Het internet
Termen WWW = World Wide Web E- mail: elektronisch postverkeer FTP = File transfer protocol : service om bestanden uit te wisselen tussen computers Nieuwsgroepen en communities : forums waarin over bepaalde onderwerpen gecommuniceerd wordt. Chatkamers, babbelboxen, webcams, videoconferentie.
Geschiedenis Amerikaans leger en de universiteiten zochten een makkelijke en veilige manier om informatie uit te wisselen en te communiceren Ontstaan eind jaren 60 http://www.internetvraagbaak.nl/internethistory.htm
Wat heb je allemaal nodig Toestel dat moduleert en demoduleert = modem Een firma die u toegang verschaft tot het internet = Internet Access Provider Knooppuntcomputers= routers die de wegen van het internet verbinden. Internet wegcode of protocol: geheel van afspraken.
Soorten verbindingen Smalband = gewone telefoonlijn Breedband = ADSL en kabelverbinding Kabelverbinding = TV aansluiting ADSL = Asymmetric Digital Subscriber Line Asymmetric = transmissiesnelheid van de provider naar de abonnee is hoger dan andersom Splitter: zorgt ervoor dat de modem en de telefoon(s) elkaar niet in de weg zitten op de telefoonlijn.
Fiche 2 : ordelijk surfen De delen van een browserscherm Surfen en navigeren Internetadressen analyseren en beredeneren.
Met een URL weet je niet alles… URL = Uniform Resource Locator. Internetadres = IP-adres (internet protocol) = uniek identificatienummer dat bestaat uit groepjes van cijfers (4 bytes) Bv. 195.0.110.48 Domeinnaam: Lees van rechts naar links Internationale domeinen of hoofddomeinen : .com, .gov,.org,.be Een voorbeeld. Een ander voorbeeld
Anatomie van een URL Onderdelen van http://www.standaard.be/index.htm http = protocol Hypertext Transfer Protocol https = Secure FTP = File Transfer Protoco WWW (world wide web) of intranet Domeinnaam van server registreren (land)code geeft internationale domein of hoofddomein weer. (Lijst). Het bestand dat op de server staat en geopend moet worden. (index.htm).
Delen van een webpagina Tekst Afbeeldingen Animaties Frames Schuifbalken Maak oefening 2 en 3 op blz. 7
Het bedieningspannel van je browser Vorige pagina Volgende pagina Stoppen met openen van pagina Meest recente versie terug openen (vernieuwen) (F5) Startpagina Zoeken Favorieten Geschiedenis Maak oefening 4,5 en 6 op blz. 9
Internetpagina is een uitvalsbasis Hyperlinks : verwijzing naar een andere locatie. Kan de vorm hebben van tekst, tekening of knop. Site is opgebouwd volgens een boomstructuur. Voorbeeld van een sitemap. VRT
Talrijke manieren om te surfen URL intypen Uit adresbalk kiezen Geschiedenis raadplegen Op hyperlinks klikken Op knop Vorige klikken Favorieten gebruiken
Favorieten Via het menu “Favorieten” -> “Toevoegen aan favorieten”. Je kan je favorieten in mappen indelen.
Oefeningen Maak oefening 7 en 8 op blz. 11
Wat hebben we gezien De onderdelen van een URL. De delen van een browserscherm Een website Manieren van surfen Werken met favorieten Maak de extra oefening.