Forensische (verslavings)zorg: Samen sta je sterker Dr. Eric Blaauw Lector verslavingskunde Hanzehogeschool Groningen e.blaauw@VNN.nl
Wat zijn de kille feiten?
Drugs en criminaliteit Bij drugsverslaving is de kans op een delict drie tot vier keer groter (review Bennet, Holloway & Farrington, 2008) Crack: 6 x Heroïne: 3 x Cocaïne: 2.5 x Amfetaminen: 1.9 x Cannabis: 1.5 x Alle vormen van druggebruik en (partner)-geweld gaan hand in hand (Moore et al., 2008; Cafferky et al., 2016)
Alcohol en geweld 62% van plegers van ernstig gewelddelict (levensdelict, verkrachting, huiselijk geweld, kindermishandeling) dronk voor het delict (Review in elf landen: Murdock e.a., 1990) Alcohol en geweld gaan hand in hand (Cafferky et al., 2016; Foran & O’Leary, 2007) Kans op agressie onder alcoholisten naar schatting 12 keer zo hoog (Murdock e.a., 1990). In bevolkingen met meer alcoholconsumptie meer geweldsdelicten (Bye, 2007) Meer huiselijk geweld waar alcohol wordt verkocht (Livingston, 2011) 50-60% alcoholisten in behandeling pleegt huiselijk geweld (Murphy & O’Farell, 1996) Meer seksueel geweld bij alcoholisten (o.a. Kraanen & Emmelkamp, 2011)
Psychische stoornis en criminaliteit Eerder opgenomen patiënten hebben 3-11 keer zo grote kans op latere veroordeling (Hodgins, 1995) Persoonlijkheidsstoornissen geven drie keer zo hoge kans op criminaliteit (Yu, Geddes & Fazel, 2012) ADHD verhoogt kans op criminaliteit met 15 procent (Pratt et al., 2002) In combinatie met middelen worden de delictrisico’s vele malen hoger (Popma, Blaauw & Bijlsma, 2012)
Maar waarom deze relaties?
Drugs en geweld Door geweld is het gemakkelijker middelen of geld voor drugs te krijgen (economische relatie) Geweld hoort bij de drugsscene (systemische relatie) Middelen hebben een direct effect op mensen door een psycho-farmacologische relatie Farmacologische effecten (intoxicatie) Onthoudingsverschijnselen Neurotoxische effecten (langdurig gebruik) Druggebruikers en delictplegers hebben gezamenlijke onderliggende kenmerken gemeen
Vierde verklaring: gezamenlijke factoren Middelen versterken al aanwezige tendensen. Het zijn vooral gezamenlijke onderliggende symptoom- en karakterclusters die samenhangen met kans op agressie. Problematische symptoom- en karakterclusters Impulscontrole
Let dus op de relatie van persoon en omgeving Alle modellen kloppen, maar het gaat vooral om de onderliggende kenmerken Let dus op de relatie van persoon en omgeving Let op het persoonlijk verhaal
Omgevingskenmerken gerelateerd aan criminaliteit 4 W’s Wonen Werken Wijfje (partnerrelatie) Woef (vrijetijdsbesteding) Financiën Sociaal netwerk
Persoonskenmerken gerelateerd aan agressie Vijandigheid Antisociale opvattingen Beperkte oplossingsvaardigheden Stress, depressie, angst, arousal Impulsiviteit Sensation seeking Hyperactiviteit Aandachtsproblemen Compulsiviteit Let daarbij altijd ook op verslaving
persoonskenmerken en situationele kenmerken vereist aandacht voor het De nadruk op persoonskenmerken en situationele kenmerken vereist aandacht voor het persoonlijke verhaal
Bereik van verslavingszorg
Bereik van verslavingszorg 25% van mannen en 10% van vrouwen krijgt ooit een middelenstoornis (Trimbos) Één op de tien komt in zorg (Ladis) Behandelkloof bij verslaving het grootst Maar Veel mensen zelfredzaam met steun van hun omgeving (zie ook Tuithof, 2015) Mensen komen in zorg door stimulatie vanuit omgeving
Partners hebben last Partners hebben tal van klachten (Benishek, Kirby & Dugosh, 2011) Allen hebben relatieproblemen (100%) en emotionele problemen (100%) Bijna allen hebben financiële problemen (90%) en familieproblemen (87%) Meer dan helft heeft gezondheidsproblemen (68%) en last van geweld (70%) Ongeveer een op de zes heeft problemen met politie en justitie (17%) Partners hebben psychische en lichamelijke problemen en minder kwaliteit van leven (Hussaerts, Roozen & Meyers, 2007)
