De telecommunicatiesector in transitie Workshop januari-februari 2003 Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vraag en aanbod.
Advertisements

Marktvormen.
Overheidsfinanciën College 4, 3 juni 2008 Robert Inklaar
Marktvormen Economie.
Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar
Monopolistische concurrentie
Markt en marktvormen.
Figuur 16.1 Factoren die van invloed zijn op de prijszetting
Schaalvoordelen & internationale handel
Oplossingsstrategieën
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod
Van social media naar social CRM Social media audit Strategie Implementatie Plan.
Winstmaximalisatie monopolist
Hoofdstuk 3: Beleid van de EU
Kenmerken Veel aanbieders Vrije toe- en uitreding Homogene goederen
Inleiding arbeidsmarkt
Economie, een Inleiding
Jullie hebben lef... .
gemiddeld & marginaal…
Totale Constante Kosten (TCK)
Opbrengsten van onderwijs
Hoeveelheidsaanpassing I
Hoeveelheidsaanpassing II
Management Accounting Management Control
TO = P*Q TO = 8q TO = Totale opbrengst q = hoeveelheid 8 = de prijs qTO
HOOFDSTUK 9. TO, GO EN MO Totale opbrengst (TO) = Het aantal verkochte producten (afzet) x prijs (excl. btw) Gemiddelde opbrengst (GO) = Totale opbrengst.
De optimale productiegrootte (bij een markt van volkomen concurrentie)
H11 – De prijs van het product bepalen DE WAARDEPROPOSITIE CREËREN.
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod Hoofdstukken 1-6.
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Lesbrief Markt & Overheid
Hft 2 Totale Kosten TK MODULE MARKT.
verwarring begrippen omzet of winst
Lesbrief Marktgedrag Hoofdstukken 1-3.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Wanneer er maar één aanbieder is
Welkom VWO 5..
Inhoudsopgave Sheet 2: Planning Sheet 3: H1: schaarste en ruil Sheet 4: H2: de markt: vraag en aanbod Sheet 5: H2, de vraaglijn Sheet 6: H2: de aanbodlijn.
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Economie Vraag & aanbod : winst voor hoeveelheidsaanpassers
Economisch experiment 16 mei 2013 Marianne Lindner en Livia Mazzali
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom havo 3..
Welkom havo 3..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Welkom VWO 5..
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Marktvormen.
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Prijszetter binnen grenzen
Afzet is hetzelfde als de verkochte hoeveelheid
Extra uitleg H4 Domein Markten
Marktgedrag.
Marktgedrag.
Flexibiliteits opties in Energie Prestatie Contracten
Transcript van de presentatie:

De telecommunicatiesector in transitie Workshop januari-februari 2003 Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen

Telecommunicatiesector in Transitie2 Inleiding  De telecommunicatiesector oorspronkelijk:  « natuurlijk monopolie »  Slechts één onderneming actief in de telecomsector: Belgacom (ex-RTT)  De telecommunicatiesector vandaag:  Natuurlijk monopolie is verdwenen o.w.v. technologische ontwikkelingen  Meerdere ondernemingen zijn actief in de telecomsector: behalve Belgacom, ook Mobistar en Base

Telecommunicatiesector in Transitie3 Oorspronkelijke situatie in de telecommunicatiesector  « Natuurlijk monopolie »:  Het is goedkoper wanneer één grote onderneming de totale marktoutput voortbrengt dan wanneer meerdere kleinere ondernemingen die output zouden produceren.  Reden: hoge vaste netwerkinfrastructuurkosten die vereist zijn om actief te zijn in de telecom- sector, zodat de gemiddelde kosten dalen over een groot outputbereik.  Zie grafiek

Telecommunicatiesector in Transitie4 Grafische voorstelling P Q MK GTK GVK Vraag MO Q MONO Q VC P MONO P VC

Telecommunicatiesector in Transitie5 Sociaal-economisch efficiënte output Prijsafzetlijn = Vraag = MSB MK = Aanbod VC = MSK Q P P VC Q VC E 0 Totale sociale baten Totale sociale kosten

Telecommunicatiesector in Transitie6 Sociaal-economisch efficiënte output Prijsafzetlijn = Vraag = MSB MK = Aanbod VC = MSK Q P P VC Q VC E Maximale sociaal- economische welvaart

