Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 7
Depressies Westenwinden Passaten Westenwinden Depressies
Weer en klimaat Het weer is: de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Het klimaat is: het gemiddelde weer over 30 jaar berekend.
Klimaatzones Mondiale luchtcirculatie: uitwisseling van lucht en warmte De mondiale zee- en oceaanstromen: transport van water en warmte Leidt tot bepaalde verdeling van temperatuur en neerslag Op basis daarvan: klimaatzones
Mondiale klimaatgebieden volgens Köppen
Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones
Verstoring klimaatgebieden 1. Invloed van de zee Gebieden dichtbij zee hebben vaak veel zee-invloed. Zeewind brengt verkoeling in de zomer en verwarming in de winter. Verder landinwaarts is de zee-invloed minder te merken.
zomer zeewind 28 0C 21 0C land zee 21 0C zeeklimaat landklimaat
winter 10 0C zeewind 3 0C zee 10 0C land
winter zeewind 10 0C 3 0C land zee 10 0C landklimaat zeeklimaat
2.Lij-loefzijde Bergen houden wind tegen. Aan de loefzijde valt de meeste regen. Aan de lijzijde valt weinig neerslag.
zomer zee lijzijde loefzijde stuwingsneerslag zeewind zeeklimaat landklimaat
3.Moesson Halfjaarlijkse land- of zeewind die lange tijd een constante richting aanhoudt. - moesson over zeeveel neerslagnatte moesson - moesson over landweinig neerslagdroge moesson
Klimaat in het geologische verleden Afwisseling van interglacialen (warm) en glacialen (koud) Oorzaken? - verschuiving continenten - vulkaanuitbarstingen - meteorietinslagen - baan van de aarde rond de zon en stand van de aarde ten opzichte van de zon