Hoofdstuk 1: Wanneer is een onderneming succesvol?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 11 Product- en merkstrategie
Advertisements

Workshop 3 deel 1: Marketing
Hoofdstuk 14 Prijsbeleid.
Het prijs- of marktmechanisme
Productdossier-Breechpocket
Business Economics Handels –en financiële technieken
Geld verdienen met trends
10.1 Functies factor prijs (p. 164)
Breechpocket-productdossier
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
§4.3 Wat ik koop beslis ik zelf?
Business Marketing Sabine Vermuyten
Product, merk en assortiment
Het prijs- of marktmechanisme I
Paragraaf 3+4. Hoe kan het dat je besluit een nieuwe telefoon te kopen?  De mening van vrienden en familie  De eigen smaak en leeftijd  De financiële.
Marketing presentatie
"Hoe klantenbinding de waarde van uw onderneming kan maximaliseren”
Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën
Vrij verkeer van goederen: non-tarifaire belemmeringen
Segmentatie & Product Hoofdstuk 7 & 8.
Breechpocket- productdossier Laura Danneels. Inhoudstafel  Voorstelling product  Segmentatie  Positionering  POD-POP  4 P’s  Conclusie.
Hoofdstuk 8 Btw-reglementering.
Commercieel beleid 2 H1 Assortimentbeleid Filiaalmanager.
Fase 1 Ken de (detail)handel
Consument Onderdeel marketing. Wat is marketing?.
Wet op de handelspraktijken
Marketing Hoofdstuk 9 product.
Hoofdstuk 10 Prijsbeleid
Hoofdstuk 2.
Marketing H1 Marketing Junior Accountmanager.
Commercieel beleid 2 H1 Assortimentbeleid Ondernemer detailhandel.
§ 1.1 Waar kies je voor? De keuzes die je maakt als consument worden beïnvloed door de marketing van bedrijven die producten en diensten aanbieden. © Noordhoff.
MARKETINGMIX.
Productbeleid.
Marketing 5 havo.
Minor ondernemen Financieel Plan en prijsstelling
Basisboek Marketing Hoofdstuk 11 Product.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 1 Vraag en aanbod.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 13 Plaats.
Hoofdstuk 4 Distributie (plaats)
Context 4 p’s; marketinginstrumenten H 10 en 11 H 8 Plaats H12 Promotie Product H 6 en 7 Prijs.
Plaats- en Promotiemix Alleen zitten op neergeklapte stoelen Ron Weijens.
Green Banana Ondernemers traject Bijeenkomst 7. Terugblik  Wat hebben we vorige bijeenkomst gedaan?  Huiswerk…  Hoe ging het marktonderzoek?  Liepen.
Prijs- en Productmix 1e klas Ron Weijens.
Ip4inno 1 A.Auteursrecht B. ‘Reputatie’ en merken in het Angelsaksisch recht C. Niet-geregistreerde modellen D. Halfgeleidertopografierecht.
Ron Weijens.  Lijst Lijst  20 minuten voor doornemen te leren stof  Daarna SO.
THE ROLE OF TRADEMARKS AND DESIGNS IN BRANDING Mr. Paulus Clifton (jurist)
Verkoop Hoofdstuk 6 Service en klachten. Inhoud 1 Klaar voor de verkoop 2 Klanten ontvangen en benaderen 3 Verkoopgesprekken 4 De verkoopafhandeling 5.
Verkoop en advies Hoofdstuk 6 Reclame en sociale media.
Marketing Alle inspanningen die we doen om tegemoet te komen aan wensen en behoeften van een klant.
Doel marketingmix is behouden en vergroten van marktaandeel.
Alle inspanningen die het bedrijf doet, noem je ook wel marketing
Welkom Havo 5..
Hoofdstuk 14 Prijsbeleid.
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Welkom Havo 5..
Maarten Peeters 6Handel
Doelen Leerlingen kunnen benoemen wat USP’s zijn Leerlingen gaan in groepsverband actief aan de slag met het de uitwerking van hun productconcept. Periode.
Marketing les 4 Koopgedrag en marktaandeel Product-levens-cyclus
Orderverzamelen, verzenden en inventariseren
Hoofdstuk 8 De juiste marketingmix
Verkoopt en handelt verkoop af
Orderverzamelen, verzenden en inventariseren
Hoofdstuk 7 Verbetering aanbod en winkelpresentatie
Hoofdstuk 5 Het marketingplan
Nederland en de rest van de wereld
Eens / oneens EEN PRODUCT IS GOED ALS HET DUUR IS
Hoofdstuk 6 Reclame en sociale media
Customer service & Relatiemanagement
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 1: Wanneer is een onderneming succesvol? Thema 3: ondernemen is risico’s nemen en beheersen

Marketing = Het verrichten van bedrijfseconomische activiteiten om de stroom van producten en / of diensten van de producent naar de consumenten of verbruikers te bevorderen. Hoe? Marketingmix(instrumenten) = 4 P’s (prijs, product, plaats en promotie)

1. Product Wat is een goed product? Voldoen aan de behoeften van de consument Geen waardeoordeel Criteria die bepalen of behoeften van klanten worden bevredigd Kwaliteit Verpakking Aangeboden service Goed gekozen (merk)naam …

1.1. Kwaliteit Opdracht 1: Kunnen zowel Swa als het sterrenrestaurant “Comme chez soi” als (economisch) goede producten beschouwd worden? Ja, indien beide eetgelegenheden er in slagen de behoeften van hun klanten te bevredigen, bieden ze allebei goede producten.

