VISUSSTOORNISSEN : 0 TOT 3 JAAR

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 1 Contact paragraaf 1 Gevoelig
Advertisements

DE VEROUDERING VAN HET VISUEEL SYSTEEM
Spreekbeurt over het Oog
Kind in Ontwikkeling De ontwikkeling van een kind gaat in
1 LICHTRECEPTOREN THEMA
Veilig naar school een zorg voor ons allemaal
Sonja de Groot Paul Bessems Marcel Lamberts Marijn Evers
OFTALMOLOGIE NA DE EASA IMPLEMENTATIE
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Oftalmologie voor AME volgens KB van 22/07/2009
Thema 6: Zintuigen.
Sensorische Informatie Verwerking
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Inhoud Beschrijving artikel Emoties uiten Emoties waarnemen
Gemaakt door: Meltem Duygu Güngör Aya ousij Ilyes Djebbi Ilias Achrabb
Kindercases.
28 januari 2009 Auditieve mogelijkheden en taalontwikkeling bij kinderen met CI op de langere termijn Margreet Langereis Anneke Vermeulen.
Werking van het oog.
Strabisme WJA de Waal.
Onderzoek van het 5de leerjaar
16A Frederike Bierens Tom Custers Patrick de Hoogt Jasper van Miert
Sterkte brillenglazen
Schoolrijpheid Infoavond 2 februari 2012.
Korte Synthese Laleman Angelique.  1. Inleiding  2. Motorische ontwikkeling van kinderen met een gehoorstoornis.  3. Het verband tussen evenwichtsstoornissen.
Klinische ontwikkelingsneuropsychologie
Deel 1: Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?
Motoriek normale ontwikkeling en stoornissen
ASS: wanneer zichtbaar?
CURSUS NEUROBIOFYSICA
VISUEEL SYSTEEM CORTEX
De bevruchting 1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicel
Werking van het menselijk oog
lenzenformule De lenzenformule geeft het verband aan tussen de
Aangeboren gehoorverlies en ontwikkeling
DCD Developmental Coordination Disorder
Basisstof 6: De werking van de ogen
Kijk, dit is staar.
Het zicht.
Narefractie bij contactlensaanpassing. Voorbeeld 1 Bril: Sf +3,00 Lens: Sf +3,00 Narefractie ? plano: parallelle passing +0,25: vlakke passing -0,25:
Vormstabiele lenzen Vormstabiele lenzen (harde lenzen)
Hoe werkt een telescoop?
Voorlichting fysieke belasting
Phelan-McDermid Oudercontactdag
Thema-avond oogcomplicaties Dinsdag 13 oktober 2015
GMFCS Vertaald door Dr. Jan Willem Gorter
VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk November 2015
Doctoraatspresentatie Mieke Dereu – 25 oktober 2006 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen 1 Vroege signalen van autismespectrumstoornissen.
Thema 7: Zintuiglijke waarneming
Gezondheidscentrum Parklaan 25, 2300 Turnhout Stap voor stap: Het Preventief Medisch Onderzoek voor vier- jarige kleuters Stap voor stap: Het Preventief.
Thema 6 Regeling en waarneming Bouw en werking van het oog
Paragraaf Zoek de definitie van de onderstaande begrippen: 1. Pupil: 2. Netvlies (retina): 3. Oogbol: 4. Gele vlek (macula): 5. Oogspieren: 6.
Oogonderdelen § Hoornvlies (cornea) 2. Oogwit ( harde oogrok) 3. Iris (regenboogvlies) 4. Ooglens 5. Glasvocht (glasachtig lichaam) 6. Netvlies.
Thema 3 hoofdstuk 2 Verplegen van zorgvragers met beperkingen door visus stoornissen.
We lichten er twee aspecten uit:
Refractie afwijkingen
Groepje: Samy, Ishan, Arik en Harsimran
De bevruchting 1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicel
3.2 Zien 1ste klas.
Module 11 Verstandelijk beperkten zorg Lesweek 4
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs
De bevruchting 1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicel
Thema 7: Zintuigelijke Waarneming
De ontwikkeling van het kind !
Kattengedrag Paraveterinair.
De bevruchting 1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicel
De bevruchting 1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicel
Oog A&F.
JGZ-richtlijn Opsporen oogafwijkingen
Ontwikkelingspsychologie
JGZ-richtlijn Opsporen oogafwijkingen
Transcript van de presentatie:

