Welkom Voorganger: Dhr. J. Smit Ouderling van dienst: Marcel Muizelaar Organist: Johan Bredewout Schriftlezingen: Lukas 8: 22-25 Handelingen 27 * *
Beleveniswandeling Samen wandelen en praten over geloof en natuur! Het is boeiend om als wandelaars van elkaar te horen hoe zij de schepping beleven. Door met suggesties aan de slag te gaan worden deelnemers tijdens het wandelen geattendeerd op de stilte, de geluiden, de bloemen en andere natuuraspecten. De beleving (en een eventueel gesprek) staat centraal.
Beleveniswandeling De werkgroep van het Nederlands Bijbelgenootschap van Vollenhove-Sint Jansklooster organiseert een beleveniswandeling. In juni moesten we onze voorgenomen wandeling vanwege het onweer en de storm afzeggen.
Beleveniswandeling We willen jullie nu uitnodigen met ons mee te lopen in het Waterloopbos, op D.V. zaterdagmiddag 26 oktober 2019 om 13.30 uur. We beginnen samen op de parkeerplaats en de wandeling is ongeveer 5 km lang. Je hoeft je niet op te geven maar bel voor vragen of opmerkingen: Anja van der Linde 0527 246687
Vespers Ook dit seizoen willen we elke woensdagavond een vesper houden. Dat is een kort moment van stilte, schriftlezing en gebed. Het doel van deze wekelijkse activiteit is meervoudig: Het stimuleren van het gebedsleven van gemeenteleden, bidden is de kern van het geloof Het regelmatig openstellen van het kerkgebouw als plaats voor rust, bezinning en gebed. Het creëren van rustmomenten in een turbulente samenleving
Vespers Dit seizoen willen we opnieuw elke woensdag op één plek, de Grote Kerk in Vollenhove, samen komen. Op die manier hoeft u nooit te twijfelen waar de vesper ook al weer was. Een vaste plaats en een vaste tijd dus! De Grote Kerk om 19.15 uur.
Vespers Deze vespers zullen afwisselend worden geleid door predikanten en gemeenteleden. Mocht u hieraan mee willen werken, geef het dan door aan één van de predikanten! We beginnen op woensdag 13 november en gaan door tot Pasen. Iedereen is van harte welkom!
Lied voor de dienst NLB 1005: 1 en 4
Welkom Voorganger: Dhr. J. Smit Ouderling van dienst: Marcel Muizelaar Organist: Johan Bredewout Schriftlezingen: Lukas 8: 22-25 Handelingen 27 * *
Welkom en mededelingen
NLB 89: 1 en 4
Bemoediging en groet
NLB 89: 7
Gebed
Efeziërs 2: 4-10
Eén in Christus De apostel Paulus zegt: Omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus.
Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus. Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan.
Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.
ELB.: 203
1 Genade, zo oneindig groot, dat ik, die’t niet verdien, het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan ’k zien.
2 Genade, die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook, als ik mij tot Hem keer, dat God mij nooit verlaat.
3 Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis.
4 Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond.
Kinderlied : Diep, diep, diep, als de zee hoog, hoog, hoog als de lucht, wijd, wijd wijd als het water blauw is Jezus liefde voor jou en mij 't is net zo diep diep, diep als de zee, is Jezus liefde voor jou!
Deep, deep, deep as the sea, high, high, high as the sky, wide, wide, wide as the water blue is Jesus’ love for you and me it is as deep, deep, deep as the sea, is Jesus’ love for you!
Kinderen naar de kindernevendienst
Schriftlezing Efeziërs 4: 1-3 (BGT) Leef in vrede met elkaar De apostel Paulus zegt: Jullie weten dat ik in de gevangenis zit omdat ik de Heer dien. Vanuit de gevangenis vraag ik jullie om te leven op een manier die bij christenen past.
Schriftlezing Efeziërs 4: 1-3 (BGT) God heeft jullie uitgekozen. Denk daarom niet aan jezelf, maar wees altijd vriendelijk en geduldig. Verdraag elkaars fouten, en houd van elkaar. De heilige Geest heeft ervoor gezorgd dat jullie een eenheid zijn. Doe je uiterste best om die eenheid te bewaren, door in vrede met elkaar te leven.
Zeeklank: Je hoeft niet bang te zijn
Schriftlezing Lukas 8: 22-25 (NBV) Op een van die dagen stapte hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en zei tegen hen: ‘Laten we naar de overkant van het meer gaan, ‘en ze voeren het meer op. Onderweg viel hij in slaap. Er kwam een wervelstorm opzetten, zodat de boot water maakte en dreigde te zinken.
