warmte energie Bewegingsenergie Geluid Licht

Warmte energie Grootheid Eenheid Warmte energie Q in Joule J

verbrandingswarmte In een boterham zit een vaste hoeveelheid energie. Een liter benzine zit een vaste hoeveelheid energie In een kaars zit een vaste hoeveelheid energie

verbrandingswarmte We spreken dan over het aantal: J / boterham. J / Liter J / kaars J / kg

verbrandingswarmte In een fles petroleum zit 32 MJ Anders gezegd 32 MJ/fles Aantal flessen 1 Q in MJ 32 2 64 3 96 4 128

verbrandingswarmte Dit is onhandig omdat je niet weet welke boterham, hoe dik de kaars is enz. Daarom word altijd gesproken over J / hoeveelheid (m³ of kg) van een bepaalde stof.

verbrandingswarmte Verbrandingswarmte (r): De energie die vrijkomt bij een verbranding van één kilogram of één m³ stof. Eenheid J/kg of J/m³

verbrandingswarmte

verbrandingswarmte J/kg is een verhoudingsgetal 50 J/kg m in kg 1 2 3 4 5 Q in J 50 100 150 200 300

Warmte energie Bereken je door: Warmte energie Q in Joule J Verbrandingswarmte 𝑟 𝑉 in J / m³ Volume V in m³ Of Verbrandingswarmte 𝑟 𝑚 in J / kg massa m in kg Bereken je door: Q = Verbrandings warmte ( 𝑟 𝑉 ) x Volume (V) Q = 𝑟 𝑉 x V Q = Verbrandings warmte ( 𝑟 𝑚 ) x massa (m) Q = 𝑟 𝑚 x m

verbrandingswarmte Q = ? r = 32 MJ/L V= 4L Q = r x V Q = 32 MJ/L x 4 L De Energie = verbrandingswarmte x hoeveelheid 𝑄=𝑟 ×𝑉 Daarom zeggen we per liter of per m³ of per kg 𝑄=32 𝑀𝐽/𝐿 ×𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝐿 𝑄=32 𝑀𝐽/ 𝑑𝑚 3 ×𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑚 3 Vier flessen = 4L Een fles 32 MJ/L Q = ? r = 32 MJ/L V= 4L Q = r x V Q = 32 MJ/L x 4 L Q = 128 MJ

Warmte energie Janneke is aan het koken op de camping met butagas. Ze merkt dat de aardappels veel sneller klaar zijn dan thuis. Hoe kan je dat verklaren? Er zit meer energie in butagas dan aardgas waardoor het water sneller kookt

Warmte energie Bereken de hoeveelheid warmte energie bij a) het verbranden van 3 dm³ aardgas. b) het verbranden van 3 dm³ butagas

Warmte energie Aardgas Q = ? Verbr. Warmte = 32× 10 3 𝐽 𝑐𝑚 3 = 32× 10 6 𝐽 𝑑𝑚 3 V = 3 𝑑𝑚 3 Q = Verb warmte x V Q = 32× 10 6 𝐽 𝑑𝑚 3 × 3 𝑑𝑚 3 Q = 96× 10 6 𝐽

Warmte energie Butagas Q = ? rv = 110× 10 3 𝐽 𝑐𝑚 3 = 110× 10 6 𝐽 𝑑𝑚 3 V = 3 𝑑𝑚 3 Q = rv x V Q = 110× 10 6 𝐽 𝑑𝑚 3 × 3 𝑑𝑚 3 Q = 330× 10 6 𝐽

Warmte energie Butagas 𝑄 𝑎𝑎𝑟𝑑𝑔𝑎𝑠 =96× 10 6 𝐽 𝑄 𝑏𝑢𝑡𝑎𝑔𝑎𝑠 = 330× 10 6 𝐽