VISUSSTOORNISSEN : 0 TOT 3 JAAR Ilse De Veuster Oogheelkunde UZA

Oog Prent van oog : focuseren van beeld via cornea, pupil, lens, vitreum op gele vlek = macula

refractie Optica : retina = brandpunt Samenspel van corrigerende lenzen + cornea+ lens+ oogaslengte : beeld gefocuseerd op retina ( fovea)

Visusstoornissen : refractie dioptrie = 1/ f Vb 3 D = 1/f (m) ~ f = 1/ 3 = 0,33 m = 33 cm Vb 2 D = 1/f ~ f = ½ = 50 cm Accommodatie ~ convergentie Vwp : 33cm ~ 3 D en convergentie Hypermetropie = verziendheid. Veraf scherp / onscherp kortbij ==> te gering afbuigend vermogen van cornea, lens voor de lengte van het oog en positie van lens : beeld achter netvlies ==> + glazen om beeld naar retina te verplaatsen myopie = bijziendheid ==> kortbij scherp zicht// veraf wazig. ==> te sterk afbuigend vermogen van cornea, lens voor lengte van oog en lenspositie : beeld voor netvlies ===> -- glazen om beeld te verplaatsen naar retina ( divergentie) astigmatisme. Brekend vermogen is niet in alle asrichtingen hetzelfde. Vb kruis met horizontale en verticale as. Ofwel is horizontale as scherp ofwel verticale maar beiden niet tegelijk. ( 8-6 etc moeilijk te onderscheiden) ===> cilinder glazen om gans het beeld scherp op retina te plaatsen

Visus Onderzoeksafstand: 4 - 5 - 6 m Te vergelijken met Megapixel Kegeltje = 1 boogminuut = 5 µ op retina Onderzoeksafstand: 4 - 5 - 6 m Te vergelijken met Megapixel Visus = ‘minimal angle of resolution’ (MAR) FIGURE 113–3.   A, Section through cone inner segments at the center of human fovea. The bar indicates 2 minutes of arc (10 µm distance on retina). The particular retina illustrated had the lowest peak density of the four retinas studied. B, 20/20 Snellen letter drawn as a pattern of stimulated and unstimulated cones. (A, Reprinted with permission from Curcio CA, Sloan KRJ, Packer O, et al: Distribution of cones in human and monkey retina: Individual variability and radial asymmetry. Science 236:579, 1987. Copyright 1987 American Association for the Advancement of Science.) Visual Acuity  Ordinarily, seeing refers to our ability to recognize forms and patterns. An essential part of being able to see is the ability to appreciate the fine detail in a scene. Visual acuity—the ability to resolve fine detail in a pattern—is usually determined by reducing the size of a particular high-contrast test pattern until the smallest detail in the pattern can just be resolved. Visual acuity can be expressed numerically in terms of the reciprocal of the size of the smallest resolvable detail. The size is expressed as the angle that the detail subtends at the eye of the observer. Figure 113–1A shows a Snellen letter and two other examples of acuity targets. Using such targets, visual acuity for normal observers ranges between 1.0 and 2.0 min-1. In conventional charts, with black patterns of various sizes on a white background, acuity is quantified in a slightly different fashion. The letters on this chart have been designed with the assumption that normal acuity corresponds to being able to resolve 1 minute of arc (an acuity of 1.0 min-1). The size of each letter is such that its strokes will subtend 1 minute of arc at a specified distance. The letter sizes can be thought of as being designated by these distances (Fig. 113–1B). This leads to the familiar fractional acuity notation, in which the numerator of the fraction indicates the viewing distance and the denominator the size of the letter. An observer who from 20 feet away can just recognize the line with letters having strokes of 1 minute has a visual acuity of 20/20, an observer who requires letters twice that size has a vision of 20/40, and so forth.

