Leergang Manschap A Kerntaak 2 les 42 Incidentmanagement
Programma les 42 Terugblik vorige les Veilig optreden langs auto(snel) wegen Incidentmanagement Evaluatie
Incidentmanagement Lesdoelen: de deelnemer kan benoemen welke werkvolgorde wordt gehanteerd bij verkeersongevallen op auto(snel)wegen de deelnemer kan in eigen woorden uitleggen wat de richtlijnen bij incidentmanagement inhouden de deelnemer kan benoemen welke eerste veiligheidsmaatregelen bij verkeersongevallen moeten worden genomen de deelnemer kan in eigen woorden uitleggen op welke manier ongevallen op de rijbaan worden beveiligd de deelnemer kan benoemen hoe de werkverdeling is op de plaats van het ongeval.
Veilig werken langs auto(snel)wegen Werkvolgorde in stappen voor het: Alarmering en melding Treffen van veiligheidsmaatregelen Verkennen ongeval Verlenen medische hulp en bevrijden van slachtoffers Starten onderzoek naar oorzaak en schuldvraag Nazorg
Veilig werken langs auto(snel)wegen Stap 1: Alarmering en melding Melding via de meldkamer(s) Alarmering hulpverleningsdiensten nr. dichtstbijzijnde hectometerpaal baanvak aanrijroute
Veilig werken langs auto(snel)wegen Stap 2: veiligheidsmaatregelen treffen volgens de 6 V’s Veiligheidsruimte van 100 meter creëren Voertuig als buffer gebruiken Veiligheidskleding aantrekken Verkeerskegels plaatsen Verkeerssignaleren aanvragen Vrijhouden van aan- en afvoerroute
Veilig werken langs auto(snel)wegen 1. Veiligheidsruimte van 100 meter Zowel bij rijdend als stilstaand verkeer (file) pas je de 100 meter veiligheidsruimte toe voor afdoende beveiliging door het voertuig op 100 meter voor het incident plaatsen Deze veiligheidsruimte geldt altijd.
Veilig werken langs auto(snel)wegen 2. Voertuig als buffer gebruiken De chauffeur plaats het voertuig in de fend-off positie Het blauwe zwaailicht blijft aan voor de zichtbaarheid Alle inzittenden stappen aan de verkeersluwe zijde uit.
Veilig weken langs auto(snel)wegen 3. Veiligheidskleding aantrekken De manschappen trekken veiligheidskleding aan met retroreflecterende strepen Bij daglicht tevens een veiligheidsvest, bij donker is uitrukkleding voldoende Kleding moet schoon zijn en gesloten worden gedragen.
Veilig werken langs auto(snel)wegen 4. Verkeerskegels plaatsen - Plaats kijkend naar het verkeer vijf (grote) reflecterende kegels tussen het beveiligingsvoertuig en het ongeval.
Veilig werken langs auto(snel)wegen 5. Verkeerssignalering aanvragen - Als verkeerssignalering aanwezig is, vraagt de bevelvoerder direct een kruis aan.
Veilig werken langs auto(snel)wegen 6. Vrijhouden van aan- en afvoerroute Alle andere hulpdiensten parkeren hun voertuigen voorbij en in lijn met het ongeval. Alleen de brandweer mag ook vlak voor het ongeval parkeren afhankelijk van het ongeluk Zo veel mogelijk rijstroken en vluchtstroken vrijhouden
Veilig werken langs auto(snel)wegen Aandachtspunten bij de eerste veiligheidsmaatregelen Omgang met sporen Omgang met de slachtoffers Omgang met gevaarlijke stoffen
Ongeval snelweg casus 1
Ongeval op snelweg casus 2
Ongeval op snelweg casus 3
Film incidentmanagement
Incidentmanagement Verdeling van het werk Bevelvoerder (B) Chauffeur/algemene assistent (P) Technisch team (nummer 1 en 2 Beveiliger (nummer 3) Gewondenverzorger (nummer 4)
Incidentmanagement Indeling van het werkgebied De eerste cirkel: 5 meter of hulpverleningscirkel Alleen hulpverleners die direct bij de redding betrokken zijn Wordt snel opgeruimd tbv een schone werkplek De tweede cirkel: 10 meter cirkel of ondersteuningscirkel Liggen alle hulpmiddelen en gereedschappen klaar Eventueel het gewondennest Buiten de ondersteuningscirkel Alle overige hulpverleners De dump
Incidentmanagement
Oriëntatie op hulpverlening Evaluatie Huiswerk Opgave lesstof volgende les: Uit het tekstboek Technische Hulpverlening B2 Verkennen, hulpverlenen en nazorg leveren Uit het werkboek Manschap A: Voorbereiden leeropdracht 43