Is taal een hefboom voor integratie? Piet Van Avermaet
Programma Huidige trends Taal en integratie Leren Taalleren uitdagingen 4 thema’s
Huidige trends Migratiepatronen wijzigen snel Globalisering Localisering (grootstedelijkheid) Migratie Mobiliteit Van diversiteit naar ‘super diversiteit’ Geglocaliseerde super diverse samenlevingen
In een context waar ‘superdiversiteit’ de norm wordt, is het belangrijk om te reflecteren over de grenzen van de huidige recepten (beleid en acties) die we in (taal)onderwijs gebruiken om het schoolsucces van kansarme en immigrantenkinderen te verhogen en om burgerschapsvorming te versterken.
Ons fundamenteel denken over diversiteit en onderwijs ontkent diversiteit als uitgangspunt. We erkennen diversiteit , maar blijven het moeilijk vinden om het als de norm in onderwijs te beschouwen. We erkennen diversiteit, enkel als conditie tot inpassing. Waardoor het meteen wordt gedevalueerd tot afwijking, achterstand, probleem, …
Huidige trends Polarisering Ideologie is terug In meeste Europese landen sterke focus op: Taal Testing Waarom?
Omslag rond eeuwwisseling Verstrenging van discours en beleid in heel Europa “Moet gedaan zijn met ‘bepampering’” Integratiebeleid wordt inburgeringsbeleid Strakker beleid ook voor naturalisatie (voorlopige uitzondering België) Nieuwkomers, oudkomers
Waarom verandering? Incidenten: Nederland, Frankrijk 9/11 ‘war on terror’ Integratiebeleid gefaald Failliet multiculturele samenleving Probleemsteden Probleemwijken Onderwijsproblemen Probleemjongeren Daadkrachtiger beleid, ook voor nieuwe migratie
Kernbegrippen van nieuwe beleid Taalkennis als conditie voor integratie Waarden en normen kennis als tweede conditie Verplichting Integratiediscours is de facto assimilatie in publieke sfeer
En toch: Zonder kennis van de ST kan men niet functioneren in de samenleving Kennis van de ST zet deuren open naar werk, school, ... Talen van immigranten zijn een obstakel voor integratie Talen van immigranten hebben een negatief effect op school en leerresultaten van immigrantenkinderen Dit zijn ideologische aannames waar nauwelijks of geen empirische evidentie voor bestaat
Taal en integratie Moet/kan taal een voorwaarde voor integratie zijn of voor het verwerven van de nationaliteit? Dit lijkt redelijk: Kennis van de taal verhoogt kansen op werk, onderwijs en opwaartse mobiliteit Alleen de ST verzekert deze mogelijkheden en de ST is het enige efficiënte en noodzakelijke communicatiemiddel We gaan ervan uit dat (bepaalde) immigranten GEEN talig repertoire hebben om succesvol in een land, regio of buurt te functioneren.
Taal en integratie Kennis van de taal verhoogt kansen op werk, onderwijs en opwaartse mobiliteit Kennis van ST zal problemen van immigranten niet oplossen (zie Parijs) Immigranten worden structureel gediscrimineerd Hun taalgebruik en ‘lage TV’ in ST is een effect eerder dan een oorzaak van laag succes Zolang de socio-economische marginalisatie voortduurt zal de toegang tot de ST beperkt en zelfs afgesloten blijven.
Taal en integratie Alleen de ST verzekert deze mogelijkheden en de ST is het enige efficiënte en noodzakelijke communicatiemiddel Alle EU landen zijn meertalig We geven onderwijs in de ST Leerkrachten gebruiken vaak varianten van ST of dialect op speelplaats Voor ons professioneel leven hebben we vaak Engels nodig Ook in dagdagelijks leven hebben we verschillende taalvariëteiten nodig: internet, games, kranten, … Deelname aan de samenleving veronderstelt een meertalig repertoire. Er is dus meer nodig dan alleen kennis van ST
Taal en integratie We gaan ervan uit dat immigranten GEEN talig repertoire hebben om succesvol in een land, regio of buurt te functioneren. Immigranten zijn meertalig. Beheersen vaak ook ST Vaak zijn ze meertaliger dan vele Vlamingen Deze functionele MT geeft hen de mogelijkheid om in de buurt te integreren Hun MT is ‘slecht’. Kennis van VT is goede MT Discours is vaak: ‘ze spreken de taal niet’, dus ‘ze zijn niet geïntegreerd of willen niet’. Veronderstel dat op een dag alle immigranten ‘voldoende’ SN spreken. Zal dit de deuren tot werken plots openen, zullen ‘wij’ plots met hen beginnen communiceren?
Waarom verplichten? Zal verplichting van deelname, van inspanning, resultaatsverbintenis, taaltoets leiden tot meer kansen, betere participatie, meer sociale cohesie of tot nog striktere percepties, verwachtingspatronen en groter gevoel van stigmatisering, meer spanningen
Hoeveel taal? Hoeveel ‘taal’ moet iemand kennen om als geïntegreerd te worden beschouwd? Wat is de rationale om een niveau te bepalen? Waarom 1 niveau?
