Hoofdstuk 2 Taalverzorging Spelling: aan elkaar of los © Noordhoff Uitgevers bv 2015 4gt 1F
Inhoud Lastige gevallen De regels Oefenen
Lastige gevallen… Dameshakken of Dames hakken?
De regels Je schrijft twee of meer woorden aan elkaar als zij één begrip vormen. Je doet dit bij: Werkwoorden die beginnen met: op, over, aan, uit, enz.: Morgen zal ik de toets nakijken. Mijn broertje van twee kan zichzelf al aankleden.
De regels Je doet dit bij: Samenstellingen die bestaan uit twee of meer zelfstandige naamwoorden: schoenenwinkel frietkraam klantenkaart
De regels Je doet dit bij: Samengestelde aardrijkskundige namen: West-Duitsland Zuid-Amerika Noord-Holland
De regels Je doet dit bij: Getallen tot en met duizend: vierentwintig achthonderd vijfduizend
De regels Je doet dit bij: Voorzetsels met woorden als er-, daar-, hier- en waar-: erover hiermee waarbij
De regels Je doet dit bij: Twee voorzetsels die achter elkaar staan: onderdoor achterlangs vooruit
Welke woorden horen aan elkaar? In de volgende tekst staan zes woorden die aan elkaar geschreven moeten worden. Welke? Ik wil graag met jullie mee naar Zuid-Limburg, maar ik moet van mijn moeder eerst mijn kamer opruimen. Er liggen zo’n zestien paar vuile sokken onder mijn bed en er is laatst een glas cola omgevallen. De cola kroop overal tussendoor, waardoor alles nu plakt. M’n moeder heeft de schoonmaakdoekjes al voor me klaargelegd. Ik wil graag met jullie mee naar Zuid Limburg, maar ik moet van mijn moeder eerst mijn kamer op ruimen. Er liggen zo’n zes tien paar vuile sokken onder mijn bed en er is laatst een glas cola omgevallen. De cola kroop overal tussen door, waar door alles nu plakt. M’n moeder heeft de schoonmaak doekjes al voor me klaargelegd.