MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd)

Presentatie over: "MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd)"— Transcript van de presentatie:

1 MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2

2 PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd) Unidad 3 herhalen (uitleg) Proeftoets Unidad 3

3 UNIDAD 3 Bron C (getallen 0-100 SP-NL) Bron D (tener) Bron J (bijv. nw) Bron E + K (zinnetjes) Vaste woordenlijst SP-NL Eigen woordenlijst beide kanten Taak (stamboom en plattegrond van je huis)

4 UNIDAD 3BRON C  Getallen leer je SP-NL  Ook herhalen 0-20 (U1 blz. 15)  Oefenen: bingo  16 vakjes (4x4)  Getallen 0-50  Prijsje voor de winnaar

5 UNIDAD 3BRON D TENER (hebben) YoTengo TúTienes Él, ella, ustedTiene NosotrosTenemos VosotrosTenéis Ellos, ellas, ustedesTienen  Als je wilt zeggen hoe oud je bent, gebruik je TENER:  Tengo 14 años.

6 UNIDAD 3BRON J  Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op –o (bonito)  Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een andere letter dan een –o, bijvoorbeeld op een –e (elegante) of op een medeklinker (azul): mannelijkvrouwelijk enkelvoud bonit o bonit a meervoud bonit os bonit as mannelijkvrouwelijk enkelvoudelegante azul elegante azul meervoud elegante s azul es elegante s azul es

7  Ook heb je geleerd dat:  Rosa, naranja, lila (kleuren die eindigen op –a) nooit veranderen. Llevo una falda rosa. Llevo un vestido rosa. Mi hermana ha comprado dos vestidos rosa.

8 TAREA UNIDAD 4 Filmpje maken (in tweetallen, 1x drietal) In je filmpje vertellen jullie iets over school: -Welke vakken heb je? - Beschrijf van 1 dag hoe laat je ontbijt, hoe laat je naar school gaat (en hoe), met welke les je begint, wanneer je pauze hebt, hoe laat ben je uit, wat ga je dan doen, hoe laat ga je avondeten en hoe laat ga je naar bed. Je kunt bijvoorbeeld filmen: je fiets (als je met de fiets naar school gaat), in school (hoe ziet onze school eruit) etc. Je filmpje duurt per tweetal 1,5 minuut. Per drietal duurt het filmpje 2 minuten. Je spreekt gedurende het hele filmpje in het Spaans. 6 Spaanse zinnen per persoon (ongeveer) -> dus 2 zinnen per les. Per les 1 groepje filmen. INLEVEREN 9 MAART