IMPERFECTO Kijk nog eens naar de volgende PPP: de Imperfecto Wanneer gebruik je die precies?
In de pretérito imperfecto zitten weinig onregelmatige werkwoorden. Hier onder de uitgangen van de regelmatige werkwoorden. De uitgang wordt achter de stam geplakt. Werkwoorden eindigend op -AR-ER-IR Yo abaíaía Tú abasíasías Él, ella, usted aba íaía Nosotros ábamosíamosíamos Vosotros abaisíaisíais Ellos, ellas, ustedes abaníanían
Hablar: hablaba Hablabas Hablaba Hablábamos hablaban
Comer: (eten) Comía comías comía Comíamos Comíais Comían
Vivir: (wonen, leven) Vivía Vivías Vivía vivíamos Vivíais vivían
De vormen van de onregelmatige werkwoorden: Er zijn maar 3 vormen in de imperfecto die onregelmatig zijn. Je hoeft ze alleen maar even te onthouden. Dit zijn ze; ir, ser en ver. (gaan, zijn en zien) IrSerVer Yoibaeraveía Túibaserasveías Él, ella, usted ibaeraveía Nosotrosíbamoséramosveíamos Vosotrosibaiseraisveíais Ellos, ellas, ustedesibaneranveían
Wanneer kan je deze tijd gebruiken? Ezelsbruggetje: El Imperfecto con TELACHE
TELACHE: T = TIEMPO: Het weer llovernevarHacer frío Hacer calor estar nublado Estar despegado regenensneeuwe n Koud zijn Warm zijn Bewolkt zijn Onbewolkt zijn
Voorbeeld Estaba despejado y hacía calor (het was onbewolkt en het was warm) Hacía sol; ni llovía ni nevaba ni estaba nublado. (het was zonnig; het regende, noch sneeuwde, noch was bewolkt) OK, dit is een rare zin, maar hij klopt wel!
TELACHE: E = EDAD (TENER... ANOS) (Leeftijd) Telache tenía un año. Era menor que sus hermanos.
TELACHE: L = LUGAR, UBICACION (plaats) Telache estaba en la costa de Noordwijk. Estaba solo
TELACHE: A = Actitudes y deseos (houding en wens) (vaak met QUERER, ESPERAR, PENSAR, CREER) (willen, hopen, denken, geloven) Quería tener una fiesta de cumpleaños. Esperaba ver a sus amigos allí. Pensaba que sus amigos creían que él era muy joven pero muy divertido.
TELACHE: C = Condición fisica, apariencia (uiterlijk) Telache era grande y gordito para su edad. No tenía pelo; era calvo
TELACHE: H = Hora y fecha(tijd en datum) Era la una Era el primero de mayo. Telache estaba esperando respuestas a sus invitaciones para su fiesta de cumpleaños.
TELACHE: E = Estado emocional (emotioneel) Vaak met ESTAR, SENTIRSE Y TENER (zijn, zich voelen en hebben) miedohambreprisasedetc angsthongerhaastdorstetc
bijvoorbeeld Telache estaba nervioso. Pero después de recibir las respuestas a sus invitaciones, se sentía alegre. Todos sus amigos iban a asistir a su fiesta! ¡ Estaba contentísimo.
Opdracht: Maak van de tegenwoordige tijd de IMPERFECTO Tegenwoordige tijd Imperfecto Yo hablo español Vivimos en Amsterdam Coméis mucho,Pedro Somos de Rotterdam Me gusta la comida rusa Hay muchos edificios Yo ……..español …………. en Amsterdam …………..mucho,Pedro ………….. de Rotterdam Me …….. la comida rusa ………. muchos edificios
Marcadores> woorden waarna je een Imperfecto verwacht antesCada vezcuandosiempreEtc. vroegerIedere keer toenaltijdEtc.
FIN
Opdracht 3: luister en kijk
En nu… even luisteren
De laatste video’s
Huiswerk voor maandag 22 nov Proefwerk Mexico
Huiswerk voor vrijdag Boekje Mexico lezen tot pagina……….. Alle daarbij behorende opgaven maken (leestoetsje om te controleren mogelijk) Maak een echt verhaal van 20 zinnen, 10 in de Pretérito en 10 in de Imperfecto. Het verhaal is jouw commentaar op je krantenartikel over Mexico dat je zelf hebt uitgezocht. Inleveren (te laat = 1 punt per werkdag eraf, 5 dagen te laat = 1)
El tiempo = het weer Enkele uitdrukkingen over het weer + Internet opdrachten om te oefenen 1 Ga naar > spanish> vocabulary> el tiempo en maak de opdrachten 1 t/m 5 Ga terug en klik op AS resources en maak el tiempo 1 t/m 6
Internet opdrachten Ga naar: tml Vul de ontbrekende woorden in (zie achterzijde) 3 Ga naar de onderstaande site en speel het spelletje
¿ Qué tiempo hace? Wat voor weer is het? Schrijf de woorden over en zet de Nederlandse vertaling erachter La primavera = ………… El invierno = …….. El otoño= …….. El verano = ………. Las 4 estaciones del año = de 4 jaar getijden
Hace buen tiempo… Het is mooi weer
Hace mal tiemp = Het is ……. weer
Hace … = het is ….. Voorbeelden: hace sol = het is ….. hace sol = het is ….. …calor (het is warm) …frío=…………frío=……… …viento = het waait …fresco -= ……… frisjes
¿Qué temperatura hace?= Wat is de temperatuur?/ hoe warm is het? “Hace+ número grados”+ Hace 35 grados = het is ……… Hace 0 grados = het is ……
¿Qué tiempo hace?= Hoe is het weer? Met estar: Está soleado. Het is ……. Está nublado. Het is ……..
Opdracht 1 ‘ el tiempo’ Hoe is het weer in Nederland tijdens de 4 jaargetijden??? Maak per jaargetijde 4 zinnen (= 16 in totaal) over het weer
Opdracht 2 ‘el tiempo’ Hoe was het weer vroeger? >Maak 10 zinnen over hoe het weer was: - tijdens je herfstvakantie - gisteren -eergisteren
Opdracht 3 ‘el tiempo’ Antwoorden in je Portfolio Ga naar het Internet, zoek een Spaanse krant en beschrijf het weer in Spanje in 6 zinnen. Zet naam krant, dag etc. erbij Ga naar het Internet, zoek een Zuid Amerikaanse krant en beschrijf het weer aldaar. Zet de datum, het land etc. erbij