- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Handel en marketing hoofdstuk 9
Advertisements

Modellen Hoofdstuk 3.
De economische positie van EU-landen Crisis in de EU.
Goedemorgen …….en.
Risdilbeek.be Dilbeek FairTradeGemeente. risdilbeek.be Miljoenen boeren in de wereld leven in armoede. Er is een dubbele verklaring voor deze armoede:
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
TLV - Logistiek Wat is logistiek?.
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie of werken
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Abstracte kunst & Onderwijs anders leren kijken - anders leren denken
HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen
Keynesiaans model J. Zonjee.
Er zijn vele soorten goederen en diensten
Een groeiende economie is niet noodzakelijk een betere economie
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
VWO 5: Modellen Hoofdstuk 1: Crisis
Herinnering Hoe wordt het voor jou en de docent prettig? 1) Praat nooit door de docent heen. Ook als je een goed antwoord wilt geven, steek je je vinger.
Productiemiddelen H8 B129 – B131 Stan & Boudewijn.
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Economische kringloop
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Boekje: Kopen en Werken Hoofdstuk 1:
HAVO 5: Groei en inkomen Hoofdstuk 1: De vorming van inkomen
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Samenvatting hoofdstuk 4
ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR VOORWERP EN METHODE.
Fase 1 Ken de (detail)handel
Andreas Jansen maart 2010 Aan dit commerciële verhaal wordt gewerkt!
Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld?
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
Welkom bij het vak economie!
PLEIN M DAG: economie in het leergebied
Indonesië.
De Bedrijfskolom.
Het begrip marketing, goederen en diensten, dienstenmarketing
Basisboek Marketing Hoofdstuk 1 Vraag en aanbod.
Lesbrief Crisis HAVO 4.
De economische kringloop
Hoofdstuk 4 Distributie (plaats)
Hoofdstuk 6 Productie.
De productiestructuur
Schaarste en ruilen 1 Kern Onderzoek Afsluiting
Economie.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
Welkom havo 4..
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
3.1 PRODUCTIE.
Welkom havo 4..
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Toegevoegde Waarde 1 IntroFox.
Schaarste en welvaart Produceren en kiezen.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Vmbo 2 economie Goede producten?
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Consumenten/producenten/overheid
Economische kringloop
Het maken van goederen en het leveren van diensten
Wat doet de groothandel?
Optimale welvaart bij volledige mededinging
Welvaart begripsbepaling.
Havo 4 Hoofdstuk 1 Schaarste en welvaart.
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
Transcript van de presentatie:

- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood - Inkomen 2 IBS - produceren - Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -

Vraag Wat is economie? De economie bestudeert keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.

Vragen Geef een omschrijving van de volgende begrippen: De economie bestudeert keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten. Geef een omschrijving van de volgende begrippen: Productie Consumptie Distributie Wat is het verschil tussen een producent en een consument? Wat is het verschil tussen gebruik en verbruik? Wanneer is een product schaars voor jou?

Productie, Consumptie, Distributie Productie: het toevoegen van waarde, gebruikswaarde en of emotionele waarde, door het veranderen of bewust niet veranderen van de fysieke toestand van producten om daarmee voor de mens de gewenste eigenschappen te verkrijgen of te behouden Consumptie: verbruik is het gebruik van goederen en diensten voor behoeftebevrediging. Distributie: betekent onder andere uitdelen, ronddelen, verdeling en verspreiding.

Producent en consument Producent: een persoon, organisatie of bedrijf dat producten of diensten levert. In economische zin is het de persoon of het bedrijf, dat voor de productie daarvan zorgt Consument: gebruiker of verbruiker is een persoon of huishouden, die goederen en diensten consumeren (gebruiken/verbruiken) die worden geproduceerd in de economie Gebruik: meerdere malen toepasbaar (tractor) Verbruik: eenmaal toepasbaar (diesel)

Beschikbare middelen zijn toereikend t.o.v. de behoeften Schaarste Beschikbare middelen zijn toereikend t.o.v. de behoeften Als er productiefactoren nodig zijn om een goed te produceren zijn ze schaars …….. Productiefactoren: Kapitaal Arbeid Grond (Natuur) Ondernemerschap

Vragen Geef een omschrijving en een voorbeeld van: Eindproduct Halffabricaat Bijproduct

Einproduct-halffabricaat-bijproduct Eindproduct: Wat na een aantal bewerkingen verkregen wordt. De voor de klant bestemde product.  Het einde van de productiekolom. Het uiteindelijke product dat de weg grondstof-halffabricaat-eindproduct heeft doorlopen. Een product die klaar voor gebruik is. Halffabricaat: Het halffabricaat is een product dat al bewerkt is, maar nog niet af. Om van een halffabricaat een eindproduct te maken, moeten nog één of meerdere bewerkingsslagen worden gedaan. Bijproduct: Product dat ongewild ontstaat naast het hoofdproduct, zoals een afvalproduct.