Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg in België. Stand van zaken voorzieningen en betaalbaarheid Onderzoek in opdracht van de FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Prof. dr. Jozef Pacolet Hoger instituut voor de arbeid, Katholieke Universiteit Leuven USA – BE: Same Problems, Different Solutions Symposium USA Ambassade – FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – DG1 Brussel, Hotel Président, 22 maart 2006
Deel I: Vergrijzing en zorgvoorzieningen: een rijk geschakeerd palet Aanbod van zorgvoorzieningen Informele zorg Professionele zorg en werkgelegenheid Private – publieke mix Deel II: Vergrijzing en macro-economische betaalbaarheid Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Macro-economische inschatting kosten zorgsector Decompositie van de zorguitgaven en toekomstverkenning Belangrijke conclusie voor België uit de discussie in het buitenland
Vergrijzing en zorgvoorzieningen: een rijk geschakeerd palet
Absoluut aantal 65+-ers in 1970-2005 en 2006-2050 Aantal ouderen (x 1 000) 3000 2 899 324 Aantal 65-74-jarigen Aantal 75-84-jarigen Aantal 85+-ers 2500 Totaal aantal 2000 1 803 296 1500 1 295 705 1 214 883 946 362 1000 851 920 1 039 424 672 055 645 017 500 372 245 184 879 71 540 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
Procentueel aandeel 65+-ers t.o.v. totale bevolking in 1970-2005 en 2006-2050 % aandeel ouderen t.o.v. totale bevolking 30 % aandeel +65-jarigen % aandeel +75-jarigen 26,47 % aandeel +85-jarigen 25 20 17,30 15,38 15 13,43 10 8,22 5,89 4,60 5 1,77 0,74 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
Levensverwachting voor mannen en vrouwen op de leeftijd van 0 jaar en 65 jaar, in België in 2001 Levensverwachting in jaren DFLE MDLE SDLE 81,67 0 jaar Vrouwen 66,14 7,81 7,72 Mannen 62,82 6,62 5,98 75,42 65 jaar 20,23 Vrouwen 11,16 3,74 5,33 Mannen 9,67 3,01 3,55 16,23 20 40 60 80 100
Evolutie van de lichamelijke invaliditeitsgraad onder 65-plussers in de periode 1966-2001 (in %) 100 Valide Semi-valide Invalide 90 83 84 80 75 76 70 60 50 40 30 20 16 16 13 11 9 8 10 4 5 1966 1974 1985 2001
2. Aanbod van zorgvoorzieningen België heeft een geavanceerd palet van zorgvoorzieningen voor ouderen Op het vlak van beschikbaarheid is men eerder institutioneel georiënteerd, Wallonië en Brussel respectievelijk 25 % en 20 % meer in vergelijking met Vlaanderen Thuiszorg in Wallonië en Brussel zeker onderontwikkeld Ook vergoede informele zorg is aan de orde en diverse vormen van zorgverloven Kwaliteitsbeleid van recente datum: nood aan opwaardering infrastructuur Toegankelijkheid is nog onvoldoende, ondanks MAF Betaalbaarheid van institutionele zorg blijft punt van zorg
Afhankelijke personen per leeftijd, verschillende landen % 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 90+ 90+ 90+ 90+ 90+ 90+ 90+ 90+ 60-70 70-80 80-90 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85 85-90 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85 85-90 65-75 75-80 80-85 85-90 65-70 70-75 75-80 80-85 85-90 65-75 75-80 80-85 85-90 65-75 75-80 80-85 85-90 90+ 65-75 75-80 80-85 85-90 65-75 75-80 80-85 85-90 F NL A S UK Vl. Gewest Br. Gewest Wl. Gewest België
Internationale situering 2 4 6 8 10 12 14 Denemarken Noorwegen (Semi-) Residentiële voorzieningen Thuiszorgdienst Oostenrijk Duitsland Luxemburg België Finland Ierland Frankrijk Verenigd Koninkrijk Brussel Aantal plaatsen per 100/65+ Aantal personeelsleden per 100/65+ Wallonië Vlaanderen Nederland Zweden Spanje Griekenland Italië Portugal Cijfers voor Denemarken niet vergelijkbaar (thuiszorg omvat personeel in residentiële diensten en residentiële voorzieningen omvatten bejaardenwoningen) (1) (2) Geen informatie over personeel in thuiszorg beschikbaar Beveridge georiënteerde verzorgingsstaten in Skandinavië Beveridge georiënteerde verzorgingsstaat Bismarck georiënteerde verzorgingsstaat Bismarck georiënteerde verzorgingsstaat in de Middellandse Zeelanden
