ThinPrep® Non-Gynae Presentaties Cytologie van cerebrospinaal vocht P/N 86232-002 Rev. B
Voordelen van de ThinPrep-technologie Het gebruik van ThinPrep® Non-Gyn voor cerebrospinale vochtspecimens helpt: Celherstel te controleren Storende elementen te verminderen Achtergrondinformatie te bewaren Precipitatie van proteïnen te voorkomen
Cerebrospinaal vocht
Anatomie Subarachnoïdale ruimte De ruimte die de hersenen en het ruggenmerg omgeeft Bevat ongeveer 80-100 ml cerebrospinaal vocht (CSV) Intern bekleed door de pia mater en extern door het arachnoïdale membraan De subarachnoïdale ruimte bevat het cerebrospinale vocht. In tegenstelling tot sereuze holten bevat deze ruimte normaal een hoeveelheid vocht met een volume van zeker 150 ml.
Biologische aard van CSV Wordt voornamelijk gecreëerd door filtratie van plasma door de choroïde plexus Lage specifieke graviteit Bevat eiwitten, anorganische zouten en dextrose Is normaal acellulair CSV wordt hoofdzakelijk in de ventrikels gemaakt uit bloed dat door de choroïde plexus gefilterd is. De specifieke graviteit varieert van ongeveer 1,004-1,008 en is enigszins viskeus. Na verzameling dmv een lumbaalpunctie (LP) zijn er gewoonlijk zeer weinig tot geen cellen aanwezig. Ventriculaire specimens bevatten echter gewoonlijk veel meer cellen.
Normale bestanddelen en bevindingen Lumbaalpunctie Kan met ThinPrep meer cellen lijken te bevatten door betere celwinning Zeldzame lymfocyten, monocyten en PMN‘s Cellen uit omgevend weefsel Ependymale cellen Arachnoïdale cellen Choroïde plexus-cellen Dit is een lijst met cellen die in het CSV kunnen worden aangetroffen. Er zijn gewoonlijk minder dan 5 tot 10 cellen per kubieke mm. Ependymale cellen zijn, indien aanwezig, kleine kolom- of kubusvormige cellen. Arachnoïdale cellen kunnen een cohesieve cluster vormen en op mesotheliale cellen lijken. Kubusvormige cellen van de choroïde plexus kunnen in groepen voorkomen en worden gekenmerkt door kleine, hyperchromatische ronde celkernen.
Normaal CSV 40X vergroot. Erg weinig cellen met zeldzame RBC's, PMN's en een monocyt.
Normale bestanddelen en bevindingen Ventrikelvocht Een overvloed aan choroïde plexus-cellen Neuronen Capillairen Mogelijk meerkernige reuzencellen Dit is een lijst met bestanddelen die in het ventrikelvocht kunnen worden aangetroffen. Deze worden vaak met een shunt of naald verzameld. Meerkernige reuzencellen kunnen waargenomen worden bij patiënten met een shunt.
Normale bestanddelen en bevindingen Contaminanten Cellulair Plaveiselcellen Chondrocyten Rode bloedcellen Niet-cellulair Talg Contaminanten van cellulaire en andere oorsprong worden vaak in CSV-specimens aangetroffen. Plaveiselcellen, kraakbeencellen, spiercellen en RBC's kunnen tijdens de verzameling in het vocht geïntroduceerd worden. Megakaryocyten kunnen waargenomen worden als een wervellichaam onbedoeld is ingesneden.
Goedaardige veranderingen Oorzaken van niet-maligne meningitis encephalitis Bacterieel Viraal Fungaal Een bacteriële, virale of fungale infectie is de vaakst voorkomende oorzaak van infectueuze meningitis. Andere zeldzame oorzaken kunnen een parasitaire infectie, een systemische ziekte, multiple sclerose of endometriose zijn.
Cytologie van goedaardige veranderingen Acuut inflammatoir proces Bacterieel Predominantie van PMN‘s Viraal Predominantie van actieve lymfocyten Fungaal Het cellulaire patroon kan afhankelijk zijn van de immuunstatus van de patiënt Kan vermengd zijn met inflammatoir celinfiltraat Een bacteriële infectie kan veroorzaakt worden door TB, pneumokokken of andere organismen en wordt gekenmerkt door ontstoken CSV met een laag glucose- en verhoogd eiwitgehalte. Een infectie die veroorzaakt is door virussen zoals CMV of herpes manifesteert zich in het CSV als een erg actief lymfocyteninfiltraat. Meestal is de glucoseconcentratie ongewijzigd en het eiwitgehalte enigszins verhoogd. Fungale meningitis kan veroorzaakt worden door cryptokokken, aspergillus, candida of andere schimmels. Een cellulaire reactie op deze organismen komt zelden voor bij mensen met immuunsuppressie, maar kan optreden bij personen met een gezond immuunsysteem. Het specifieke infectueuze organisme kan geïdentificeerd worden.
