De betaalbaarheid van de (eerstelijns) medische zorg Prof Diana De Graeve Departement algemene economie en centrum sociaal beleid – Universiteit Antwerpen 17 maart 2012 Toegankelijke medische zorg in Antwerpen Samen op zoek naar werkbare oplossingen
De betaalbaarheid van de (eerstelijns) medische zorg INHOUD Eigen bijdragen Consumptie Tevredenheid van de gebruikers
Uitgaven gezondheidszorg België, 2009, volgens financier Totale uitgaven bijna 37 miljard Euro Bron: Assuralia, 2011
Percentage gezinnen met catastrofale uitgaven vs aandeel eigen bijdragen in totale gezondheidszorguitgaven Als eigen bijdragen ≤ 15% van de totale gezondheidszorguitgaven hebben weinig gezinnen catastrofale betalingen % van geziinnen met catastrofale uitgaven (logaritme) WHO has proposed that health expenditure be viewed as catastrophic whenever it is greater than or equal to 40% of a household's non-subsistence income, i.e. income available after basic needs have been met. Source: Xu K, Evans D, Carrin G, and Aguilar A (2005) Eigen bijdragen in gezondheidszorguitgaven % (logaritme)
Sociale Beschermingsmaatregelen Voorkeurregeling; OMNIO: kwetsbare groepen betalen lagere remgeldpercentages Derdebetalersregeling: verzekeringstege-moetkoming wordt rechtstreeks vereffend met de verzekering Maximum Factuur (MAF): jaarlijks plafond op remgelden Op niveau van het gezin niet volledig (supplementen + sommige remgelden worden niet in rekening genomen) Verschillende plafonds Beschermende regelgeving m.b.t. supplementen Voorkeurregeling op basis van jaarlijks bruto belastbaar inkomen: 15.986,16 op 01/01/2012 (+ 3.018,74 voor persoon ten laste); gestegen tot 16.306,33 op 01/02/2012 (nl indexatie overschrijding spilindex), Maximumfactuur op netto belastbaar inkomen
Remgeldplafonds MAF als een percentage van het netto belastbaar inkomen voor alle inkomensgroepen (2012)
MAF als beschermingsmechanisme: in € 2004 -200 € Dit is figuur 2 op p.54 Huishoudniveau!! -50 €
MAF als beschermingsmechanisme : armoede incidentie (2004) % gezinnen 40% 50% 60% % gezinnen met NBI onder armoedegrens (1) 10.67% 14.49% 20.93% % gezinnen met (inkomen – eigen bijdragen voor MAF) onder armoedegrens (2) 11.38% 15.79% 22.43% (2) – (1) 0.71% 1.31% 1.50% % gezinnen met (inkomen – eigen bijdragen na sociale en fiscale MAF) onder armoedegrens (4) 11.25% 15.60% 22.13% (2) – (4) 0.12% 0.20% 0.30% Ik heb aangepast in 0,2% (stond 20%; dat is ook wat er in ons rapport staat. Moet toch 0.2% zijn (nl van 15,79 naar 15,60 households are defined as poor if their equivalized net taxable income is less than (respectively) 40%, 50%, and 60% of the median equivalized net taxable income. ongeveer 0,20% van gezinnen belanden niet in armoede dankzij de MAF bron: Schokkaert et al, 2008
Remgelden: groei 1996-2010 (vergelijking met groei RIZIV-uitgaven) Bron: RIZIV, jaarverslagen
Eigen bijdragen als percentage van het inkomen voor verschillende inkomensgroepen (2004) Bron: Schokkaert et al, 2008 Op basis van een steekproef van 300 000 individuen en hun gezinsleden (2004); Koppeling IMA-gegevens met fiscale data Analyse op niveau van sociologisch gezin
Vergelijking van eigen bijdragen voor 1 en 10 Huisartsconsultaties en 1 en 5 consultaties bij de specialist(€ ppp) Source: Reibling 2011
Extra gezondheidszorgkosten betaald door chronisch zieke hartpatiënten in vergelijking met gezonde mensen met hetzelfde inkomen Houkes et al, 2008
De betaalbaarheid van de (eerstelijns) medische zorg INHOUD Eigen bijdragen Consumptie Tevredenheid van de gebruikers
2.Consumptie van gezondheidszorg Voor gezondheidszorgconsumptie wordt als doelstelling naar voren geschoven dat er een gelijke behandeling zou zijn bij gelijke behoefte/nood, ongeacht inkomen, geslacht, etc. Meten van horizontale ongelijkheid en onbillijkheid in gezondheidszorggebruik
Meten van ongelijkheid in consumptie Concentratiecurve L(s) ligt boven de diagonaal wanneer gebruik meer geconcentreerd is bij de armeren Concentratie index C is gebaseerd op de oppervlakte tussen de concentratiecurve en de diagonaal C>0 bij ongelijkheid “ten voordele v/de rijken” , C<0 als ten voordele van armen 7
Socio-economische ongelijkheid in gezondheid Bron: Van Oyen, Debooseren Lorant, Charafeddine, 2011
