HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

Verantwoord volgen.. De woorden van een leider bepalen met hun regels het karakter, de sfeer en de mentaliteit van de groep Soms gaat dat fout, doordat.
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Profielwerkstuk.
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
om deze presentatie uit te voeren
Voorzetsels.
Leren Leren & Samenwerkend leren.
Leren Leren & Samenwerkend leren.
Zakelijk lezen Nederlands.
Leren = Concentreren I II III.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Bezoekersgerichte teksten
Schrijven met een strategie
Een werkstuk maken.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Stappenplan Samenvatten
Samenvatting Havo 5.
Samenvatten.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Techniekanalyse Wat kun je verwachten na 4 keer op het ijs te hebben gestaan. Persoonlijk had ik al 7 jaar niet meer op de schaats gestaan. Maar na een.
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
De onderzoekscyclus Oriënteren Richten Plannen Verzamelen
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Wat is een goede onderzoeksvraag?
Woordjes leren.
Leesvaardig Examentraining.
Inhoud Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen.
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Introductie Taak Werkwijze Bronnen Beoordeling Introductie Bloemen kan je bijna overal om je heen zien. Van bloemen kun je heerlijk genieten. Je kunt.
Centraal Examen Nederlands
Uitleg  In dit spel is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk punten verzamelt door vragen goed te beantwoorden.  In ronde 2, 3 en 4 staat er ook een.
Het maken van een toets. Inleiding Voordat je aan de toets gaat beginnen doe je er verstandig aan om aan de volgende tips te denken: 1.Goed lezen Goed.
STAPPENPLAN VOOR HET MAKEN VAN EEN LEESTOETS LEESRONDE 1 - ORIENTEREND: -Lees titel, tussenkopjes etc. -Lees eerste en laatste alinea -Formuleer hoofdgedachte.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
8 Samengestelde Redeneringen identificeren
– examentraining schrijven & taalportfolio
De vraag is je beste vriend
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Sollicitatiebrief schrijven!
Werkstuk nask In de week van 23 januari 2017 (week 04) voor vrijdag 27 januari 12:15, inleveren Daarna: elke werkdag te laat: 5 punten (van de 100) van.
Alinea: kernzin + uitwerking
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Leesvaardigheid 2 Klaar voor je toekomst!.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Overtuigende tekst/betoog
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Alinea’s, inleiding, middenstuk en slot
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Beste ath 4..
Lezen samenvatten.
Onderwerp en hoofdgedachte
Door Roos K, Roos V, Lianne, Yosta en Marlijne
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
(week 045) voor vrijdag 02 januari 12:15, inleveren
Nederlands Tekstbegrip Onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
NSCCT Instructie groep 5
Examentraining.
Inleiding, middenstuk, slot
Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
Focus op de vraag –en nog even niet op het antwoord-
EXAMENTEKSTEN 1: SAMENVATTEN
NSCCT Instructie groep 5
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Wat leer je allemaal op school?
Digitale toetsen Quayn.
Transcript van de presentatie:

HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren Nederlands!? @mbbvp

Programma Ochtenddeel Middagdeel Doen Bespreken Je bent hier voor jezelf

Inhoud en werkwijze Inhoudsopgave Arcering Zonder arcering Bespreken van elk onderdeel EERST KORTE HERHALING

Citeren: Citeren: Je neemt letterlijk over. Er zijn twee manieren: De hele zin citeren; de zin die je moet hebben schrijf je woord voor woord over. Bijvoorbeeld: R16 – R18 “Leerlingen vinden het moeilijk om aan verwachtingen te voldoen, die ouders en docenten voor hen formuleren.”

Citeren: Verkort opschrijven: MANIER 2: Verkort opschrijven: R16 – R18,”1e + 2e woord … laatste twee woorden.” Bijvoorbeeld: R16 – R18 “Leerlingen vinden … hen formuleren.”

Lees de vraag goed, welk deel moet je citeren???  Citeer een woord  1 woord.  Citeer een woordgroep  een paar woorden die bij elkaar horen.  Citeer een zin  een zin gaat van hoofdletter tot punt.  Citeer een zinsdeel  slechts een deel van de zin(bijv. Een halve).  Citeer een regel  een regel loopt van links naar rechts op het blaadje.

ANTWOORDEN CITEERVRAGEN 1: “Dit is vooral......op school” (regel 20-23)

ANTWOORDEN CITEERVRAGEN 2: “Er is daarbij.....thuis gebruiken” (regel 78-80)

ANTWOORDEN CITEERVRAGEN 3: “Daarom zijn er...............te zien zijn” (regel 87-93)

ANTWOORDEN CITEERVRAGEN 4: “Alle moeders......de praatplaat” (regel 126-128) Of “ Alle moeders … hun taalaanbod” (regel 102 – 104)

Hoe beantwoord je een open vraag? Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Probeer het antwoord van de vraag uit de tekst te halen. Let goed op als er een maximum aantal woorden in de vraag staat.

Hoe beantwoord je een meerkeuze vraag? Lees de vraag. Ga terug naar de tekst en herlees het stukje waar de vraag over gaat. Bekijk de antwoorden en streep de foute antwoorden weg.

Handigheid bij wegstrepen: Voorbeeld: 1 antwoord is eigenlijk onzin. Een verleidingsantwoord; het gaat wel over het onderwerp, maar niet over de vraag. Een verleidingsantwoord; het geeft slechts een deel van het antwoord, maar is niet volledig. Het juiste antwoord.

De antwoorden bij meerkeuzevragen staan op alfabet. Wat is de belangrijkste functie van de alinea_s 1 en 2? De tekst inleiden door : A het geven van een historisch overzicht van het onderwerp H B het geven van een korte samenvatting van de hele tekst K C het geven van voorbeelden bij het onderwerp van de tekst V D het noemen van de directe aanleiding voor het schrijven van de tekst N*

Onderdeel aardrijkskunde

Bladzijde 11 Hieronder vind je vragen uit een examen aardrijkskunde, die je met “goed” lezen en een klein beetje gezond verstand kan beantwoorden. Het maakt dus niet uit of je het vak zelf hebt of niet, het gaat om het lezen en ‘logisch redeneren’. Beantwoord de vragen op een toets blaadje.   Soms is het beantwoorden van een vraag een kwestie van goed lezen en logisch denken.

AANWIJZING Onderstreep in de tekst welke informatie van belang is om de vraag te beantwoorden. Kijk naar de mogelijke antwoorden. Welke antwoorden Kun jij wegstrepen?

Onderdeel aardrijkskunde