Normale visuele ontwikkeling Ontwikkeling in 1 ste levensjaren Maturatie oog + centrale zenuwstelsel Visuele stimuli evenwaardig beide ogen nl visus/stereopsis/rechte oogstand Prent van oog visuele banen en cortex deze 3 punten ==> normale zichtsscherpte, rechte oogstand met diepte zicht kruising van de zenuwvezels thv chiasma zodat rechter gezichtsveld helft op nasale retina helft rechteroog en temporale retinahelft linkeroog valt. ( ROOD) zenuwvezels nasale retina rechteroog kruisen via chiasma naar links. Samen met zenuwvezels temporale retina linkeroog naar corpus geniculatum laterale links. Schakeling naar linker occipitale cortex. Linker occipitale cortex = rechter gezichtsveld helft. Verwerking mbv associatieve centra. ( gebruikmakend van geheugen etc) Groot gebied voor maculaire regio = centrum van attentie op plaatje geringer gebied voor perifeer gezichtsveld delen.

Visusstoornissen Refractie + cornea / lens / ooglengte Retina Nervus opticus Visuele cortex / associatieve centra Troebelingen van cornea, lens. Afwezige iris : aniridie retina: staafjes - kegeltjes

Visusstoornissen : refractie Hypermetropie : beeld achter retina myopie : beeld voor retina astigmatisme : deel van beeld onscherp Hypermetropie = verziendheid. Veraf scherp / onscherp kortbij ==> te gering afbuigend vermogen van cornea, lens voor de lengte van het oog en positie van lens : beeld achter netvlies ==> + glazen om beeld naar retina te verplaatsen myopie = bijziendheid ==> kortbij scherp zicht// veraf wazig. ==> te sterk afbuigend vermogen van cornea, lens voor lengte van oog en lenspositie : beeld voor netvlies ===> -- glazen om beeld te verplaatsen naar retina ( divergentie) astigmatisme. Brekend vermogen is niet in alle asrichtingen hetzelfde. Vb kruis met horizontale en verticale as. Ofwel is horizontale as scherp ofwel verticale maar beiden niet tegelijk. ( 8-6 etc moeilijk te onderscheiden) ===> cilinder glazen om gans het beeld scherp op retina te plaatsen

Visusstoornissen : media Cornea, lens, vitreum troebelingen Vb corneale littekens post infectie Vb cataract Vb vitreumbloedingen ( shaken baby) Hypermetropie = verziendheid. Veraf scherp / onscherp kortbij ==> te gering afbuigend vermogen van cornea, lens voor de lengte van het oog en positie van lens : beeld achter netvlies ==> + glazen om beeld naar retina te verplaatsen myopie = bijziendheid ==> kortbij scherp zicht// veraf wazig. ==> te sterk afbuigend vermogen van cornea, lens voor lengte van oog en lenspositie : beeld voor netvlies ===> -- glazen om beeld te verplaatsen naar retina ( divergentie) astigmatisme. Brekend vermogen is niet in alle asrichtingen hetzelfde. Vb kruis met horizontale en verticale as. Ofwel is horizontale as scherp ofwel verticale maar beiden niet tegelijk. ( 8-6 etc moeilijk te onderscheiden) ===> cilinder glazen om gans het beeld scherp op retina te plaatsen