Cytologie van goedaardige entiteiten Chronisch inflammatoir proces Lymfocyten overheersen gewoonlijk bij de meeste chronische infecties Monocyten Histiocyten Lymfocyten zijn gewoonlijk aanwezig in de chronische fase van de infectie. Deze kunnen vergezeld gaan van histiocyten, monocyten en/of plasmacytoïde cellen.
Primaire maligne proces Leukemie Leukemische cellen zijn groter dan normale lymfocyten De kernen zijn onregelmatig en driedimensionaal Mitotische figuren kunnen waargenomen worden Nucleoli kunnen duidelijk zichtbaar zijn Acute lymfoblastische leukemie (ALL) en ongedifferentieerde stamcelleukemie zijn de meest voorkomende typen primaire leukemieën die in CSV worden aangetroffen.
ALL in CSV 60X vergroot. Merk op dat er onregelmatige kernen zitten in relatief kleine ronde cellen. De populatie is wijd verspreid.
Primaire maligne proces Lymfoom Wijd verspreide en gewoonlijk monomorfe celpopulatie met een hoge N:C-ratio Kernen zijn onregelmatig met klonterig chromatine Er kunnen macronucleoli aanwezig zijn Er kan duidelijk sprake zijn van mitotische activiteit De primaire lymfomen die het vaakst voorkomen, zijn van het hooggradige non-Hodgkin’s type, inclusief grootcellig, immunoblastisch, lymfoblastisch, Burkitt en ongedifferentieerd lymfoom.
Lymfoom in CSV 40X vergroot Lymfoom in CSV 40X vergroot. Cellen zijn losjes gegroepeerd en hebben grof chromatine en prominente nucleoli. Alle cellen lijken sterk op elkaar.
Metastatische maligne proces Adenocarcinoom Cellen zijn vaak alleen of in kleine clusters aanwezig Kernen zijn onregelmatig, driedimensionaal en excentrisch gelegen Vaak zijn nucleoli aanwezig Er kan sprake zijn van cytoplasmavacuolisatie De meest gebruikelijke typen die metastaseren naar het CSV zijn long-, borst- en maagadenocarcinoom.
Metastatisch borstadenocarcinoom in CSV 40x vergroot Metastatisch borstadenocarcinoom in CSV 40x vergroot. Merk op dat er cellen met mucine zijn op 7 uur.
Metastatische maligne proces Kleincellig carcinoom De cellen zijn aanwezig in kleine groepen die moulding vertonen De kernen vertonen een klassiek peper en zout chromatinepatroon en kunnen hoekig zijn De cellen hebben slechts een kleine rand fragiel cytoplasma Kleincellig carcinoom metastaseert meestal vanuit de longen.
Kleincellig carcinoom in CSV 40X vergroot Kleincellig carcinoom in CSV 40X vergroot. Let op de nucleaire molding en het peper en zout chromatinepatroon.
Metastatische maligne proces Maligne melanoom Cellen zijn meestal verspreid met hier en daar een losse cluster Kernen zijn rond tot ovaal, centraal of excentrisch gelegen en kunnen meervoudig zijn Nucleair chromatine is vesiculair met eosinofiele macronucleoli In het cytoplasma kunnen zich grove bruine melaninekorrels bevinden Melanoom kan er soms spiraalvormiger uitzien of kan bestaan uit kleine hyperchromatische cellen in cohesieve groepen. Er kunnen intranuleaire inclusies zijn.
Melanoom in CSV 40X vergroot.
Voor meer informatie… Raadpleeg uw ThinPrep® 2000-gebruikershandleiding
Voor meer informatie… Ga naar onze website www.hologic.com of www.thinprep.com Productcatalogus Contactinformatie Complete gynaecologische en niet-gynaecologische bibliografieën Presentatie van cytologische casus
Bibliografie ThinPrep® 2000 bedieningshandleiding Astarita, Robert W. Practical Cytopathology 1990:337-377. Bibbo, Marluce. Comprehensive Cytopathology 1991:541-610. McKee, Grace T. Cytopathology 1997:356-361. Gray, W. Diagnostic Cytopathology, 2nd edition 2003:135-233, 943-975. Koss, Leopold G. Diagnostic Cytology and its Histologic Bases, 4th edition: 1991:1082-1218.