Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven faalangst Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven
definitie faalangst is het geheel van reacties * lichamelijk * cognitief * emotioneel * gedragsmatig op een situatie waarin men denkt te moeten presteren met de kans op mislukking
3 soorten FA voor schoolse taken FA voor sociale taken huiswerk, toetsen, verhandeling FA voor sociale taken spreekbeurt, voorlezen FA voor motorische taken voetbal, wedstrijd 4 peilers gezondheid sport en ontspanning sociale entourage studie-aktiviteiten
2 types 1. actief faalangstige kinderen/jongeren = actieve vermijding van fouten en kritiek, alles goed proberen te doen * braaf * veel + veel details studeren * perfect doen wat gevraagd wordt * krampachtig volgen
2 types 2. passief faalangstige kinderen/jongeren = passieve vermijding van fouten en kritiek, moeilijke situaties uit de weg gaan * bevestiging vragen * twijfelen om aan iets te beginnen * niet antwoorden, 'het niet weten' * zich snel van de taak afmaken * gokken * weinig/niet studeren
angst om iets fout te doen, angst voor negatieve kritiek samenvatting FAALANGST= angst om iets fout te doen, angst voor negatieve kritiek actief vermijdingsgedrag passief vermijdingsgedrag * steeds uiterste best doen * situaties vermijden * hoge doelstelling * geen doelstelling * nooit zeker * zwak en mislukt voelen SPANNING
misvattingen faalangst is een studieprobleem faalangst is een kwestie van niet-aankunnen faalangst is een tijdelijk fenomeen faalangst is ‘positief’
voorkomen 10-13% van de kinderen/jongeren tussen 8-16j iets meer bij meisjes bij jongens meer passieve faalangst vaak verborgen
oorzaken en uitlokkers erfelijke factoren * gevoeligheid van het kind * vaardigheden en capaciteiten opvoedingsfactoren * model van de ouders * steun of verwaarlozing * autonomie of overbescherming schoolse factoren CIRCULAIR PROCES
aanpak OUDER = COACH of SUPPORTER toon interesse in leerinhoud let op hoe het kind het ziet aandacht voor andere interesses geef steun en structuur maak haalbare doelstellingen moedig gewenst gedrag aan
aanpak relativeer prestaties zorg voor ontspanning bouw aan zelfvertrouwen en autonomie wees zelf een evenwichtig model begrijp de angst en laat deze toe zoek tijdig hulp
U was een ‘geslaagd’ publiek toets 3 x 4 = 12 6 + 4 = 10 10 – 7 = 2 15 : 5 = 3 U was een ‘geslaagd’ publiek