Visusstoornissen : retina Staafjes : duisternis - periferie kegeltjes: licht/ kleur - centraal/ macula Staafjes : niet in centrale deel van de gele vlek = macula ==> nachtblindheid kegeltjes : hoogste densiteit in macula ~~~ scherp zicht rood / groen / blauw- geel ==> lichtschuw / kleurzinstoornis

Visusstoornissen : Nervus opticus Nervus opticus/chiasma/ cgl Aangeboren of verworven coloboma/ hypoplasie/ dominante opticus neuropathie hersentumoren met compressie, ICHT, intracraniele bloedingen ( prematuren),

Prenatale ontwikkeling oog 28 dagen oud embryo : instulpende lensplacode en oogblaasje( prosencephalon) 4 -5 weken : vorming van lens en retina fissura inferieur Week 6 : lens los van oppervlakte ectoderm Week 6 : sluiting van fissura vanuit equator naar ant en post 2 maand gestatie tunica vasculosa lentis en A hyaloidea origine vooral neuroectoderm ~~~hersenen neurale crestcellen

°- 3 jarige ltd Groei + verandering Neonatus : ant segment =75 – 80%volwassene Posterieure segment/ 2 = volwassene Sclera = meer cellen en dunner ==> glaucoom ==> vergroting van het oog achterste deel groeit relatief meer ==> insertie van de oogspieren verandert relatief bij nn: insertie +- helft oogbol bij volwassene: insertie in voorste deel

Refractie oog = 2/3 cornea Cornea : ~ kromming Neonatus : 48,4 D Prematuur : 53,1 D 1 maand baby : 45,9 D 3 jr oude baby:42,7 D astigmatisme tegen regel < 5 jr Wright p 42 nn diameter : hor: 9.8 mm ( range: 9-10.5 m) vert: 10.4 mm 1 jaar : H: 11-12 mm corneale dikte: nn : 0.96 mm 6 mnd : 0.52 mm afname corneale dikte toename transparantie

Pupil Diameter : pupilreactie op licht : 30,6 weken postconceptie 26 weken postconceptie : 4,7 mm 29 weken postconceptie : 3,4 mm kind: <1.8 - 5.4 mm> anisocorie: 0.5 tot 1.0 mm ( nl bij 9%) pupilreactie op licht : 30,6 weken postconceptie Pupillary constriction to light should be present after 32 weeks postconception age.300 Neonates of less than 32 weeks' gestation may have fixed and dilated pupils.

Oogaslengte Neonatus : 16,78 mm Eerste 18 maanden : + 4,3 mm 2e tot 5e levensjaar : +1,2 mm Tot 13 jarige leeftijd : +1,3 mm

Refractie Neonatus : + 2 D < 4,5 jr : Astigmatisme tegen de regel Erfelijkheid + visuele imput + oculaire pathologie  duisternis / visuele imput : inhibitie axiale groei ~~hypermetropie  wazige imput in licht(OLsutuur): myopie Neonatus :.volle stip gemiddelde +2 D 10 jarigen : 1D gemiddeld , nauwere distributie evolutie : toename hypermetropie tot piek rond 7 jarige leeftijd dan myope shift oog wordt langer ==> cornea en lens vlakken af

Groei Voorste deel van het oog = 80% van de volwassen afmetingen Maturatie retina : 15 –45 maanden Myelinisatie van nervus opticus : 2 jr Wright p 46 RPE cellen differentiatie in maculaire regio : cellen worden smaller, langer en komen dichter bij elkaar zitten : voltooid rond 34 weken gestatie gele vlek: = Xanthophyl pigment : NIET aanwezig bij geboorte ( komt vanuit dieet pigmenten) macula heeft uitzicht van een annulaire ring (1.5 mm diameter rond centrum van fovea): vanaf 34 - 36 weken gestatie ~~~ histologische veranderingen in ggl cel laag ( tussen 28 weken en 36 weken migreren de ggl cellen naar perifeer vanuit het centrum van de macula ( aanvankelijk liggen ze eerst over gans de retina gelijkmatig verspreid) foveolaire reflex : 37 weken met maturatie op 42 weken

