Apotheekassistentenopleiding

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Advertisements

5. Modellen voor atoombouw
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG
Toepassen van Wetenschap
Ontleding en industrie
Rutherford en meer van die geleerde mannen....
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Herhaling hoofdstuk 5 Ioniserende straling.
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens
5.6 Fotolyse Waterstof: belangrijk voor economie
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Chemische reacties De mol.
Scheikunde DE MOL.
Isotopen & Massa’s Klas 4.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Voorbereiding op paragraaf 6.2 van het boek natuurkunde overal 2HV
Start scheikunde havo 4 .
Thema 5: Classificatie 1. Opdracht.
4. Atomen in chemische symbolentaal
Quiz Thierry Van Peteghem Benny Temmerman 4 Handel.
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
1.2 Het atoommodel.
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Voedingsstoffen.
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
Hoofdstuk 2. Bouwstenen van stoffen
Scheikunde Chemie overal Week 1
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
De Zon.
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Reeks 5 major Zie nano p.37 e.v..
Summerschool Algemene Chemie
massa 1,67 • g Atoommassa Avogadro Massa H atoom
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
NAMEN EN SYMBOLEN VAN ELEMENTEN Jasmijn Domburg, Kim Dekker, Tessa Mennen.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
L1 Laboratoriumtechniek RAvIt 1 Namen en symbolen van elementen Per dia 10 s. de tijd Schrijf de antwoorden op!!
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Organische meststoffen
3 4.
Atoomtheorie Dalton Kleinste deeltje in de stof is atoom
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Rekenen met atomen De mol.
Wat weten we over atomen?
Doorstroom Scheikunde les 1
Namen en symbolen van elementen
Atoomtheorie Dalton Kleinste deeltje in de stof is atoom
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
massa Atoommassa Avogadro Wet van Avogadro Massa H atoom
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Organische meststoffen
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

Apotheekassistentenopleiding Toelatingsproef SJIB

Onderdelen van de cursus Deel 1 : Meten en wegen Deel 2 : Algemene biologie Deel 3 : Chemie

Deel 3 : Chemie Periodiek systeem – atomen Periodiek systeem – getallen Molecuulmassa

Chemische elementen uit het periodiek systeem H = waterstof He = helium Li = lithium B = boor C = koolstof N = stikstof O = zuurstof F = fluor Ne = neon Na = natrium Mg = magnesium Al = aluminium P = fosfor S = zwavel Cl = chloor Ar = argon K = kalium Ca = calcium Br = broom Sn = tin I = jood Ba = barium Hg = kwik Au = goud Fe = ijzer Alle chemische elementen moeten in 2 richtingen gekend zijn

Schrijfwijze van de chemische elementen - 1 symbool : steeds met hoofdletter, vb. K, H, B - 2 symbolen : eerste hoofdletter met erna een kleine letter vb. Ca, Mg, He

Sorteervraag H = waterstof He = helium Li = lithium B = boor C = koolstof N = stikstof O = zuurstof F = fluor Ne = neon Na = natrium Mg = magnesium alle chemische elementen moet je in de 2 richtingen kennen Al = aluminium P = fosfor S = zwavel Cl = chloor Ar = argon K = kalium Ca = calcium Br = broom Sn = tin I = jood Ba = barium Hg = kwik Au = goud Fe = ijzer

Structuur van atoom - in kern (massa) proton (p): positief geladen deeltje neutron (n): ongeladen deeltje - rond de atoomkern (geen massa) elektron (e): negatief geladen deeltje in totaal is een atoom neutraal geladen: dus aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen

Elementen van het periodiek systeem Basiskennis is de betekenis van volgende getallen uit de tabel Massagetal = 24,305 = massa atoomkern = protonen + neutronen Atoomnummer = 12 = aantal protonen = massa protonen

Elementen van het periodiek systeem Kunnen vervolgens berekend worden Atoommassa = 24 = afgeronde getalwaarde van het massagetal Neutronengetal = 12,305 = Massagetal – atoomnummer = massa van de neutronen

Oefeningen atoommassa= A vb: Anatrium: 22,989 -> 23 Aaluminium: 26,9815 -> 27 Akoolstof: 12,01115 -> 12

oefeningen Hoeveel protonen, elektronen en neutronen bezitten respectievelijk: 23 11 Na 31 15 P 80 35 Br

Oplossing aantal protonen aantal elektronen aantal neutronen natrium 11 11 23-11= 12 fosfor 15 15 31-15= 16 broom 35 35 80-35= 45

Molecuulmassa = M = som van alle individuele atomen vb. Water = H2O = 2 x H-atoom + 1 x O-atoom M (H2O) = = ( 2x1) + 16 = 18 vb. H2SO4 = 2 x H-atoom + 1 x S-atoom + 4 x O-atoom M (H2SO4 ) = ( 2x1) + 32 + ( 4x 16) = 98

Oefeningen op molecuulmassa - M (P2O5) - M ( Mg(OH)2) - M ( Fe2S3)

Oplossing - M (P2O5)= ( 2x 31) + ( 5x 16) = 142 - M ( Mg(OH)2) = 24 + ( 2 x 16) + ( 2 x 1) = 58 - M ( Fe2S3)= ( 2 x 56) + ( 3 x 32) = 208