Identificeren van onbillijkheid in de consumptie van zorg Om billijkheid in de verdeling te evalueren: Vergelijk de werkelijke verdeling van zorg (in functie van inkomen) met de verdeling van behoefte (nood aan zorg) Here we use ‘income’ as a short-hand for a measure of living standards. There will typically be inequality in the utilization of health care in relation to socioeconomic characteristics, such as income. Typically, in high-income countries poorer individuals consume more health care resources as a result of their lower health status and so greater need for health care. Obviously, such inequality in health care use cannot be interpreted as inequity. In low-income countries, the lack of health insurance and purchasing power among the poor typically mean that their utilization of health care is less than that of the better-off despite their greater need (Gwatkin et al. 2003; O’Donnell et al. forthcoming). In this case, the inequality in health care use does not fully reflect the inequity. The measurement of horizontal inequity in health care use can proceed in much the same way as the standardization methods covered in lecture 5. For example, one seeks to establish whether there is differential utilization of health care by income after standardizing for differences in the need for health care in relation to income. In empirical analyses, expected utilization, given characteristics such as age, gender, and measures of health status, is used as a proxy for “need.” Complications to the regression method of standardization arise because measures of health care utilization typically are nonnegative integer counts (e.g., numbers of visits, hospital days, etc.) with very skewed distributions. As discussed in lecture 11, nonlinear methods of estimation are then appropriate. But the standardization methods presented in lecture 5 do not immediately carry over to nonlinear models. They can be rescued only if relationships can be represented linearly. In this lecture, we therefore concentrate on standardization in nonlinear settings.
Meten van onbillijkheid in consumptie L*(s) is de concentratiecurve die men zou verwachten op basis van behoefte Index van horiontale onbillijkheid HI= C- C* HI>0 als pro-rijke onbillijkheid en HI<0 als pro-arm So-called indirect standardisation Here there is inequity favoring the rich; in the beginning of the distribution, we can see that the cumulative percentage of consumption is less than what is needed. So HI>0. 7
Ongelijkheid en onbillijkheid in huisarts-consultaties, diverse landen (ECHP, ‘96) Van doorslaer, Koolman and Jones, 2004
Ongelijkheid en onbillijkheid in consultaties bij specialist, diverse landen (ECHP, ‘96) Van doorslaer, Koolman and Jones, 2004
De betaalbaarheid van de (eerstelijns) medische zorg INHOUD Eigen bijdragen Consumptie Tevredenheid van de gebruikers
Subjectieve tevredenheid over de beschikbaarheid – eurobarometer 2008 % goed
Subjectieve tevredenheid over de betaalbaarheid – eurobarometer 2008 % niet betaalbaar
% van de bevolking met unmet need gedurende de laatste 12 maanden (EU SILC 2004) Other = Source: Koolman, 2007
Concentratie indices van unmet need naargelang inkomen na correctie voor gezondheid Unmet need has a strong association with income (and health) whereby people who report unmet need tend to be in worse health and with lower income. (as signalled by a negative concentration index), After adjusting for health (which tends to be worse among those with lower income), the relationship with income persists in all countries except in Luxembourg, Norway and Spain. Source: Koolman, 2007, Masseria, 2009
Conclusies (1) Eigen bijdragen (remgelden) zijn relatief hoog in België in vergelijking met andere ontwikkelde landen. Het beleid is echter gevoelig voor het toegankelijkheidsvraagstuk en neemt (in toenemende mate) sociale beschermings-maatregelen. Een grote meerderheid van de bevolking is tevreden over toegankelijkheid en betaalbaarheid.
Conclusies (2) Relatief gezien hebben zwakkere socio-economische groepen het moeilijker. Ze besteden een groter deel van hun inkomen aan medische zorg. Ze hebben relatief gezien meer unmet need. Toegankelijkheid van zorg moet dan ook blijvend bewaakt worden.