Waar plaats je deze fasen van het ontwerpproces in het vliegermodel?
Probleemformulering divergeren Prepared mind convergeren
Reflectie (2c en 3c) Bewaar alles (aantekeningen schetsen, kassabonnetjes) In welk van de 4 fasen van het ontwerpproces horen ze thuis
voetbal
Dummies Heeft iedereen er een? Is er in gewerkt? Vorm groepjes van 4 . Bekijk elkaars dummie en licht waar nodig toe. Nomineer 1 van de dummies. Die bekijken we met z’n allen.
Boodschappen doen Verzamel 10 producten in je mandje die een door jou gekozen aspect gemeenschappelijk hebben (zoals kleur – vorm – grootte – verpakking – voedsel dat je nog nooit gegeten hebt – dingen die je niet begrijpt – voedsel dat plat is etc. etc.). Je hoeft ze niet te kopen – tenzij je dat zelf wilt. Documenteer ze op de een of andere manier in je dummy en schrijf er een commentaar bij. Consumeren Leg alles wat je in één dag eet en gebruikt (inkt, gas, zeep) vast in kleine tekeningetjes (met balpen). Schrijf bij elk tekeningetje een korte toelichting en maak er samen 2 mooie pagina’s van.
Picto
Opdracht 2a vooronderzoek Leg de meegebrachte pictogrammen op tafel. Loop langs de tafels om te zien wat anderen hebben meegebracht
Opdracht 2a vooronderzoek Werk in duo’s kies van alle beschikbare pictogrammen een reeks van 5 verschillende pictogrammen. Leg deze op volgorde van de mate van reductie van de werkelijkheid. Maak een foto van het resultaat. Beschrijf waarom je deze volgorde kiest.
Opdracht 2a vooronderzoek 2. Kies een nieuwe reeks van 5 pictogrammen. Leg deze op volgorde op grond van de communicatieve waarde. Met andere woorden, de mate van begrijpbaarheid. Leg opnieuw vast op foto. Beschrijf waarom je deze volgorde kiest
Opdracht 2 vooronderzoek 3. Kies een nieuwe reeks van 5 pictogrammen. Leg deze op volgorde op grond van de mate waarin het begrijpbaar is voor iedereen of voor een bepaalde doelgroep. Leg ook deze reeks vast op foto en beschrijf het waarom van je volgorde.
Kies 1 pictogram en analyseer dit op grond van reductie van de werkelijkheid Op welke wijze is de werkelijkheid gereduceerd (geabstraheerd). Wat is er weggelaten (of toegevoegd) en waarom? Welke informatie wordt visueel overgedragen. Verklaar waarom (wat wordt er noodzakelijkerwijs weergegeven?). Is het pictogram begrijpbaar voor iedereen of alleen voor een bepaalde doelgroep? Waarom? Kies 1 pictogram en analyseer dit op grond van het beeldaspect kleur. Van welke kleur(en) is er gebruik gemaakt? Ondersteunt het gebruik van kleur de communicatie? Kies 1 pictogram en analyseer dit op grond van het gebruik van ruimte. Is er sprake van suggestie van een 3-dimensionale ruimte? Waaraan kun je dit zien? Kies 1 pictogram en analyseer dit op grond van het aspect tijd speelt tijd een rol in de communicatie? Kies 1 pictogram en analyseer dit op grond van de communicatie met betrekking tot de cultuur waarin het gebruikt wordt.