Tweede pijler: Institutionele macht

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers
Late Middeleeuwen.
Karel en grote problemen
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
De Bourgondische Nederlanden
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
5 kenmerken van het tijdvak
Staatsvorming en centralisatie
De Christelijke Kerk in West Europa valt uiteen
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Verdediger van het Christendom
Paragraaf 4.3 Vorige les: toenemende zelfstandigheid van steden
De Nederlanden onder Habsburgs gezag
1.1 De koningen van Engeland en Frankrijk
Vandaag: H.4 afronden Powerpoint over staatsvorming met als voorbeeld Bourgondië Tekst lezen en opdracht maken Verhaal vertellen over Jeanne d'Arc.
De Republiek in een tijd van vorsten
Les 7 – Opkomst van de nationale staten
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 13 - Investituurstrijd.
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 44 Ontstaan der Gewesten.
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Tijd van steden en staten ( n. Chr.)
DE LATE MIDDELEEUWEN Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
Tijd van steden en staten
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Tijd van steden en staten
Machtsstrijd in tijden van crisis
De strijd om de macht: van feodale naar territoriale koninkrijken
De strijd om de macht: van feodale naar territoriale koninkrijken
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
§4 Christendom in Europa
1.4 De Nederlandse Opstand
H 3 Monniken en ridders§ 3.4 Christendom in Europa Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de hiërarchie van de rooms katholieke kerk in elkaar.
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Staatsvorming en centralisatie
Tijd van steden en staten
H4.4 Het ontstaan van machtige staten
H4.3 De Strijd tussen paus en keizer om de macht
Kenmerkend aspect: Staten werden gevormd en door centralisatie werd het bestuur efficiënter.
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
Staten in wording ( ) Centralisatiepolitiek in de middeleeuwen.
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
4.1 de Pruikentijd.
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Samenvatting 4.5 Opkomst steden en staten
Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer
De vroege middeleeuwen
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Paragraaf 4.2 De expansie van de christelijke wereld
Hoofdstuk 4 Steden en Staten
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 32: Het Grote Schisma van 1054.
Vorsten en vazallen in de europese rijken ( )
De Geschiedenis van de Nederlanden Les 1: Ontstaan der Gewesten
Par 3: Oorzaken van de Franse Revolutie
Algemeen: Hoe staatvorming begon
Hoe staatvorming begon in Frankrijk
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
Tijd van Steden en Staten
Transcript van de presentatie:

Tweede pijler: Institutionele macht Engeland

Blz 142 Domesday Book Waarom was het Domesday Book een belangrijk instrument in de centralisatiepolitiek? Voor het eerst werden alle bezittingen geïnventariseerd. Op basis van dat kadaster kan de koning centrale belastingen innen. Waarom werden de onderzoekers naar gebieden gestuurd die ze niet kenden? Zodat ze objectief te werk zouden gaan (ze kennen de mensen niet)

Blz 142 Magna Charta Op welke groepen en personen had de Magna Charta betrekking? Aartsbisschoppen, bisschoppen, abten, graven, hertogen, vazallen, de stad Londen en alle steden en havens Welke groep uit de 3de stand had al rechten verworven? De handelaars en de steden Over het gros van de Engelse bevolking wordt met geen woord gerept. Over welke groepen gaat het? De boeren op het platteland en de ambachtslui in de steden.

Blz 142 Magna Charta De Magna Charta was het eerste geschreven contract tussen koning en zijn onderdanen waarin de macht van de koning werd ingeperkt. Waarom? De koning kon niet alleen beslissen, maar moest vanaf nu rekening houden met een verkozen raad van baronnen.

Plantagenets Willen macht uitbreiden! Domesday Book 1214: Slag bij Bouvines  verlies! (conflict met vazallen) 1215: Magna Charta = toegevingen van de Engelse koningen worden neergeschreven (macht verdelen) Koning houdt zich er niet aan  oprichting van parlement Vanaf 14de eeuw: Lagerhuis = burgerij, lage clerus, adel Hogerhuis = hoge clerus, adel

Engeland centralisatie territoriaal institutioneel Slag bij Hastings = oorlog Domesday Book = inventaris = macht vergroot Eleanor van Aquitanië = huwelijkspolitiek Magna charta = contract = macht verkleint West-Frankrijk in Engelse handen

Tweede pijler: Institutionele macht Frankrijk

Centralisatiepolitiek van de Franse koningen Blz 143 Centralisatiepolitiek van de Franse koningen Waarom kozen de koningen in de volle middeleeuwen hun medewerkers uit de burgerij en niet meer uit de adel en clerus? De burgerij behoorde tot de 3de stand en was geen machtsconcurrent. De macht van adel en clerus moest juist gebroken worden.

Op basis van capaciteit Blz 143 VAZAL AMBTENAAR Levenslang Afzetbaar Verloning in grond Verloning in geld Op basis van trouw Op basis van capaciteit Welke drie functies riepen de Franse koningen voor hun centralisatie in het leven? Ambtenaren Staten-generaal Koninklijk huurleger

Parlement vs Staten-Generaal Engeland Frankrijk Parlement Staten-Generaal Vertegenwoordiging uit drie standen Opgelegd door het volk Opgelegd door de Franse koning Decentralisatie Centralisatie

Staten-Generaal = vertegenwoordiging van de 3 standen Waarom verkozen de Franse koningen een huurleger i.p.v. een ridderleger? Een huurleger maakte de koning minder afhankelijk van de adel (= die dienden in een ridderleger) Vanaf eind 12de eeuw Ambtenaren Bestuur Innen belastingen Controle Tegengewicht: Staten-Generaal = vertegenwoordiging van de 3 standen Hooggerechtshof: rechtspraak Huurleger: landsverdediging

De honderdjarige oorlog Frankrijk vs Engeland (alweer!)