Internationale vergelijking: relatief aandeel publieke financiering in % totaal ROB RVT Gezinszorg Thuisverpleging 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Oos Bel Den Spa Fin Ier Lux Ned Zwe VK
% publieke uitgaven in de totale LTC uitgaven De private-publieke financieringsmix in de gezondheidszorg en de ‘LTC- langdurige zorg’ 100 Aandeel publieke financiering voor LTC groter dan aandeel publieke financiering gezondheidszorg Nederland Zweden 90 Canada Canada Japan Japan Ierland 80 Duitsland VK Australië 70 % publieke uitgaven in de totale LTC uitgaven Nieuw Zeeland 60 VS 50 België Aandeel publieke financiering voor LTC kleiner dan aandeel publieke financiering gezondheidszorg Zwitserland 40 30 45 Spanje 20 30 40 50 60 70 80 90 100 20 % publieke uitgaven in de totale uitgaven voor gezondheidszorg
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
Home care Total time of care (in minutes / week) Control group in minutes per week Group with dementia 2500 2000 1500 1000 500 Professional care Informal care
Nursing & geriatric help Residential care Total time of care (in minutes / week) Control group in minutes per week Group with dementia 600 500 400 300 200 100 Nursing & geriatric help Hotel cost Physiotherapy General Practitioner
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
3. Informele zorg Informele zorg is er of is er niet en kan niet uit het niets gecreëerd worden Is omvangrijk: meer dan een 40-urenweek versus 8-uren dag Voor demente personen is de zorginzet nog groter Steeds meer samen oud wordende partners doen de beschikbaarheid toenemen Ook de zelfredzaamheid neemt toe, wat vaak de tweede lijn in de mantelzorg van kinderen en schoonkinderen vrijmaakt Informele zorg is complementair met formele zorg
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
Expansie zorgsector eerder volume-effect dan prijseffect Evolutie in toegevoegde waarde, werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit van de sector gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, 1975-2008 % aandeel van gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 12 11,5 Procentueel aandeel in totale toegevoegde waarde tegen lopende prijzen 11 Procentueel aandeel in totale binnenlandse werkgelegenheid 10,5 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2008
4. Professionele zorg Er is een groeiende ongerustheid over personeelsschaarste door stijgende vraag en krimpend aanbod door veroudering beroepsgroep en vermeende tanende interesse Redenen tot dedramatiseren zijn dat het nog een relatief jonge sector is, de interesse is in werkelijkheid hoog en men blijft trouw aan beroep Deze trends moeten echter wel, ook door beleid, ondersteund worden: een dialoog onderwijswereld, sector en overheid is permanent nodig Uitdaging van jobcreatie is voor komende twintig jaar vergelijkbaar met wat de voorbije kwarteeuw werd gerealiseerd (3,5 % extra tewerkstelling) Vraagzijde moet debat voeren over kwalificatiemix, aandacht voor geriatrie Er is een groeiend besef dat deze sector nodig is om ooit terug volledige tewerkstelling te bereiken, en dat hij ook bijdraagt tot economische groei; de jobs zijn van hoogwaardige kwaliteit. Zorgsector is in het verleden eerder door volume-effect dan door prijseffect gekenmerkt. In internationaal perspectief situeert België zich bij de landen met een redelijk hoge densiteit; voor zelfstandigen is zij de koploper; in VTE omgerekend evenaart de jobcreatie deze van de buurlanden
