Apotheekassistentenopleiding Toelatingsproef SJIB
Onderdelen van de cursus Deel 1 : Meten en wegen Deel 2 : Algemene biologie Deel 3 : Chemie
Deel 3 : Chemie Periodiek systeem – atomen Periodiek systeem – getallen Molecuulmassa
Chemische elementen uit het periodiek systeem H = waterstof He = helium Li = lithium B = boor C = koolstof N = stikstof O = zuurstof F = fluor Ne = neon Na = natrium Mg = magnesium Al = aluminium P = fosfor S = zwavel Cl = chloor Ar = argon K = kalium Ca = calcium Br = broom Sn = tin I = jood Ba = barium Hg = kwik Au = goud Fe = ijzer Alle chemische elementen moeten in 2 richtingen gekend zijn
Schrijfwijze van de chemische elementen - 1 symbool : steeds met hoofdletter, vb. K, H, B - 2 symbolen : eerste hoofdletter met erna een kleine letter vb. Ca, Mg, He
Sorteervraag H = waterstof He = helium Li = lithium B = boor C = koolstof N = stikstof O = zuurstof F = fluor Ne = neon Na = natrium Mg = magnesium alle chemische elementen moet je in de 2 richtingen kennen Al = aluminium P = fosfor S = zwavel Cl = chloor Ar = argon K = kalium Ca = calcium Br = broom Sn = tin I = jood Ba = barium Hg = kwik Au = goud Fe = ijzer
Structuur van atoom - in kern (massa) proton (p): positief geladen deeltje neutron (n): ongeladen deeltje - rond de atoomkern (geen massa) elektron (e): negatief geladen deeltje in totaal is een atoom neutraal geladen: dus aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen
Elementen van het periodiek systeem Basiskennis is de betekenis van volgende getallen uit de tabel Massagetal = 24,305 = massa atoomkern = protonen + neutronen Atoomnummer = 12 = aantal protonen = massa protonen
Elementen van het periodiek systeem Kunnen vervolgens berekend worden Atoommassa = 24 = afgeronde getalwaarde van het massagetal Neutronengetal = 12,305 = Massagetal – atoomnummer = massa van de neutronen
Oefeningen atoommassa= A vb: Anatrium: 22,989 -> 23 Aaluminium: 26,9815 -> 27 Akoolstof: 12,01115 -> 12
oefeningen Hoeveel protonen, elektronen en neutronen bezitten respectievelijk: 23 11 Na 31 15 P 80 35 Br
Oplossing aantal protonen aantal elektronen aantal neutronen natrium 11 11 23-11= 12 fosfor 15 15 31-15= 16 broom 35 35 80-35= 45
Molecuulmassa = M = som van alle individuele atomen vb. Water = H2O = 2 x H-atoom + 1 x O-atoom M (H2O) = = ( 2x1) + 16 = 18 vb. H2SO4 = 2 x H-atoom + 1 x S-atoom + 4 x O-atoom M (H2SO4 ) = ( 2x1) + 32 + ( 4x 16) = 98
Oefeningen op molecuulmassa - M (P2O5) - M ( Mg(OH)2) - M ( Fe2S3)
Oplossing - M (P2O5)= ( 2x 31) + ( 5x 16) = 142 - M ( Mg(OH)2) = 24 + ( 2 x 16) + ( 2 x 1) = 58 - M ( Fe2S3)= ( 2 x 56) + ( 3 x 32) = 208