1.2. Verpakking Opdracht 2 Lagona en Appelsientje zijn met alle wettelijke regelingen in verband met producten namen in orde. Toch wordt de consument in verwarring gebracht. Is deze manier van handelen aanvaardbaar? Enerzijds wordt de klant misleid doordat twee verschillende producten onder dezelfde term verkocht worden in dit geval ‘fruitsap’. Anderzijds doen ze niets verkeerd, want alles staat wel op de verpakking.

Aan welke voorwaarden moet een verpakking voldoen om van een goede verpakking te spreken? Bescherming van het product Promotie-instrument Informatie (boodschap) overbrengen Artikelpersoonlijkheid (herkenbaarheid) Gebruiksgemak Ter info: Enkele verplichte vermeldingen /informatie zijn: De verkoopsbenaming De lijst van ingrediënten en de hoeveelheid ervan die erin verwerkt is De nettohoeveelheid De datum van minimale houdbaarheid De bijzondere bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden De naam of de handelsnaam en het adres van de fabrikant De plaats van oorsprong of herkomst Het effectief alcoholvolumegehalte voor dranken met een alcoholvolumegehalte

1.3. Service Opdracht 3: Waarom ben je bereid om in een speciaalzaak meer te betalen dan een warenhuis? Dienstverlening (service) bij aankoop (bv. productinformatie, persoonlijke aanpak, …) Dienstverlening na verkoop Ruimer keuzeaanbod

1.4. Naam = merk

1.4. Naam = merk Opdracht 4: Wat verstaan we onder een merknaam? Een merknaam is het geheel van de naam, uitdrukkingen, tekens en symbolen die tot doel hebben het product te identificeren en te onderscheiden van de concurrentie. Aan welke voorwaarden moet een goed gekozen merknaam voldoen? Typerend voor product Aangenaam in gehoor (gemakkelijk te onthouden) Kort / gemakkelijk uit te spreken Geen negatieve associaties Internationaal bruikbaar

1.4. Naam = merk Soorten merken Productenmerken of fabrikantenmerken A-merken B-merken C-merken Distributiemerken of winkelmerken Huismerken Discountmerken Eigen merken

1.4.1. Producentenmerken A-merken Grote naambekendheid Toonaangevend qua kwaliteit Veel reclame Hoge prijs Merkentrouw Overal verkrijgbaar (hoge aanwezigheidsgraad) B-merken (bezitten niet alle kenmerken A-merken) 15-20% goedkoper dan A-merken Minder merkentrouw Mindere naambekendheid Minder reclame Soms kwalitatief iets minder dan A-merken Lagere aanwezigheidsgraad

1.4.1. Producentenmerken C-merken Meestal lagere kwaliteit Lage prijs Naam met weinig betekenis of geen naam (productfunctie)

1.4.2. Distributiemerken of winkelmerken Huismerk Draagt dezelfde naam als de winkel => verstrekt imago winkel Prijs is (meestal) vergelijkbaar met B-merk Soms onderverdeling in verschillende categorieën Fabrikant (meestal) geheim Discountmerk Directe concurrentie C-merken Lage prijzen

1.4.2. Winkelmerken Eigen merk Wordt in 1 winkel verkocht Draagt niet de naam van de winkel Makro Lidl Aldi Decathlon

Opdracht 5.A.: Producentenmerk: A-merk Producentenmerk: C-merk Distributiemerk: Discountmerk Distributiemerk: Eigen merk (Makro) Producentenmerk: B-merk Producentenmerk: A-merk Distributiemerk: Huismerk (Boni = Colruyt) Distributiemerk: Eigen merk (Lidl) Boven: Distributiemerk: eigen merk (Aldi) Onder: Producentenmerk: A-merk Distributiemerk: Discountmerk (Carrefour) Distributiemerk: Huismerk Links: Distributiemerk: eigen merk (Aldi) Rechts: Producentenmerk: A-merk Producentenmerk: B-merk Links: Producentenmerk: A-merk Midden: Producentenmerk: C-merk Rechts: Distributiemerk: Huismerk (AH = Albert Hein) Distributiemerk: Huismerk (onderverdeeld in categorieën) 365 = discountmerk

INDELING HANGT AF VAN PERSOONLIJKE VOORKEUR 1.5. Soorten goederen Convenience goods Zeer weinig koopinspanning bereid te doen Routinematige aankoop Frequente aankopen (Vaak) lage prijs per eenheid Shopping goods Bereid enige moeite te doen (te “shoppen”) Speciality goods Bereid bijzondere koopinspanning te doen Zeer dure of unieke goederen INDELING HANGT AF VAN PERSOONLIJKE VOORKEUR (= SUBJECTIEF)!!

Waarom bieden winkelketens steeds vaker distributiemerken aan? Loyaliteit => middel om klantenbinding winkel te bevorderen (winkeltrouw) Verbeteren onderhandelingspositie (wegens winkeltrouw > merkentrouw) Hogere winstmarges Producenten van huismerken hebben weinig macht / kunnen makkelijk vervangen worden door andere producent => aankoopprijs niet veel boven kostprijs Besparing op marketingkosten Exclusieve verdeling => moeilijker vergelijkbaar met andere huismerken => enige vrijheid prijszetting

2. Prijs Opdracht 5.B.: Waarom betalen vrouwen over het algemeen meer dan mannen? Meer werk Meer kosten (meer speciale producten) Hoe komt het dat kappers verschillende tarieven hanteren? Kosten (locatie, kwaliteit producten, loon, …) => zal de winstmarge bepalen Concurrentie Bereidheid tot betalen van de klanten