Leren: wat werkt Hattie (2009) en anderen: Hoge verwachtingen Team teaching Leren als een gedeeld proces (leerder als actieve actor) De sociale context van leerder als vertrekpunt Gecontextualiseerd onderwijs Leerkracht als mediator (tussen leerder en leerdoelen) Meer interactief, coöperatief en probleemoplossend leren Heterogeniteit als meerwaarde Continue assessment
Waar leren we het meeste van? lezen 10 % horen 20 % zien 30 % zien en horen samen 50 % bij discussie, met anderen bespreken 70 % door persoonlijk ervaren, doen 80 % door het uit te leggen aan een ander 95 % William Glasser (www.wglasser.com)
Vormen van leren Formeel – informeel Impliciet – expliciet
TAAL Systeem om betekenis te geven; om retrospectief te oordelen over bepaalde ervaringen Andere semiotische systemen Meervoudige geletterdheid Multimodaliteit als vorm van meervoudige geletterdheid Om te leren, om kennis te ontsluiten
TAAL Niet zomaar een vehikel, maar een sociaal geconstrueerd systeem Meerdere variëteiten Variëteiten zijn contextrelevant Meervoudige repertoires Verschillende codes Sociaal cultureel bepaald Match/mismatch met onderwijsomgeving
TAAL EN LEREN Interactie, interactie, interactie, … Thuis en school: verschillende repertoires Krachtige leeromgeving Positief, veilig klasklimaat Betekenisvolle activiteiten/taken Ondersteuning door interactie Gecontextualiseerd Individueel verschillend
Waarom leren volwassenen een taal? Om maatschappelijk te kunnen functioneren We functioneren in bepaalde domeinen/sociale omgevingen met verschillende repertoires Niemand beheerst een taal volledig. We hebben allemaal een meertalig repertoire. Dat repertoire is steeds in ontwikkeling afhankelijk van onze noden repertoire is domeinspecifiek met specifiek lexicon, genre, stijl, etc. Relatie tussen taal en leren Leren is sociaal-cultureel bepaald Onderwijsachtergrond Wel of geen structurele referentiekaders Verschillende codes in verschillende omgevingen Formeel en informeel leren Impliciet en expliciet leren Is individueel verschillend en grillig Multimodaliteit in communicatie
Kenmerken van krachtige formele taalleeromgeving Relevant functioneel doel Begrijpelijk taalaanbod Kloof Motivatie Ondersteuning Veilig klimaat Echte interactie
Doelgerichtheid Is het doel van de oefening relevant voor de cursisten? Is de oefening functioneel? Vertrekt de activiteit van taalelementen of van een zinvolle taak? Primeert het kunnen gebruiken van taal op de kennis van regels, woorden, …?
Kloof ? … tussen de taalvaardigheid die de taak vereist en de huidige taal-vaardigheid van de cursisten. Als er niets nieuws te rapen valt, heeft de oefening geen leerpotentieel. Niet te groot of te klein omwille van motivatie en competentiegevoel. Biedt de oefening mogelijkheden om die kloof groter of kleiner te maken, maw. te differentiëren?
Taalaanbod Is er veel, rijk, relevant, interessant, aangepast, begrijpelijk… taalaanbod in de oefening? Biedt de activiteit voldoende ’nieuw’ taalaanbod? Is er voldoende gekend taalaanbod om het nieuwe taalaanbod betekenis te geven, te situeren, te kaderen,… ? Is de talige context relevant ifv. gestelde doel(en)?
Motiverend is de activiteit uitdagend, wekt het nieuwsgierigheid op, activeert voorkennis en creëert een openheid op de wereld van de taak? Relevant, nuttig voor reële leven? speelt de inhoud eventueel in op specifieke interesses van cursisten? stelt de activiteit een probleem dat overwonnen kan worden door het gebruik van (nieuwe) taal, zoals het stellen van vragen, het lezen van een tekstje,….
Ondersteuning Is er voldoende tekstuele en visuele context? Zijn er voldoende hulpmiddelen voorzien om mogelijke moeilijkheden die een taak bevat, helpen te overwinnen, voor het geval het fout gaat? activeren of aanbieden van kennis van de wereld, feedback, betekenisonderhandeling, uitleg, explicitering? Betrekt het denken van mensen bij het oplossen van de taak?
Interactie Zet de taak aan tot echte en oprechte interactie of samenwerking? Kunnen taaluitingen (hypotheses over hoe iets gezegd, geschreven,... moet worden) uitgeprobeerd worden? biedt extra taalaanbod biedt hulp bij het overbruggen van de kloof
De rol van de lesgever lesgever als bezieler veilig klasklimaat motiveren lesgever als ondersteuner kennis van de wereld uitbuiten en uitbreiden differentiëren initiatief aan de cursisten laten geen extra kloof inbouwen lesgever als organisator klasorganisatie tijd geven om groepswerk te leren
Uitdagingen Ons denken over integratie, diversiteit en taal moet anders Een sterker taal- en diversiteitsbeleid Sociale participatiekansen hangt van veel meer af dan taal Het moet van twee kanten komen Mensen activeren in het helpen opbouwen van sociale netwerken Professionaliseren van taalcoaches en trajectbegeleiders Trajectbegeleiders als intermediair tussen werkgever en werknemer
4 thema’s Onderbrekingen in het taaltraject Door vakantie Door interimarbeid Eerst Nederlands, dan werk? Kennen we onze migratiegeschiedenis? Taal op maat? SN versus dialect Aansluiten bij behoeften van cursisten Handhaving Tot op welk niveau? Sanctioneren? Wat na het traject?
Taalactiveringsdag 25 februari 2013 DANK U piet.vanavermaet@ugent.be