Hoofdstuk 1 van atheneum 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Advertisements

Weer en klimaat in de VS.
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 7
Hoofdstuk 3 Wat een klimaat!
Vervolg op deel 1.
De klimaatklassificatie van Köppen
4 havo, H.2 Tot en met par. 12 af? PO-materiaal inleveren
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Les 5 - Klimaatsysteem van Köppen
Klimatologie: Van Zuylen
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
El Nino.
Het klimaat in ZO-Azië.
Klimaten in Indonesië.
2.2 – Het Middellandse Zeeklimaat
- Passaten en Moesson - Verschillende soorten regen
Land van de moesson Paragraaf 1.
Planning voor vandaag Medelingen: Korte herhaling paragraaf 3.1
Windsystemen Paragraaf 1.
Klimaatsysteem van Köppen
Windsystemen Paragraaf.
Paragraaf 2: Natuurlijke en landschappelijke kenmerken.
Wet van Buys Ballot. 1-Lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. 2-Lucht krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts.
Weer en klimaat Paragraaf 6 en verder.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 1 t/m 4
3.3 verschillen in klimaten
5.3 verschillen in klimaten
HOOFDSTUK 5 NATUURLANDSCHAPPEN
KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 6 t/m 8
Natuurlijk Europa Klimaten.
Het grote windsysteem Moesson.
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §2 en 3
Latijns-Amerika - klimaat
3 havo Köppen en Buys Ballot
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
3 havo Köppen.
Indeling les Uitleg §3: Temperatuurverschillen op aarde.
China.
1 T/H Hoofdstuk 2 Klimaten § 7 - 8
1 T/H Klimaten Hoofdstuk 2 § 2 - 4
Hoofdstuk 9 Weer en klimaat in de Verenigde Staten.
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen.
B37 HET KLIMAATSYSTEEM VAN KÖPPEN.
Hoofdstuk 8 Klimaatverschillen tussen Spanje en Nederland.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
7. Een wereld vol verschillen
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § Weersverschillen in de Verenigde Staten Extreme weersomstandigheden: sneeuwstormen, blizzards orkanen tornado’s.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
WINDEN :PASSAAT EN MOESSON
4 havo 2 Klimaat en landschap § 5-8
Wat een klimaat Hoofdstuk 3.
Regen in de woestijn.
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Klimaten op aarde, heel logisch!
Mondiale lucht- en zeestromen
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Landschapszones en klimaat
Klimaten Natuurlijke zones.
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Klimaten van Europa Klas 2.
PPT A5 086 Lucht als energietransporteur/3.3 hogedruk/lagedruk
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Köppen klimaat systeem
Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 1 van atheneum 4

Broeikaseffect Hoe werkt het natuurlijke broeikaseffect? Waardoor zorgt de mens voor een versterkt broeikaseffect?

Energiebalans Instraling en uitstraling? Welke factoren beïnvloeden deze instraling en uitstraling?

Mars Roodachtig door ijzeroxide Temperaturen tussen -140 en 20 graden Celsius (oa. door seizoenen) Dunne atmosfeer (95% koolstofdioxide)

Mars en zijn atmosfeer

Wind Hoe ontstaat wind?

Mondiale luchtstromen Luchtdruk Hogedrukgebied (maximum) Lagedrukgebied (minimum) Wind

Luchtdruk?

Weerkaart van Europa

Wind Waarom is de wind nooit uitgewaaid ondanks dat de wind van hoge, naar lage drukgebieden waait?

Dit zijn de meest voorkomende minima en maxima, het is niet altijd zo. Depressies Westenwinden Passaten Westenwinden Depressies Dit zijn de meest voorkomende minima en maxima, het is niet altijd zo.

Wet van Buys Ballot Lucht beweegt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied, waarbij met de wind in de rug geldt dat op het noordelijk halfrond de wind een afwijking heeft naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. De aanhoudende zuid-oostenwinden bij de evenaar heten passaten.

Draaiing van de aarde verklaart deze wet Aarde: ronddraaiende bol Snelheid aarde evenaar groter dan Nederland Ook lucht rond de evenaar stroomt sneller! Lucht boven evenaar hogere snelheid dan bij de polen Raakt voor op de lucht op hogere breedtes En andersom!

Zie je een depressie en het equatoriale minimum?

Zeestromen (driften) Aangedreven door de wind Water beweegt vooral horizontaal Golfstroom Zeestromen o.i.v. passaten Westenwinddrift

Warmteopname van de Golfstroom

Zeestromen Driftstromen  aan de oppervlakte  aangedreven door de wind Doordat het water verdampt blijft er meer zout over in zee  het wordt zwaarder en gaat zinken Compensatiestromen  diep in zee  het water stroomt terug om voor het weggestroomde water te compenseren

El Niño (oorzaken) Uitzonderlijk warm water ten westen van de Grote Oceaan Warm water wordt teruggeduwd naar het oosten (bijvoorbeeld door stormen)

El Niño (gevolgen) Minder vis in het oosten van de oceaan Veel wateroverlast ten oosten van de oceaan Droogte ten westen van de oceaan Zelfs in Nederland een nat voorjaar

Verzin een onderschrift

Weer en klimaat Het weer is: de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Het klimaat is: het gemiddelde weer over 30 jaar berekend.