Schriftlezing Lukas 8: 22-25 (NBV) Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Meester, Meester, we vergaan!’ Hij stond op en sprak de wind en de golven bestraffend toe. Daarop ging de wind liggen en kwam het water tot rust.
Schriftlezing Lukas 8: 22-25 (NBV) Hij vroeg hun: ‘Waar is jullie geloof?’ De leerlingen waren geschrokken en zeiden vol verbazing tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen?’
Zeeklank: Op U alleen (lied 939)
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Festus besloot dat het tijd was om Paulus naar Italië te sturen. Hij gaf Paulus over aan één van zijn officieren, die Julius heette. Die moest Paulus samen met andere gevangenen naar Rome brengen. Wij, de vrienden van Paulus, gingen mee. Met z’n allen gingen we aan boord van een schip dat naar de stad Adramyttium ging, en we vertrokken.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) De volgende dag kwamen we in Sidon aan. Paulus vroeg aan de officier of hij de christenen in de stad mocht bezoeken. Dan konden zij voor hem zorgen. De officier behandelde Paulus vriendelijk, en vond dat goed. In Myra vond de officier een schip uit Alexandrië dat naar Italië onderweg was. Hij liet ons verder reizen met dat schip.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Door de wind kwam het schip maar moeilijk vooruit. Pas na veel dagen waren we in de buurt van de stad Knidus. Daar waaide de wind zo hard, dat we om het eiland Kreta moesten varen, langs Salmone. Met moeite zeilden we een eind langs de kust van het eiland. Toen kwamen we aan in een plaats die Goede Havens heet, vlak bij de stad Lasea.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Paulus waarschuwt voor moeilijkheden Intussen waren we al heel lang onderweg. Het was bijna winter, en dus werd het te gevaarlijk om verder te varen. Daarom waarschuwde Paulus de mensen op het schip. Hij zei: ‘Ik denk dat we grote problemen krijgen als we verder varen. Niet alleen de lading en het schip zijn in gevaar, maar onze levens ook!’
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Maar de officier luisterde niet naar Paulus. Hij vertrouwde op de stuurman en de kapitein.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Het gaat stormen Ook de meeste andere mensen op het schip wilden weg uit Goede Havens. Want die plaats was niet geschikt om er in de winter te blijven. Ze hoopten de stad Feniks te bereiken, een haven op Kreta. Daar konden schepen in de winter wel veilig liggen.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Toen de wind zachtjes uit het zuiden begon te waaien, dachten de mensen op het schip dat het plan zou lukken. Ze trokken het anker omhoog en zeilden zo dicht mogelijk langs de kust van Kreta. Maar al snel begon het te stormen.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) De wind waaide hard uit het noordoosten en trok het schip mee, weg van het eiland. We probeerden het schip te draaien, maar dat lukte niet. Toen lieten we ons maar meedrijven.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Het schip komt in een zware storm Toen we aan de zuidkant van het eilandje Kauda kwamen, hadden we even wat minder last van de wind. Daardoor lukte het de zeemannen om de reddingsboot naar het schip toe te trekken en aan boord te halen. Ook werd het schip steviger gemaakt door er touwen omheen te binden.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Het bleef hard stormen, en de volgende dag waren we nog steeds in gevaar. Daarom gooiden de zeemannen de lading van het schip in zee. En weer een dag later gooiden ze zelfs een deel van de zeilen weg.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Dagenlang was de zon niet te zien, en ’s nachts zagen we ook geen sterren. Het bleef maar stormen. Ten slotte hadden we geen hoop meer dat we ooit nog gered zouden worden.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Paulus zegt dat er niemand zal sterven De mensen op het schip wilden niet meer eten. Maar Paulus ging tussen hen in staan en zei: ‘Jullie hadden naar mij moeten luisteren en op Kreta moeten blijven. Dan waren we niet in deze problemen terechtgekomen. En dan hadden we niets in zee hoeven gooien. Nu vraag ik jullie om moed te houden.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Want het schip zal wel zinken, maar niemand van ons zal sterven. Een engel van de God die ik dien, heeft me dat verteld. Vannacht kwam die engel naar me toe. Hij zei: ‘Wees niet bang, Paulus. Jij moet naar de keizer toe. En vanwege jou zal God alle mensen op het schip redden.’
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Houd dus allemaal moed! Want ik vertrouw op God. Ik weet zeker dat alles zal gaan zoals de engel gezegd heeft. Het schip zal zinken in de buurt van een eiland.’