Densiteit vergelijkbaar met buurlanden Gesalarieerde en zelfstandige tewerkstelling per 1000 inwoners in de sectoren gezondheid en welzijn in de verschillende Europese landen, VTE, 2003 80 Gesalarieerde tewerkstelling Zelfstandige tewerkstelling 60 40 20 dk se fi uk nl be fr de at ie lu pt es it gr cz mt lv sk lt hu si ee pl cy no is ch bg ro
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
5. Private-publieke mix Onderscheid te maken tussen financiering en organisatievorm Gezondheidssector sterk privé initiatief van vrije beroepen (33% zelfstandigen) Private non profit en publieke non profit evolueren gelijk Privatisering financiering via remgelden in gezondheidszorg is nog beperkt (0,53% BBP), en wordt verder geremedieerd door maximumfactuur (0,08% BBP) Eigen bijdrage is evenwel aanzienlijk in residentiële ouderenzorg (0,61% BBP), dit in tegenstelling tot het buitenland: de dagprijs voor de rusthuissector, 1 % van de bevolking, is groter dan alle remgelden in rest van de gezondheidssector Aanvullende private verzekeringen hebben een groeiend marktbereik, maar in volume is hun omvang nog beperkt (0,46% BBP, met inbegrip van aanvullende verzekering kleine risico’s die er uit zullen verdwijnen vanaf 2006)
Vergrijzing en macro-economische betaalbaarheid van de gezondheidszorg en ouderenzorg: de ‘hoorn des overvloeds’?
6. Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Vooral in Bismarck-georiënteerde verzorgingsstaten is er een expliciete verzekering voor de langdurige zorg België heeft een gemengd systeem, deels expliciet, deels impliciet, dat evenwel nog onaf is Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd (thans 140 000 personen in Vlaanderen en Brussel) In de Franse Gemeenschap blijft de keuze op federaal vlak gesitueerd
6. Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Vooral in Bismarck-georiënteerde verzorgingsstaten is er een expliciete verzekering voor de langdurige zorg België heeft een gemengd systeem, deels expliciet, deels impliciet, dat evenwel nog onaf is Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd (thans 140 000 personen in Vlaanderen en Brussel) In de Franse Gemeenschap blijft de keuze op federaal vlak gesitueerd
6. Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Vooral in Bismarck-georiënteerde verzorgingsstaten is er een expliciete verzekering voor de langdurige zorg België heeft een gemengd systeem, deels expliciet, deels impliciet, dat evenwel nog onaf is Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd (thans 140 000 personen in Vlaanderen en Brussel) In de Franse Gemeenschap blijft de keuze op federaal vlak gesitueerd
Totale uitgaven aan ouderenzorg van RIZIV en Gemeenschappen, in miljoen euro Zorgverzekering uitgaven Zorgverzekering uitgaven Zorgverzekering fondsvorming Zorgverzekering fondsvorming Hulp aan bejaarden Hulp aan bejaarden Bejaardenzorg Bejaardenzorg Gezinsaangelegenheden Gezinsaangelegenheden VIPA rustoorden VIPA rustoorden Verpleegkundige zorgen in ROB Verpleegkundige zorgen in ROB Andere verstrekkingen: RVT Andere verstrekkingen: RVT Verpleegkundige thuiszorgen Verpleegkundige thuiszorgen Miljoen euro Miljoen euro 3000 3000 2800 2800 2600 2600 2400 2400 2200 2200 2000 2000 1800 1800 1600 1600 1400 1400 1200 1200 1000 1000 800 800 600 600 400 400 200 200 1994 1994 1995 1995 1996 1996 1997 1997 1998 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2002 2002 2003 2003 2004 2004
6. Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Vooral in Bismarck-georiënteerde verzorgingsstaten is er een expliciete verzekering voor de langdurige zorg België heeft een gemengd systeem, deels expliciet, deels impliciet, dat evenwel nog onaf is Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd (thans 140 000 personen in Vlaanderen en Brussel) In de Franse Gemeenschap blijft de keuze op federaal vlak gesitueerd
Cliënten residentiële zorg, thuiszorg en zorgverzekering: het mirakel van de zorgverzekering in Vlaanderen x 1 000 140 120 100 80 60 40 deel C 65+ deel B 65+ 20 A C O O Service flats ROB RVT Gezinszorg Thuisverpleg. Thuis Inst. Thuis Inst. Zorgverzekering Zorgverzekering 2002 2003
6. Nood aan een impliciete of expliciete zorgverzekering Vooral in Bismarck-georiënteerde verzorgingsstaten is er een expliciete verzekering voor de langdurige zorg België heeft een gemengd systeem, deels expliciet, deels impliciet, dat evenwel nog onaf is Het RIZIV heeft de jongste tien jaar een groeiend aandeel van de kost voor langdurige zorg opgenomen (+0,30 % BBP); samen met de hulp aan bejaarden (+0,07% BBP), en de maximum-factuur (+ 0,08% BBP) spreken wij van ‘de stille kracht’ van een impliciete zorgverzekering op federaal vlak (samen goed voor ongeveer 0,80% BBP in 2003) Maar ook de Vlaamse Zorgverzekering (ook 0,07% BBP) heeft, met beperkte bijdragen van de burger, toch ook op korte termijn een significant en ruim bereik gerealiseerd (thans 140 000 personen in Vlaanderen en Brussel) In de Franse Gemeenschap blijft de keuze op federaal vlak gesitueerd
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
Publieke en private uitgaven LTC en gezondheidszorg, België en Nederlandstalige/Franse Gemeenschap Publieke uitgaven Privé-uitgaven LTC gehandicapten Extra private uitgaven: aanvullende private verzekering Overige gezondheidszorguitgaven Extra private uitgaven: out-of-pocket LTC ouderen (instellingen + thuis) Overige gezondheidszorg remgelden in % BBP LTC ouderen (instellingen + thuis) 10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 Vl Wa Be Vl Wa Be Vl Wa Be Vl Wa Be 1998 1999 2000 2001
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
7. Macro-economische inschatting van de kost Wij brachten de private en publiek uitgaven voor gezondheidszorg in beeld voor België en de Gemeenschappen Totale uitgaven voor zorg voor 2001 (jaar met meest volledige informatie) iets meer dan 9% voor België, bijna 10 % voor de Franstalige Gemeenschap, iets lager dan 9 % voor de Vlaamse Gemeenschap De private uitgaven beginnen te tenderen naar de helft van de publieke uitgaven of 1/3 van de totale uitgaven 5,5 % BBP publieke uitgaven voor gezondheid, 1 % voor LTC ouderenzorg en 0,5 voor personen met een handicap Met 1,5% BBP komt publieke uitgaven LTC in buurt betere OESO-landen Zowel totale als publieke uitgaven voor zorg zijn niet exuberant: België situeert zich in de middenmaat
Totale uitgaven gezondheidszorg, % van BBP, 2002 16 14 12 10 8 6 4 2 D F EL P S B NL DK I A UK E IRL FIN L HU CZ PL SK US CH IS CA AU NO NZ JP TR MX KR
Publieke uitgaven gezondheidszorg, % van BBP, 2002 16 14 12 10 8 6 4 2 D S F DK B P I UK IRL NL FIN E A L EL CZ HU SK PL IS NO CA NZ US CH JP AU TR KR MX
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
ZIV-uitgaven per capita per leeftijdsgroep in euro, per geslacht, 2000 x 1 000 (in euro) 10 Totaal 9 Vrouw Man 8 7 6 5 4 3 2 1 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Leeftijd
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
Totale ZIV-uitgaven per leeftijdsgroep in euro, België, 2000-2020-2050: drie generaties verzorgd Miljoen euro 440 420 2050 400 2020 380 2000 360 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 latere front end 40 echo-baby- baby- baby- 20 boomers boomers boomers 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Leeftijd