Köppen klimaatsysteem Wladimir Köppen bedacht in 1918 een systeem om klimaten (in het Duits) te classificeren aan de hand van: Temperatuur Neerslag

Mondiale klimaatgebieden volgens Köppen

Köppen klimaatsysteem Eerst een hoofdletter voor de hoofdgroep A = Tropische klimaten B = Droge klimaten C = Zeeklimaten D = Landklimaten E = Koude klimaten

Köppen klimaatsysteem B en E klimaten krijgen een extra hoofdletter: BS = Steppeklimaat (Steppe = steppe) BW = Woestijnklimaat (Wüste = woestijn) ET = Toendraklimaat (Tundra = toendra)  EF = Vorstklimaat (Frost = vorst)

Köppen klimaatsysteem De A, C en D klimaten krijgen een extra kleine letter die de aanwezigheid van een droge periode aangeeft: s = droge zomers (sommertrocken) w = droge winters (wintertrocken) f = geen droge periode (fehlt) m = moesson (monsun)

Basisregels Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer Hoe verder van de kust, hoe groter het verschil tussen de zomer en de wintertemperatuur Hoe verder van de kust, hoe droger Klimaten lopen geleidelijk in elkaar over Hoe hoger, hoe kouder

Controle http://www.weernetwerk.nl/ Klopt het beeld van vandaag met de theorie?

Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones

Klimaatzones Mondiale luchtcirculatie: uitwisseling van lucht en warmte De mondiale zee- en oceaanstromen: transport van water en warmte Leidt tot bepaalde verdeling van temperatuur en neerslag Op basis daarvan: klimaatzones

Overige factoren 1. Reliëf (loef- en lijzijde) Bijvoorbeeld: Sierra Nevada in de VS Loefzijde Lijzijde

2. Moessons = regentijd  door koele zeewind in tropische gebieden gaat het heel hevig regenen

3. Passaten  oostelijke winden rond de evenaar Hierdoor waait warm water in westelijke richting

(herh.)Zeestromen (driften) Aangedreven door de wind Water beweegt vooral horizontaal Golfstroom Zeestromen o.i.v. passaten Westenwinddrift

Klimaat in het geologische verleden Afwisseling van interglacialen (warm) en glacialen (koud) Oorzaken: - verschuiving continenten - vulkaanuitbarstingen of meteorietinslagen - baan van de aarde rond de zon en stand van de aarde ten opzichte van de zon - verandering zeestromen

Energiebalans van de aarde Vooral Instraling met een korte golflengte Vooral uitstraling met een lange golflengte http://www.begeleidzelfstandigleren.com/aardrijkskunde/vijfdes/atmosfeer/2_warmtebalans.html

Landschapszones = fysisch-geografische zones klimaten > natuurlijke vegetatie geografische breedteligging, reliëf en bodem, afstand tot de zee

Warme klimaten

Tropische landschapszone  A Hele jaar > 18 graden Celsius Neerslag: hele jaar door of moesson Tropisch regenwoudklimaat (Af of Am) en savanneklimaat (As of Aw) Natuurlijke vegetatie: tropisch regenwoud, mangrovebos, savanne Zelfvoorzienende landbouw Reliëf: terrasbouw Commerciële landbouw op plantages Veeteelt Bosbouw

Droge klimaten Steppe Woestijn

Aride (droge) landschapszone Temperatuur varieert: dag en breedteligging Steppeklimaat (> 250 mm per jaar)  BS Woestijnklimaat (< 250 mm per jaar)  BW Steppeklimaat: semi-aride Het is er droog: - invloed hogedrukgebied op 30 graden NB/ZB - lijzijde van een gebergte (bijv. Gobi Woestijn) Natuurlijke vegetatie: steppe, woestijn Landgebruik: - woestijn - semi-aride gebieden: nomadische veeteelt - oases: akkerbouw (irrigatie)

Subtropische landschapszone Temperatuur: zomer hoog, winter gematigd Neerslag: vooral in één seizoen Middellandse Zeeklimaat  Cs Natuurlijke vegetatie: mediterrane vegetatie (vaak laag struikgewas) Landgebruik: - mediterrane landbouw - commerciële tuinbouw - irrigatielandbouw

Boreale landschapszone Temperatuur: zomer hoog winter kouder naarmate noordelijker (NH) Neerslag in het hele jaar Landklimaat of continentaal klimaat  Df Natuurlijke vegetatie: naaldwoud Drunken forest Taiga

Gematigde landschapszone Uitzondering op boreale zone Ligging dicht bij zee: gematigde werking Temperatuur zomer lager, winter hoger dan boreale zone Neerslag in alle jaargetijden Gematigd zeeklimaat  Cf Natuurlijke vegetatie: loofwoud Landgebruik: In beide zones wonen veel mensen. Veel veeteelt en akkerbouw (commercieel). Natuurlijke plantengroei grotendeels verdwenen

Zeeklimaat vergeleken met landklimaat

Koude klimaten Toendraklimaat Poolklimaat

Polaire landschapszone Geen echte warme periode Onderscheid tussen: - toendraklimaat  ET - sneeuwklimaat  EF - hooggebergteklimaat  EH Neerslag: vaak hele jaar door in kleine hoeveelheden Natuurlijke vegetatie: toendra of geen Landgebruik: - nomadische veeteelt - visserij en jacht

Oefening baart …

Tekentalent Teken de mondiale luchtcirculatie op het bord. Maak het zo compleet mogelijk.

Verklaarvragen Voorbeeld: Geef een verklaring voor het relatief warme klimaat in West-Europa. Situatiebeschrijving + algemene regel Situatie: De warme golfstroom ten westen van Europa geeft warmte af aan de lucht. Regel: Warme zeestromen hebben invloed op de temperatuur op land, waardoor klimaten veranderen.

Rollen van oceanen Welke verschillende functies hebben oceanen ook alweer (uit de film)?