Kinderen hebben last Kinderen hebben tal van klachten (Overview: Barber & Crisp, 1994) Kleine kinderen. Driejarigen zijn impulsiever en hebben meer gedragsproblemen (alcohol). Daarbij geen consistente relatie met IQ of schoolprestaties Basisschoolkinderen. Depressiever, meer gezondheidsproblemen (alcohol), meer problemen met ouders en meer parentificatie. Gelukkig betere relaties met broertjes/zusjes en relaties met cognitieve functies inconsistent. Meerdere studies rapporteren meer kindermishandeling Adolescenten. Meer emotionele problemen, minder sociale competentie en slechtere gezondheid. Minder vervolgopleidingen Volwassen kinderen. Inconsistente bevindingen omtrent (psychische) gezondheid en persoonlijkheidsproblemen Overdracht van verslaving op kinderen (Anthonio et al., 2016)
VISIE OP VERSLAVING
Visies op verslaving Het is een karakterzwakte (moreel model) Het komt door het middel (farmacologisch model) Het is een ziekte voor mensen die er kwetsbaar voor zijn (ziektemodel) Leshner (1997): Verslaving is een chronische recidiverende hersenziekte (hersenziektemodel)
Nieuwe visie op verslaving Het is een samenspel van biologische, psychische en sociale factoren (bio-psycho-sociale model) Maar let ook op zingeving (o.a. Frankl, 1946, 2011) Dus een focus op het persoonlijke bio-psycho-sociale model met toevoeging van zingeving (BPSZ) is gewenst
Behandeling in de forensische verslavingszorg
Forensische verslavingszorg: Doelen Recidivevermindering Persoonlijk herstel (van functies, rollen, enz.) Behandelen van de problematiek Stabiliseren of stoppen middelengebruik Verbeteren (of stabiliseren) van levensgebieden Verminderen van klachten Verbeteren van de kwaliteit van leven.
Forensische verslavingszorg: Standaardbehandeling Start met risicotaxatie Vervolg met een diepgaande delictketen-analyse en netwerkanalyse (vroeg)signaleringsplan terugvalpreventieplan resocialisatieplan (eventueel verdere diagnostiek) Geïntegreerd behandel-/begeleidingsplan in overleg tussen cliënt, toezichthouder en zorgprofessional (regiebehandelaar) Halfjaarlijks monitoren van de voortgang in de behandeling/begeleiding, bij voorkeur in overleg tussen cliënt, toezichthouder en zorgprofessional (regiebehandelaar)
Aandacht voor omgeving Vanuit gedragseconomie en CRA (Correia e.a., 2005) bekend dat mensen zich moeten richten op belonende activiteiten in de omgeving die niets met alcohol of drugs te maken hebben
Plezierige activiteiten lijst Hoe vaak deed je iets in de afgelopen maand en hoe leuk vind je het om dat te doen? 140/57 activiteiten (Roozen et al., 2008) Sociale activiteiten Sensation seeking activiteiten Huiselijke activiteiten Cultuur, wetenschap en reizen Passieve, ontspannende activiteiten Sport gerelateerde activiteiten Intimiteit, persoonlijke aandacht
Plezierige activiteiten lijst Sociale activiteiten Op het werk met anderen een taak uitvoeren Ouders, familie, etc. bezoeken Vrienden of bekenden bezoeken Met vrienden eten Een feestje geven Een brief schrijven of mailen Een praatje maken met een onbekende Iets vertellen wat ik meegemaakt heb Internetten Chatten op Internet
Het belangrijkste leerpunt is dat altijd de omgeving moet worden betrokken in de forensische (verslavings)zorg en dat altijd het persoonlijk verhaal van belang is
Mogelijkheden Forensische sociale netwerkanalyse Signaleringsplan en terugvalpreventieplan opstellen samen met omgeving Richten op herstel in relatie tot omgeving Omgeving in de kliniek halen Vaderprogramma’s (PI Leeuwarden, Veenhuizen) Plezierige activiteiten zijn de focus Inzetten ervaringsdeskundigen
Alleen ga je sneller maar Samen kom je verder Dr. Eric Blaauw e.blaauw@VNN.nl
