A little/a few/few/little - vergelijkingen Grammar 2.1 & 2.2 A little/a few/few/little - vergelijkingen
(a) little and (a) few NIET TELLEN (niet telbaar) a little little een beetje of een paar weinig NIET TELLEN (niet telbaar) a little little TELLEN (telbaar) a few few
een paar appels Kun je appels tellen? Ja, 1 appel, 2 appels a few appels een beetje of een paar weinig NIET TELLEN a little little TELLEN a few few
weinig zout Kun je zout tellen? Nee, 1 zout, 2 zout??? (wel 1 zoutkorrel, 2 zoutkorrels) little salt een beetje of een paar weinig NIET TELLEN a little little TELLEN a few few
Vergelijkingen
Korte woorden Vergrotende Trap Overtreffende trap Small Smaller Smallest High Higher Highest Cute Cuter Cutest Sweet Sweeter Sweetest
Veranderende woorden Vergrotende Trap Overtreffende Trap Happy Happier Happiest Guilty Guiltier Gultiest Big Bigger Biggest Smelly Smellier Smelliest
Lange woorden woorden met 2 lettergrepen die niet eindigen op een –Y en woorden met 3 lettergrepen of meer Vergrotende Trap Overtreffende Trap Silent More silent Most silent Expensive More expensive Most expensive Careful More careful Most careful Melodious More melodious Most melodious
Uitzonderingen Vergrotende Trap Overtreffende trap Good Better Best Bad Worse Worst Much/many More Most
Hetzelfde Tim is even groot als Els. Jaap is even sterk als Jon. Laura is net zo mooi als Jane. Tim is as big as Els. Jaap is as strong as Jon. Laura is just as pretty as Jane.