Totale ZIV-uitgaven per leeftijdsgroep in euro, België, 2000-2020-2050: drie generaties verzorgd Miljoen euro 440 420 2050 400 2020 380 2000 360 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 latere front end 40 echo-baby- baby- baby- 20 boomers boomers boomers 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Leeftijd
Totale ZIV-uitgaven per leeftijdsgroep in euro, België, 2000-2020-2050: drie generaties verzorgd Miljoen euro 440 420 2050 400 2020 380 2000 360 340 320 front end baby- 300 boomers 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 latere 40 echo-baby- baby- 20 boomers boomers 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Leeftijd
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning Profiel kosten gezondheidszorg en ouderenzorg is bepaald door leeftijd, dus vergrijzing: kosten 90-100 jarigen 10 tot 20-voud kosten jongere groepen Niveau en evolutie van de zorgkost is maar beperkt beïnvloed door vergrijzing: het is het resultaat van economische, (zorg-)technische en maatschappelijke vooruitgang Aandeel in gezondheidszorguitgaven voor 65+er evolueerde van 35% in jaren ’80 naar 65% in 2050 Maar is geen redenen voor intergenerationele conflicten: komende 50 jaar zullen drie opeenvolgende generaties genieten van het stelsel De zorgsector zal een steeds groter beslag leggen op onze welvaart Vooruitberekeningen Commissie Vergrijzing schatten kost laag in (impact vergrijzing en trendvolgerschap reëel BBP), maar kan toch realistisch zijn omdat er tal van scenario’s denkbaar zijn die lager uitkomen Verder extrapolatie van hun hypothesen laten totale zorguitgaven als % van BBP tegen 2050 groeien tot 20 % BBP, de publieke uitgaven zouden 13% BBP bereiken
Projectie publieke en totale bestedingen België, als % BBP Aandeel bestedingen/capita in totaal BBP/capita door demografie en trend 2001-2050, verhoogd met factor 1,46 Aandeel bestedingen/capita in totaal BBP/capita door trend BBP/capita en demografie 2001-2050 19 Aandeel bestedingen/capita in totaal BBP/capita door demografie 2001-2050 18 Aandeel bestedingen/capita in totaal BBP/capita door demografie en trend 2001-2050 17 Aandeel overheidsbesteding verstrekkingen/capita in totaal BBP/capita 1970-2001 16 Aandeel totale bestedingen/capita in totaal BBP/capita 1970-2001 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
8. Decompositie zorgkost en toekomstverkenning (vervolg) Dit zou een verviervoudiging in reële termen impliceren (totale uitgaven: van 2800 naar 11600 euro per capita per jaar, publieke uitgaven van 1900 naar 8000) Maar er blijft een ‘hoorn des overvloeds’ over: de rest van het besteedbaar inkomen zou stijgen van 24 200 naar 50 200 euro
‘De hoorn des overvloeds’ : evolutie BBP/capita en totale bestedingen en Overheidsbesteding/capita in euro 1970-2050, België In 1 000 euro (constante prijzen 2004) 70 68 BBP/capita 66 64 Overheidsbesteding verstrekkingen/capita 62 Totale bestedingen/capita 60 58 Evolutie ZIV-uitgaven/capita demografie 56 54 Evolutie ZIV-uitgaven/capita demografie + trend 52 Evolutie ZIV-uitgaven/capita trend volgend van BBP/capita 50 48 Evolutie ZIV-uitgaven/capita demografie + trend, verhoogd met factor 1,46 46 44 42 40 38 36 34 32 30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
Belangrijke conclusie voor België uit de discussie in het buitenland Vooruitgang in de zorg is slechts mogelijk, soms na crisis of een langdurig debat, indien er meer middelen beschikbaar worden gesteld, en vooreerst geïnd.