Een Limburger koopt een bril
Er komt een Limburger een brillenwinkel binnen. De Limburger zegt tegen de verkoper: "Dag meneer, ich spaar brillen. Heef u nog wat bezoonders?" Er komt een Limburger een brillenwinkel binnen. De Limburger zegt tegen de verkoper: "Dag meneer, ich spaar brillen. Heef u nog wat bezoonders?"
"Jazeker," zegt de verkoper, en geeft de Limburger een bril. De Limburger zet de bril op en kijkt de verkoper meteen dwars door zijn "Jazeker," zegt de verkoper, en geeft de Limburger een bril. De Limburger zet de bril op en kijkt de verkoper meteen dwars door zijn kleren heen: hij ziet de verkoper spiernaakt. kleren heen: hij ziet de verkoper spiernaakt.
"Da is fantaastisch," zegt de Limburger, "Hoeveel moet die bril koasten?" Driehonderd euro". Zegt de verkoper. "Pak maar in", zegt de Limburger. De Limburger loopt naar buiten en zet de bril op. Er lopen twee vrouwtjes met boodschappentassen voorbij. Hij ziet ze spiernaakt. "Da is fantaastisch," zegt de Limburger, "Hoeveel moet die bril koasten?" Driehonderd euro". Zegt de verkoper. "Pak maar in", zegt de Limburger. De Limburger loopt naar buiten en zet de bril op. Er lopen twee vrouwtjes met boodschappentassen voorbij. Hij ziet ze spiernaakt.
De Limburger gaat met de bus: iedereen bloot.De Limburger loopt wel drie keer de bus op en neer. De Limburger gaat met de bus: iedereen bloot.De Limburger loopt wel drie keer de bus op en neer. Komt de Limburger thuis…… Komt de Limburger thuis……
Ziet hij zijn vrouw en de buurman spiernaakt op de bank zitten. Ziet hij zijn vrouw en de buurman spiernaakt op de bank zitten. Hij zet de bril af : zitten zijn vrouw en de buurman nog steeds spiernaakt. Hij zet de bril af : zitten zijn vrouw en de buurman nog steeds spiernaakt.
"Ich heb weer wat gekooch," zegt de Limburger, "ich heb het tien minuten en 't is al kepooot." "ich heb het tien minuten en 't is al kepooot."