Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten Ecologie Basisstof 6: Competitie en cooperatie Basisstof 7: Abiotische factoren
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten gastheer gast mutualisme voordeel commensalisme - parasitisme nadeel
Mutualisme Nijlkrokodil Krokodilvogel Eet normaal beesten Staat vogel toe in zijn mond rond te lopen Krokodilvogel Verwijdert parasieten uit mond krokodil Verwijdert en eet voedselresten Eet parasieten (o.a. bloedzuigers) Notes: Mammal - Bird relationships are common. Questions: Can you think of other animal-bird symbiotic relationships? Why and how do you think this relationship evolved? What special adaptations might have developed for this relationship?
Mutualisme Heremietkreeft Zeeanemoon Wordt beschermd door stekende tentakels zeeanemoon Zeeanemoon Krijgt voedselresten van kreeft
Mutualisme Buffel Ossenpikker Laat de vogel eten Eet teken en andere parasieten van de huid Waarschuwt de buffel voor gevaar
Mutualisme Korstmossen, bestaan uit: 1) Algen 2) Schimmel Maken organische stoffen (suikers) m.b.v. fotosynthese 2) Schimmel Zorgt voor water en mineralen Komt via alg aan organische stoffen
Mutualisme: mycorrhiza mycorrhiza met larix mycorrhiza met berk holsteelboleet Schimmel Levert voedingsstoffen (mineralen) Boom Maakt m.b.v. voedingsstoffen organische stoffen (suikers) vliegenzwam
Commensalisme Clownvis Zeeanemoon Schuilplek tussen zeeanemoon Heeft slijmlaag tegen netelcellen anemoon Zeeanemoon Geen voordeel, geen nadeel Notes: Mammal - Bird relationships are common. Questions: Can you think of other animal-bird symbiotic relationships? Why and how do you think this relationship evolved? What special adaptations might have developed for this relationship?
Commensalisme Zuigvis Reist mee met haai Haai - Geen voordeel of nadeel
Parasitisme
Plantaardige parasieten Vogellijm of maretak onttrekt water en voedingsstoffen aan de gastheer
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten gastheer gast mutualisme voordeel commensalisme - parasitisme nadeel
Optimumkromme Minumum Maximum Optimum
Tolerantiegebied Tolerantiegrens
Tolerantie en beperkende factor Tolerantiegrenzen - tolerantiegebied soort heeft voor een abiotische factor zijn kenmerkende tolerantiegebied. bepalen het verspreidingsgebied (= gebied waar soort voorkomt) per abiotische factor optimumkromme met: Minimum / optimum / maximum - waarde Beperkende factor= de abiotische factor die het verst van de optimumwaarde ligt
Abiotisch: 1 Temperatuur Beinvloeding tijdstip ontkieming zaden, bloei Enzymwerking Warmbloedig Groot tolerantiegebied Koudbloedig Klein tolerantiegebeid Animatie oppervlakte – inhoud bij warmbloedigen
Abiotisch: 2 Licht Energiebron (fotosynthese) Warmte Beïnvloeding van tijdstip trek, bloei, ontkieming van zaden
Abiotisch: 3 Lucht Samenstelling (CO2, O2 etc) Beweging (wind) Luchtvochtigheid
Abiotisch: 4 Water Stroming?, Diepte? Samenstelling, osmotische waarde, pH, bouwstof / oplosmiddel, grondstof
Abiotisch: 5 Bodemgesteldheid Structuur Doorlaatbaarheid (lucht/water) Vermogen water vast te houden Gehalte organische stoffen (humus) Samenstelling (pH, nitraten)