Telecommunicatiesector in Transitie7 2 х 0,75 mld € = 1,5 mld € 1 mld € Illustratie € mld eenheden MK GTK Vraag MO 10 0,07 0,10 5 0,15

Telecommunicatiesector in Transitie8 Illustratie  Natuurlijk monopolie:  1 mld € < 1,5 mld €  het is efficiënter wanneer de 10 mld eenheden door één grote operator worden aangeboden, dan wanneer bv. twee operatoren elk 5 mld eenheden aanbieden  Reden: uitgebreide schaaleffecten tengevolge van hoge netwerkinfrastructuurkosten

Telecommunicatiesector in Transitie9 Het dilemma van het natuurlijk monopolie  Enerzijds:  Efficiënter wanneer slechts één onderneming telecomdiensten aanbiedt  Beperking van het aantal aanbieders in telecom- sector tot één leidt tot toegenomen efficiëntie  Monopolie voor verlening van telecomdiensten wettelijk toegekend aan één onderneming: RTT, later Belgacom

Telecommunicatiesector in Transitie10 Het dilemma van het natuurlijk monopolie  Anderzijds:  Inefficiëntie (onderproductie) wanneer overheid die ene onderneming laat begaan  Zie grafiek

Telecommunicatiesector in Transitie11 Dilemma van natuurlijk monopolie P Q MK GTK Vraag MO Q MONO Q VC P MONO P VC A B C Sociaal-economisch verlies

Telecommunicatiesector in Transitie12 Dilemma van natuurlijk monopolie  Enerzijds:  Beter dat dienstverlening door slechts één onderneming (monopolist) wordt aangeboden  Leidt tot toegenomen efficiëntie  Anderzijds:  Risico op onderproductie (Q MONO < Q VC )  Leidt tot verlies aan sociaal-economische efficiëntie

Telecommunicatiesector in Transitie13 Regulering van het natuurlijk monopolie P Q MK GTK Vraag MO Q MONO Q VC P MONO P VC A B C

Telecommunicatiesector in Transitie14 Marginal cost pricing P Q MK GTK Vraag MO Q MONO Q VC P MONO P VC E

Telecommunicatiesector in Transitie15 Marginal cost pricing P Q MK GTK Vraag MO Q VC P P’ C C’ Verlies van de monopolist

Telecommunicatiesector in Transitie16 Marginal cost pricing  Verlies vergoeden door subsidie  Financiering door het heffen van belastingen  Transfer van belastingbetalers naar monopolist

Telecommunicatiesector in Transitie17 Indirect effect van belastingheffing  Verstoring van de incentives van economische agenten  Voorbeeld:  Extra belastingen op het inkomen uit arbeid om het verlies van de monopolist te vergoeden  Verstoort de incentives van de werknemers om te werken: werknemers zullen geneigd zijn om minder te werken door de extra belastingen  Grafisch: verschuiving naar boven van aanbodcurve voor arbeid

Telecommunicatiesector in Transitie18 Indirect effect van belastingheffing Aantal uren Loon V A A’ E E’ QQ’ L L’ A B C D tax

Telecommunicatiesector in Transitie19 Indirect effect van belastingheffing Aantal uren Loon V A A’ E E’ QQ’ L L’ A B C D tax 0

Telecommunicatiesector in Transitie20 Indirect effect van belastingheffing Aantal uren Loon V A A’ E E’ QQ’ L L’ A B C D tax 0

Telecommunicatiesector in Transitie21 Two-part pricing  Enerzijds:  Vaste vergoeding om toegang te krijgen tot de dienstverlening (« aansluitingskost »)  Deze vaste vergoeding dient om het verlies van de monopolist te compenseren  Anderzijds:  Variabele gebruikskost per geconsumeerde eenheid  Gelijk aan de marginale kosten, zodat de soc.-eco. efficiënte output Q VC wordt aangeboden  Transfer van de gebruikers van de dienstverlening naar de monopolist

Telecommunicatiesector in Transitie22 Equity-probleem van two-part pricing  Vaste vergoeding: « lump sum »  Gelijk voor alle consumenten  Onafhankelijk van aantal geconsumeerde eenheden  Probleem:  Sommige consumenten worden uitgesloten van de dienstverlening  Dit is een equity-probleem in plaats van een efficiency-probleem