4 : 22 weken gestatie 5 24-26 weken gestatie 6 neonatus 5 dagen postpartaal 715 mnd oude baby 8 45 mnd oude baby 9 72 jaar oude persoon

Visus Neonatus : 6/240 2-3 mnd: 6/180 – 6/90 6 mnd : 6/18 –6/9

Visus Neonatus : 6/240 2-3 mnd: 6/180 – 6/90 6 mnd : 6/18 –6/9 Wright p 47 oorzaken van visusverbetering differentiatie van buitenste segmenten van de foveolair kegels afname staafjes vrije zone toename van densiteit kegeltjes thv fovea Accommodative ability is present in the first weeks in life and reaches adult accuracy by 9 weeks of age.276,292,293 The motor ability to accommodate large amounts is present in neonates.294 Accommodative responses in neonates are dependent on the ability to detect blur resulting from a focusing error duane

Visueel gedrag 20/30 geen interoculair verschil > 5 jr Afhankelijk van gebruikte visus test leeftijdsgebonden normaal waarden

Bepaling visus :Preferential looking Verschil tussen VEP en PFL : ruimer gezichtsveld en statisch versus dynamische stimulus

Bepaling visus Preferential looking : resolutie visus 20/20 op 1- 3 jarige ltd VEP : respons occipitale cortex op visuele stimulus 20/20 op 6-12 mnd Optotypen : LEA Verschil tussen VEP en PFL : ruimer gezichtsveld en statisch versus dynamische stimulus PFL = motorische respons <== nood aan hogere corticale functie VEP = primaire visuele cortex

Bepaling visus Optotypen Illuminantie max contrast crowding log MAR/ afstand ~~ capaciteiten van het kind Recognitie visus

Gezichtsveld Nn : 28 ° naar links en rechts van de verticale as 11° boven horizontale as 16° beneden horizontale as Op 10 jarige leeftijd volwassen : Meire ^ +60° N / T 60° <-------.?------------------> 90° / 70° verschil centrale scotomen vs beperking periferie

Visuele functies Visus : ver nabij gezichtsveld kleurzin contrast nachtzicht/donkeradaptatie

Maturatie EO spier functie Vestibulaire oogbewegingen 34 weken gestatie OKN geboorte Geconjugeerde hor bew geboorte Visuele fixatie geboorte Stabiele oogstand 1 mnd Fixatie reflex 2 mnd Geconjugeerde vert bew 2 mnd Volgbeweging 3 mnd Accommodatie 4 mnd Fusionele convergentie 6 mnd Wright tabel p 46

Visuele ontwikkeling Geboorte Beperkt kleurzin VA 20/200 – 20/400 Geringe fixatie mogelijkheid Beperkt GZV Immature retina Hypermetropie Geen accommodatie

Visueel gedrag PR 0-2 mnd sporadische fixatie en volgbeweging springerige saccaden meestal exodeviatie, zz eso

Visueel gedrag centrale fixatie en volgbeweging 2-6 mnd accurate binoculaire volgbeweging monoculaire volgbeweging asymmetrie rechte oogstand met enkele exo en geen eso centrale fixatie met reiken naar voorwerpen 6 mnd – 2jr accurate volgbeweging rechte oogstand Monoculaire volgbeweging : temporaal naar nasaal = vlot nasaal naar temporaal = schokkerig

Binoculair zicht 3- 7mnd : stereopsis

Visusstoornissen Visus : (ver en) nabij Gezichtsveld

Visusstoornissen Frequent voldoende binoculaire visus om nl ontwikkeling mogelijk te maken AMBLYOPIE  toekomst Psychosociale impact

Amblyopie Lage visus  abnormale visuele ontwikkeling secundair aan abnormale visuele stimulatie Tot 7 jarige leeftijd Kritische periode voor visuele ontwikkeling = 1 week en 3 maanden