1214: Jan zonder Land raakt bezittingen kwijt 1066: Willem wint de Slag bij Hastings Machtiger dan zijn leenheer Nakomelingen van Willem verzamelen meer grond in Frankrijk 1214: Jan zonder Land raakt bezittingen kwijt

De honderdjarige oorlog (1337-1453) Oorzaak: Einde van de Capetingers Probleem: troonsopvolging Frankrijk 1328 = Filips VI van Valois Engeland = Edward III Plantagenet Verwantschap: neef Verwantschap: neefje (zoon van zus)

Wat is er gebeurd? Edelen kozen Filips VI. Edward werd hertog van Guyenne. Aanleiding komt 7 jaar later wanneer Guyenne de hulp van Filips inroept wegens te hoge belastingen. Honderdjarige oorlog

Honderdjarige oorlog (niet constant oorlog) Tot 1453: Engelsen geven zich gewonnen GEVOLGEN: Frankrijk Positief: koning versterkt zijn macht en grondgebied Negatief: zware oorlogsschade, verlies van Franse bezittingen Engeland Negatief: intense twisten leiden tot Rozenoorlog om Engelse troon  TUDORS AAN DE MACHT!

Opkomst van de koninklijke macht Hindernissen: Concurrentie van adel (leenmannen) Concurrentie van kerk Concurrentie van andere landen Troeven: Opkomst van steden Inkomsten uit belastingen

Frankrijk centralisatie territoriaal institutioneel Ambtenaren hooggerechtshof huurleger Slag van Bouvines = oorlog Strijd om koningschap (gewonnen) West-Frankrijk weer in Franse handen Centraler bestuur

Tweede pijler: Institutionele macht Duitse rijk

De relatie tussen kerk en vorst De Duitse keizer wil zijn macht vergroten. Daarbij kwam hij in conflict met de machtige Kerk. = INVESTITUURSTRIJD Duitse rijk = Heilig Roomse Rijk (HRR) Over welke Italiaanse gebieden regeerde de Duitse keizer? Pauselijke staten + Noord-Italiaanse stadsrepublieken

Tweezwaardenleer = ieder kan rechtspreken in zijn eigen gebied instituut territorium

De paus is universeel en staat daarom boven de keizer. De keizer heeft zijn macht van God gekregen en hoeft dus ook geen rekenschap te geven aan de paus.

Rijkskerk en investituurstrijd 10de eeuw: keizer trekt de macht naar zich toe ten nadele van de paus en adel = CENTRALISATIE Controle over kerk door benoeming bisschoppen stelt hen aan als leenmannen (geen nakomelingen) Keizer controleert geestelijke + wereldlijke investituur  macht over kerk + bestuur Keizer wil ook pausen benoemen  paus reageert! Concordaat van Worms: kerk benoemt de geestelijken

SYMBOLISCHE BETEKENIS Blz 145 Document 119 Aartsbisschop benoemt Otto van Saksen tot keizer van het Heilig Roomse Rijk. Het gaat hier om wereldlijke investituur. VOORWERP SYMBOLISCHE BETEKENIS ZWAARD VERDEDIGING VAN HET CHRISTENDOM SCEPTER WERELDLIJKE MACHT RING GEESTELIJKE MACHT

Blz 145 Document 120 De keizer van het HRR wordt afgebeeld met clerus en adel (die ondersteunden zijn macht). De keizer plaatste zijn wereldlijke macht boven die van de kerk. Hoe zie je dat? De keizer staat centraal, de clerus staat aan zijn zijde. Hij houdt de rijksappel vast (voorstelling christelijke macht)

Blz 147 Document 122 Wie verkiest de paus? Kardinalen Dat mag niet gebeuren door een leek (zoals de keizer).

Blz 147 Document 123 Concordaat van Worms wordt opgesteld tussen de Paus en de keizer. De kerk benoemt volgens het Concordaat de bisschoppen. Troostprijs: Aanwezigheid + advies is doorslaggevend bij onenigheid. Hij kan bisschoppen nog als vazal benoemen.

Oosters SChisma twee kerkleiders! https://nieuws.vtm.be/buitenland/178363-patriarch-en-paus-schrijven- geschiedenis (vanaf 01:02 min) twee kerkleiders! Paus Fransiscus – Katholieke Kerk Patriarch Kirill – Orthodoxe Kerk

Oosters schisma Waarom? Meningsverschillen tussen oost en west groeien Voorrangpositie van de paus celibaat eucharistieviering Wat? Scheuring van de kerk: Oost en West Wanneer? 1054 Gevolgen? Twee kerken Westen: Rooms-katholieke kerk ( hoofdstad: Rome) Oosten: Grieks-orthodoxe kerk ( hoofdstad: Constantinopel)

Moord op Thomas Becket (Engeland) Scheuring binnen de kerk

Engelse koning wil macht uitbreiden Gaat ten koste van de kerk Thomas Becket (foto) reageert! Hij wordt vermoord in opdracht van de koning. Reactie van het volk: kwaad!  Invloed van de Engelse koning neemt af ten voordele van de invloed van de kerk.

Het Westers Schisma (Frankrijk) Scheuring binnen de kerk

Wist je dat... Er ooit 2 pausen waren? Waarom? Franse koning benoemt nieuwe paus in Avignon.  Probleem: 2 pausen (Rome en Avignon) Wat? Scheuring binnen de kerk Wanneer? van 1378 tot 1417 Gevolg: kerkelijk verval + prestige van de Franse koning versterkt