Telecommunicatiesector in Transitie23 Average cost pricing  Prijs wordt gelijkgesteld aan gemiddelde (totale) kosten: P = ATC  Resultaat:  Break-even: winst noch verlies  Output = Q BE < Q VC  Zie grafiek

Telecommunicatiesector in Transitie24 Average cost pricing P Q MK GTK Vraag MO Q VC P VC BE Q BE P BE D E F (Beperkt) verlies aan sociaal-economische welvaart

Telecommunicatiesector in Transitie25 Average cost pricing: consequenties  Enerzijds:  Q BE < Q VC  (beperkt) verlies sociaal-economische welvaart  Anderzijds:  Break-even: winst noch verlies  Geen verlies dat dient te worden gecompenseerd

Telecommunicatiesector in Transitie26 Kruissubsidiëring  Economische efficiëntie is niet de enige reden waarom overheden natuurlijke monopolies reguleren  Andere reden: inkomensherverdeling  Telecomsector:  Inkomensherverdeling tussen verschillende types van consumenten  Door middel van kruissubsidiëring

Telecommunicatiesector in Transitie27 Kruissubsidiëring  Herverdeling van « long distance » naar « local »:  Long distance: P ld > MC ld  genereert winst  Local: P l < MC l  lijdt verlies  Kruissubsidiëring: met long distance-winst het local-verlies subsidiëren  Inkomensherverdeling van long distance- bellers naar local-bellers

Telecommunicatiesector in Transitie28 Efficiency-problemen van kruissubsidiëring V A P Q Q ld P ld Long distance P Q V A PlPl QlQl Local A B CD E F

Telecommunicatiesector in Transitie29 Transitie in de telecomsector  Oorspronkelijk: natuurlijk monopolie  Één grote onderneming was efficiënter dan meerdere kleinere ondernemingen  Gereguleerd monopolie voor verlening van telecommunicatiediensten: Belgacom (ex-RTT)  Omstreeks eind jaren ’80 – begin jaren ’90:  Transitie: verdwijnen van het natuurlijk monopolie

Telecommunicatiesector in Transitie30 Technologische ontwikkelingen  Ontwikkeling van mobiele technologie  Overgang van analoge naar digitale technologie  Toegenomen snelheid van computerprocessoren en van netwerken

Telecommunicatiesector in Transitie31 Gevolgen van deze technologische doorbraken  Enerzijds:  Significante daling van de kosten om telecomdiensten aan te bieden  Voorbeeld: mobiele telecomdiensten vereisen minder kosten dan vaste telefoniediensten  Anderzijds:  Drastische toename van de vraag naar telecommunicatiediensten  Voorbeeld: GSM- en internetgebruik

Telecommunicatiesector in Transitie32 Einde van het natuurlijk monopolie  Tengevolge van toename van de vraag en daling van de kosten:  Meerdere (kleine) ondernemingen kunnen de totale marktoutput tegen lagere totale kosten voortbrengen dan één grote onderneming  Illustratie: zie grafiek

Telecommunicatiesector in Transitie33 2 х 0,75 mld € = 1,5 mld € 1 mld € Illustratie € mld eenheden MK GTK Vraag MO 10 0,07 0,10 5 0,15

Telecommunicatiesector in Transitie34 Illustratie MO V V’ MK MK’ GTK GTK’ ,10 0,15 7,5 mld eenheden € 0,09 0,12

Telecommunicatiesector in Transitie35 1,8 mld € 2 х 0,675 mld € = 1,35 mld € Illustratie V’ MK’ GTK’ 15 0,15 7,5 mld eenheden € 0,09 0,12

Telecommunicatiesector in Transitie36 Einde van het natuurlijk monopolie  Ruimte voor meerdere ondernemingen in de telecommunicatiesector  Er konden nieuwe ondernemingen toetreden naast de gevestigde aanbieder, Belgacom

Telecommunicatiesector in Transitie37 Resultaat  Nieuwe ondernemingen zijn toegetreden tot de telecommunicatiesector  Voorbeeld: mobiele telecommunicatie  Mobistar en Base zijn toegetreden als nieuwe aanbieder, naast de gevestigde onderneming Proximus  Besluit:  Oorspronkelijke monopolistische marktstructuur is verdwenen  Vandaag: meer concurrentiële marktstructuur in de telecommunicatiesector