Wat doet de overheid: Gezondheidszorgbeleid Taak 4 “En wie gaat dat betalen” Inleiding in de gezondheidszorg Hoofdstuk 18-Deel 1
Veranderingen in de gezondheidszorg Mensen worden steeds ouder door: Steeds meer en betere behandelingen O.a. meer en betere medicijnen Meer oudere mensen → meer chronisch zieken Meer vraag naar zorg → meer kosten Steeds meer ‘care’ nodig naast ‘cure’ → meer kosten
Taak 4 Opdracht 1 t/m 4
Kostenbeheersing door overheid Voorbeelden m.b.t. ziekenhuis Verleden: Werken met een budget Nadeel: op = op Gevolg: wachtlijsten
Kostenbeheersing door overheid Voorbeelden m.b.t. ziekenhuis Nu: DBC’s (=Diagnose-behandelcombinaties) DBC’s heten inmiddels DOT’s (= DBC’s Op weg naar Transparantie)
Kijk- en leesopdracht Film Reader http://vimeo.com/65734279 Diagnosebehandelcombinatie
DOT’s DOT’s (= DBC’s Op weg naar Transparantie) Prijskaartje per diagnose (all-in-tarief) A-segment en B-segment A-segment Nza heeft prijs vastgesteld (dus in alle ziekenhuizen gelijk) B-segment = planbare zorg Zorgverzekeraars kunnen met ziekenhuis onderhandelen over prijs van planbare zorg (± 70% van alle zorg) Complicaties moeten nu door ziekenhuis worden betaald → prikkel om complicaties te verminderen → kwaliteit!
Taak 4 Opdracht 5 t/m 11
Kosten van geneesmiddelen ± 10 % van de totale kosten van de gezondheidszorg per jaar 7% stijging van kosten voor geneesmiddelen Vergrijzing → meer geneesmiddelen Meer ziekten die met geneesmiddelen kunnen worden behandeld Ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen
Kosten van geneesmiddelen Geneesmiddelen op recept: Betalen we samen (premie) → vergoed via zorgverzekering (wel eerst van eigen risico!) Hoe duurder de gezondheidszorg (o.a. a.g.v. geneesmiddelen), hoe hoger de premie Dus: kosten van geneesmiddelen moeten niet onnodig hoog worden!
Beperken van kosten van geneesmiddelen Stimuleren om minder geneesmiddelen te gaan gebruiken Afspraken maken over keuze van geneesmiddel Vergoeding van geneesmiddelen beperken Zorgen voor lagere prijzen
Stimuleren om minder geneesmiddelen te gebruiken Patiëntvoorlichting over alledaagse kwalen “Het gaat zonder geneesmiddel over” “U kan een zelfzorgmiddel kopen”
Afspraken maken over de keuze van het geneesmiddel Via standaarden en richtlijnen Alleen geneesmiddelen die bewezen effectief zijn worden opgenomen (evidence based) ‘Zuinig en zinnig’ gebruik van geneesmiddelen Farmacotherapeutisch overleg (FTO): overleg van apotheker met artsen
Zorgen voor lagere prijzen, o.a. door Voorschrijven op stofnaam (VOS) Apotheker kan dan het middel van de firma betrekken die het goedkoopst levert Preferentiebeleid: de zorgverzekeraar bepaalt van welke firma de apotheek het middel moet kopen
Zorgen voor lagere prijzen, o.a. door GVS (= Geneesmiddelenvergoedingssysteem) Geneesmiddelen met vergelijkbare werking worden in groepen ingedeeld Gemiddelde DDD-prijs per groep (DDD = daily defined dosis) Indien middel duurder is bijbetalen door patiënt
Zorgen voor lagere prijzen, o.a. door Wet geneesmiddelenprijzen (1996) Een geneesmiddel mag in ons land niet duurder zijn dan de gemiddelde prijs van het geneesmiddel in de landen om ons heen → gevolg: halvering van de prijs Parallelimport De importeur koopt het middel in het buitenland → gevolg: Grieks op het doosje (+ Nederlandse bijsluiter)
EVS = Electronisch VoorschrijfSysteem Werkt via ICPC-codering Houdt rekening met; NHG-standaard (1e keus, 2e keus, enz.) leeftijd, geslacht, contra-indicaties