Hoofdstuk 4.

Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente
17de eeuw (1.3) Politieke rechten De Republiek was een Statenbond zonder sterk centraal gezag Dat leidde tot -moeizame besluitvorming (tijdrovend) -een.
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
Europese staten op oorlogspad ( )
Paragraaf 6.3 Vorige les: De Gouden Eeuw Deze les: - bezoek
4. PERIODE De Republiek ontstaat als internationaal erkende staat
4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk. 1. Frankrijk / Politiek  Lodewijk XIV - Al zeer jong op de troon - Absolute monarch.
4.3 Stadhouder-koning Willem III
De Republiek in een tijd van vorstenH4.3 Stadhouder-koning Willem III Karel II was familie van Lodewijk XIV en wilde ook een absolute koning worden Hij.
6 De Republiek in Europa.
4.1: Het parlement is baas boven baas
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 4.3.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
De Republiek in een tijd van vorsten
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Over verlichte denkers en hun ideeën
19de eeuw(1.5 en 4.2) In 1813 komt de zoon van Willem V terug als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon) als koning Willem I Er komt een nieuwe grondwet.
Absolutisme.
Staatsinrichting van Nederland
Hoofdstuk 6 Democratisering
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Ontwikkeling van politieke rechten.
Democratie in Nederland
De tweede helft van de 17e eeuw
Centraal Examen De Republiek in een tijd van vorsten.
Een nieuw koninkrijk Paragraaf 5.1.
Evenwicht in de machtsindeling
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Het Volk 2e Kamer 150 leden 1e Kamer 75 leden Directe verkiezingen
De liberale revolutie in 1848
-Wat moet je weten aan het einde van de les?
Vrijheid en democratie De opmars van het parlement
Absolutisme en parlementarisme
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Hoofdstuk 2
Tijdvak 5: De 16e eeuw De eeuw van de Europese overzeese expansie
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
In 1568 begint Willem van Oranje een opstand tegen Spanje
Van gewesten naar eenheidsstaat
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Republiek in de Gouden eeuw
Politiek – maatschappelijke stromingen:
HOOFDSTUK 2: REVOLUTIES
Absolutisme in de rest van Europa. Vooraf In Frankrijk in de 17 e eeuw had de koning veel macht (absolutisme) Gold dat ook voor Engeland?
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Staatsinrichting Wie is de baas van Nederland? ©Tom Verbeek sep 2010.
Machthebbers in Europa
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa
Democratie in Nederland
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
H7.1 Absolutisme in de rest van Europa
2. De ondermijning van het Congres van Wenen
HET STREVEN VAN VORSTEN NAAR ABSOLUTE MACHT
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Het Koninkrijk der Nederlanden
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
Thema 8: hoe vrij ben jij? Blok 1: Franse volk eist vrijheid
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag
DE SLIMSTE LEERLING Prinsjesdag