Amblyopie Lage visus  abnormale visuele ontwikkeling secundair aan abnormale visuele stimulatie Tot 7 jarige leeftijd Kritische periode voor visuele ontwikkeling = 1 week en 3 maanden

Amblyopie Abnormale visuele stimulatie Patroon distorsie = wazig retinaal beeld Corticale suppressie Inhibitie corticale activiteit van wazige/dev oog Enkel bij binoculaire conditie Voor of in primaire visuele cortex Verstoring van ontwikkeling binoculaire cort cn

Amblyopie Afwijkingen striate cortex Afwijkingen corpus geniculatum

Oorzaken ° - 3 jr ltd: ° - 3 jr ltd : prematuur, vertraagde ontw strabisme refractie afwijkingen organische afwijkingen ( ptosis, coloboma, …). ° - 3 jr ltd : prematuur, vertraagde ontw

begeleiding na accurate diagnose Behandeling Bril / plakken / heelkunde begeleiding na accurate diagnose

Onderzoeksmethode Rode reflex lichtreflet

Fixatie voorkeur ~amblyopie

Onderzoeksmethode VEP Nervus opticus functie :

Onderzoeksmethode ERG Onderzoek staafjes en kegeltjes ( fotopisch en scotopisch) ERG

Oogleden

Ptose

Visus stoornissen en ontwikkeling Ontwikkeling andere zintuigen Sociale integratie/ communicatie Motorische ontwikkeling

Sensoriële ontwikkeling Tastzin : voorwerpen/ lichaam/ individuen Gehoor = minder motiverend tot exploratie  12 mnd

Motorische ontwikkeling Vertraagde fijne motorische ontwikkeling Geen oog – hand coördinatie

Visus en fijne motoriek 3 mnd 6 mnd 1 jr 18 mnd 2jr *volgt met ogen individuen bekijken hand voor gezicht Korte fixatie niet bew object *reiken naar visueel gefix vwp vwp hand naar hand raakt vwp met wijsvinger *pincetgreep zoekt naar vwp uit GZV *Opbouwen met 3 blokken bekijkt prentboeken en wijst *Bouwt toren > 6 blokken herkent personen op foto’s

Motorische ontwikkeling Rechtop zitten ( 6-12 mnd) Buik- rug lig (6 mnd) Alleen rechtop staan Stap beweging mits steun ( 12 mnd)  nl ontwikkeling van houding Blind kind gaat even snel als een “normaal” kind deze motorische ontwikkeling doormaken

Motorische ontwikkeling Opdrukken in buiklig met armpjes Naar rechtop zitten Alleen stappen  vertraagde ontwikkeling van zelf geïniteerde bewegingen > 12 mnd

Cognitieve ontwikkeling Object permanentie -constantheid Oorzakelijke relatie : actie – reactie Classificatie afmetingen Object permanentie : sluiten van ogen, voorwerpen blijven aanwezig object constantheid: stoel = en blijft stoel ook al is de leuning van de ene stoel gebogen en de andere recht etc oorzakelijke relatie: vb Kandoo doosje classificatie: speelgoed, tafel en stoelen afmetingen: blokken: klein in groot, tafel groter dan stoel

Sociale ontwikkeling Glimlach mama Glimlachen op geluid/ fysisch contact Spel leeftijdsgenoten : gemis aan visuele clues en faciale expressie Motivatie en aanmoediging via kijken

Zelfredzaamheid Vaardigheden ontwikkelen via kijken en imitatie Kauwen, zelf eten, tanden poetsen > 2jr Toilet training

Zelfbeeld Onderscheid ik vs omgeving : tast/geluid Praten in 2e, 3e persoon, eigen naam

Taalontwikkeling Lipbewegingen imitatie Directe noden Beschrijven van huidige activiteiten Geringe vragen herhalingen

ontwikkeling afhankelijk van andere capaciteiten