Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

Do’s and Don’ts presentaties
Basiskennis maatschappijleer 2 klas 4
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Het socialisme Paragraaf 7..
Rechten van burgers Plichten van de overheid
De staatsinrichting van Nederland.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
Staatsinrichting van Nederland
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Ontwikkeling van politieke rechten.
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
De staatsinrichting van Nederland.
Samenvatting in beeld van het werkboek Maatschappijleer
Politiek.
de tijd van burgers en stoommachines
Inleiding politieke stromingen
De liberale revolutie in 1848
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
§2: politieke stromingen en partijen:
H10.2 Feminisme en socialisme
H8.3 Burgers aan de macht: De Amerikaanse revolutie
Rechtsstaat en democratie: lesplan. Tot 1848:  Republiek (hoofdlijnen): KA Opstand in de Nederlanden KA De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van.
Evolutie van de democratie in Nederland Met de Acte van Verlating van 1581 werd de onafhankelijkheid van de Republiek uitgeroepen, die na afloop.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Deze les: Uitleggen rechtsstaat Maken opdrachten.
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Democratische rechtsstaat?
Multiple politica Tegendemocratie Vertegenwoordigende democratie
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
De Grondwet van 1848.
de tijd van burgers en stoommachines
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
de tijd van burgers en stoommachines
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Les politieke stromingen
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Het Koninkrijk der Nederlanden
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
CRIMINALITEIT.
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Democratie of dictator
Democratie en Dictatuur
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Veranderingen in het welvaartsvraagstuk
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk
Sociale veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Maatschappijwetenschappen
Veranderingen in het vormingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk HAVO ~ Deel ~ H8

Paragrafen 8.1 Revolutie 8.2 Gezag en representatie 8.3 Theorie en ideologie 8.4 Democratisering

8.1 Revolutie Naties -> sociale cohesie -> conflicten tussen naties -> interne conflicten - Staat te machtig, vrijheid burger verminderd Revolutie -> Drang van mensen naar vrijheid -> Mensen wilden de macht in handen van het volk

8.2 Gezag en representatie Vroegere eeuwen: Koningen hadden de macht Later verloren de vorsten hun gezag Gezag; de macht van een actor wordt als legitiem beschouwd Interne soevereiniteit; een staat heeft gezag bij de bevolking

8.2 Gezag en representatie Microniveau Gezag op basis van… Persoonlijke kwaliteiten Geleverde prestaties De positie of functie die iemand heeft Macroniveau: - Wanneer de macht van overheid wordt erkent > interne soevereiniteit

8.2 Gezag en representatie Representatie – representativiteit ‘No taxation without representation’ Representatie; mensen vertegenwoordigen een bepaalde groep Er is een groep gevormd (groepsvorming) waarvoor één of een aantal leden optreden. Ontstaan van politieke instituties * Een kiesstelsel * Politieke partijen

8.2 Gezag en representatie Representatie – representativiteit Ontstaan van democratie; het volk regeert > Volkssoevereiniteit Representativiteit; mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die zij vertegenwoordigen Representativiteit heeft betrekking op: - Achtergrondkenmerken - Standpunten - Besluiten

8.3 Theorie en ideologie Theorie Democratieën verschillen van elkaar (Amerika vs Nederland) 2 Visies over de mate van wenselijkheid van politieke participatie: Ontwikkelingsvisie Hoe groter de politieke participatie hoe beter Instrumentele visie Een grote representatie is belangrijk, een grote participatie is een gevaar voor de democratie

8.3 Theorie en ideologie Ideologie Drie verschillende visies op wenselijkheid van democratie: Socialisme- sociaaldemocratie Talenten van mensen zijn gelijk Inspraak van burgers is belangrijk (referenda ook wenselijk) Gelijke kansen op kennis om volwaardig te participeren Confessionalisme- christendemocratie Dmv verkiezingen kunnen burgers kiezen wie hen vertegenwoordigen Invoering van referenda is niet wenselijk Volksvertegenwoordigers en bestuurders moeten rekening houden met mening van alle kiezers Liberalisme Voorstanders van referenda Geloven in de kracht van het individu. Minder bestuurders en meer daadkracht

Creëren van democratische rechtsstaat 8.4 Democratisering Democratische rechtstaat Bestaat uit twee politieke instituties: Democratie Rechtstaat Bij beide instituties zijn de waarden gelijkheid en vrijheid te herkennen Creëren van democratische rechtsstaat Democratisering Gebrek aan inspraak Behoefte aan representatie

8.4 Democratisering Democratisering Het proces van democratisering Kiesrecht -> Censuskiesrecht Democratisering verwijst naar het proces dat er meer rechten komen voor mensen die dit eerst niet hadden - Kiesrecht - Gelijkheidsbeginsel 3 Soorten rechten: Klassieke grondrechten ; vrijheid van godsdienst en meningsuiting, privacy… Politieke rechten ; kiesrecht, vrije verkiezingen.. Sociale rechten ; onderwijs, werk en uitkeringen…. -

Tot slot een samenvatting.. 8.1 Naties worden steeds belangrijker in de westerse wereld. Mensen voelen zich meer verbonden met de natiestaat (cohesie). Dit leidt tot conflicten tussen naties. Uiteindelijke ontstaan er interne conflicten waarbij de burgers vinden dat de staat te machtig is geworden en de vrijheid van burgers wordt ingeperkt. 8.2 Koningen hadden vroeger veel macht, wanneer dit door de burgers werd geaccepteerd, dan was er sprake van gezag. Hierbij gaat het om macht die als legitiem wordt beschouwd. Door de jaren heen gaan de burgers steeds meer strijden voor invloed. Zo wilden zij graag dat verschillende groepen vertegenwoordigd zouden worden (representatie). Uiteindelijk leidde deze strijd tot politieke instituties; een kiesstelsel en politieke partijen.

Samenvatting… 8.3 In deze paragraaf worden twee verschillende visies besproken ten opzichte van politieke participatie: de ontwikkelingsvisie en de instrumentele visie. Volgens de ontwikkelingsvisie is representatie erg belangrijk. Hoe meer burgers betrokken zijn bij de politiek, hoe beter. De instrumentele visie is het hier niet mee eens en geeft aan dat heel veel participatie niet wenselijk is. Aangezien veel mensen niet democratisch denken is veel participatie een gevaar. Mensen kunnen hun politieke voorkeur doorgeven door te stemmen op de partij die hun waarden en belangen het beste vertegenwoordigt. Als het gaat om ideologieën dan blijken zij verschillende ideeën te hebben over democratie. 8.4 Het hele proces, wat begon met een gebrek aan inspraak, leidde tot een democratische rechtsstaat. Een democratische rechtsstaat bestaat uit twee politieke instituties: democratie en de rechtsstaat. Er heeft hierbij een heel proces van democratisering plaats gevonden. Dit heeft uiteindelijk geleidt tot: klassieke grondrechten, politieke rechten en sociale rechten.