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Het schip komt in de buurt van land Het stormde veertien dagen lang, en al die tijd dreven we rond in de Adriatische Zee. Toen, midden in de nacht, dachten de zeemannen dat we in de buurt van land kwamen. Ze gingen meten hoe diep het water was. Het was daar ongeveer 40 meter diep. Even verderop keken ze weer.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Toen was het water nog maar 30 meter diep. De zeemannen waren bang dat het schip tegen een rots in stukken zou breken. Daarom gooiden ze vier ankers uit. Toen lag het schip stevig vast. Iedereen hoopte dat het snel licht zou worden. Intussen lieten de zeemannen de reddingsboot in het water zakken.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Ze zeiden dat dat nodig was om nog meer ankers te kunnen vastmaken. Maar eigenlijk wilden ze vluchten. Daarom zei Paulus tegen de officier en zijn soldaten: ‘Als de zeemannen niet op het schip blijven, kunnen jullie niet gered worden.’
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Toen hakten de soldaten de touwen door waarmee de reddingsboot vastzat, en ze lieten de boot leeg wegdrijven.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Paulus zegt dat iedereen moet eten Nog voordat het ochtend werd, wilde Paulus dat iedereen wat ging eten. Hij zei: ‘Jullie zijn nu al veertien dagen lang bang, en al die tijd hebben jullie niets gegeten. Maar nu moeten jullie echt iets eten. Dat is nodig voor jullie redding. Want er zal niets met jullie gebeuren.’
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Toen Paulus dat gezegd had, pakte hij een brood en dankte God. Iedereen zag hoe hij het brood in stukken brak en begon te eten. Daardoor kregen de mensen nieuwe moed, en iedereen begon te eten. In totaal waren er 276 mensen op het schip. Toen iedereen genoeg gegeten had, werd het graan uit het schip in zee gegooid. Zo werd het schip minder zwaar.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Het schip breekt in stukken Toen het licht werd, zagen we een kust met een strand. We wisten niet waar we waren, maar we wilden wel proberen erheen te varen. Dus maakten de zeemannen de touwen los waarmee het roer vastgebonden zat. Ook de ankers die het schip op zijn plaats hielden, werden losgemaakt. Die bleven in zee achter.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Tegelijk werd voor op het schip een zeil gehesen. En de zeemannen stuurden het schip recht op het strand af. Maar het schip raakte een zandbank onder water. Het voorste deel van het schip kwam helemaal vast te zitten. En door de kracht van de golven begon het achterste deel in stukken te breken.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Alle mensen springen in zee De soldaten waren bang dat de gevangenen weg zouden zwemmen en zouden ontsnappen. Daarom wilden ze hen doden. Maar de officier hield hen tegen, want hij wilde dat Paulus in leven zou blijven. Daarom gaf hij het bevel dat iedereen in zee moest springen.
Schriftlezing Handelingen 27 (BGT) Eerst de mensen die konden zwemmen, en daarna de anderen. Die konden dan planken en andere delen van het schip gebruiken om te blijven drijven. Zo kwamen alle mensen veilig aan land. Toen hoorden we dat we op een eiland waren. Het heette Malta.
NLB 445: 1 en 3
1 God heeft mij zijn Zoon gegeven Door ‘t geloof nam ik Hem aan; Ja, ik weet het, ik zal leven En door Hem ten Hemel gaan. Zelfs eer ik nog was geboren Heeft mij God in Hem verkoren, Eer zijn woord met scheppersmacht Dit heelal tot zijn aanzijn bracht.
3 Ruwe stormen mogen woeden, Alles om mij heen zij nacht, God, mijn God zal mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang Zijn hulp verbeiden, Zijne liefde blijft mij leiden: Door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, Voert Hij mij in ‘t eeuwig licht.
Overdenking
Zeeklank: You raise me up
JdH 73: 1 en 2 (samenzang)
1 Zie ons wachten aan de stromen, Aan de oever der rivier; Straks zal onze Bootsman komen, En wij varen af van hier. Refrein: Hoe de storm ook moge woeden, Op de reis naar d' eeuwigheid, Jezus is de trouwe Bootsman, Die ons altijd veilig leidt.
2 Door de kille, kille stromen, Gaan wij naar het Godspaleis; 't Eng'lenlied klinkt uit de verte En verkwikt ons op de reis. Refrein: Hoe de storm ook moge woeden, Op de reis naar d' eeuwigheid, Jezus is de trouwe Bootsman, Die ons altijd veilig leidt.
Zeeklank: Ik zal er zijn
Kinderen komen terug
Dankgebed
Collecte De collecte is bestemd voor de diakonie
NLB 864: 1 en 2
Zegen