References American Psychiatric Association (2014). Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Amsterdam: Boom. Barber, J. G. & Crisp, B. R. (1994). The effects of alcohol abuse on children and the prtner’s capacity to initiate change. Drug and Alcohol Review, 13, 409-416. Benishek, L. A., Kirby, K. C., & Dugosh, K. L. (2011). Prevalence and frequency of problems of concerned family members with a substance-using loved one. The American Journal Of Drug And Alcohol Abuse, 37(2), 82-88. Anthonio, G.G., Willems, I., Jansen, D. & vander Meer-Jansma, M. (2016). Verslaafde ouder is risico voor kind. Medisch Contact, 27 september. Bennett, T.,Holloway, K., & Farrington, D. (2008). The statistical association between drug misuse and crime: A meta-analysis. Aggression and Violent Behavior, 13(2), 107–118. Cafferky, B. M., Mendez, M., Anderson, J. R. & Stith, S. M. (2016). Substance use and intimate partner violence: A meta-analytic review. Psychology of Violence. http://dx.doi.org/10.1037/vio0000074. Correia, C. J., Benson, T. A., & Carey, K. B. (2005). Decreased substance use following increases in alternative behaviors: A preliminary investigation. Addictive Behaviors, 30(1), 19-27. Daley, D. C., & Raskin, M. S. (1991). Treating the chemically dependent and their families. Thousand Oaks, CA, US: Sage Publications, Inc. Frankl, V.E. (2011). De Zin van het bestaan. Rotterdam: Ad Donker b.v. Foran, H. M., & O’Leary, K. D. (2008). Alcohol and intimate partner violence: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 28, 1222-1234. Houwing, S., Bijleveld, F.D., Commandeur, J.J.F. & Vissers, L. (2014). Het werkelijk aandeel verkeersdoden als gevolg van alcohol Aanpassing schattingsmethodiek. R-2014-32. Den Haag: SWOV. Hunt, G.M., & Azrin, N.H. (1973). A community reinforcement approach to alcoholism. Behaviour Research And Therapy, 11(1), 91-104 Hunt, G.E., Siegfried, N., Morley, K., Sitharthan, T. & Cleary, M. (2013). Psychosocial interventions for people with both severe mental illness and substance misuse. Cochrane Database of Systematic Reviews, 10. DOI: 10.1002/14651858.CD001088.pub3. Hussaarts, P., Roozen, H. G., Meyers, R. J., van de Wetering, B. M., & McCrady, B. S. (2012). Problem areas reported by substance abusing individuals and their concerned significant others. The American Journal On Addictions, 21(1), 38-46. Kraanen, F. L., & Emmelkamp, P. M. G. (2011). Substance misuse and substance use disorders in sex offenders: A review. Clinical Psychology Review, 31(3), 478–489. Leshner, A.I. (1997). Addiction is a brain disease, and it matters. Science, 278, 45-47. Meyers, R.J. & Smith, J.E. (2008). Handboek voor de behandeling van alcoholverslaving: de Community Reinforcement Approach. Nederlandse bewerking door P. Greeven, L. De Fuentes-Merillas, & H. Roozen. Utrecht: Bohn Stafleu & van Loghum Moore, T. D., Stuart, G. L., Meehan, J. C., Rhatigan, D. L., Hellmuth, J. C. & Keen, S. M. (2008). Drug abuse and aggression between intimate partners: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 28, 247-274. Nordén, T., Malm, U., & Norlander, T. (2012). Resource group Assertive Community Treatment (RACT) as a tool of empowerment for clients with severe mental illness: A meta-analysis. Clinical Practice & Epidemiology in Mental Health, 8, 144-151. Doi: 10.2174/1745017901208010144 Nugter, M. A., Engelsbel, F., Bähler, M., Keet, R., & van Veldhuizen, R. (2016). Outcomes of FLEXIBLE Assertive Community Treatment (FACT) Implementation: A Prospective Real Life Study. Community Mental Health Journal, 52(8), 898–907. http://doi.org/10.1007/s10597-015-9831-2 Nutt, D.J., King, L.A. & Phillips, L.D. (2010). Drug harms in the UK: a multicriteria decision analysis. Lancet, 376, 1558–1565. Popma, A., Blaauw, E., & Bijlsma, E. (2012). Psychiatrische comorbiditeit van verslaving in relatie tot criminaliteit. In Blaauw, E., & Roozen, H. (Red.), Handboek Forensische Verslavingszorg (pp. 21-40). Utrecht: Bohn, Stafleu en van Loghem. RIVM (2016). Maatschappelijke kosten baten analyse alcoholgebruik. RIVM Report 2016-0133. Robins, L. N., Davis, D. H., & Nurco, D. N. (1974). How permanent was Vietnam drug addiction? American Journal of Public Health, 64(12 Suppl), 38–43. Roozen, H. G., Wiersema, H., Strietman, M., Feij, J. A., Lewinsohn, P. M., Meyers, R. J., Koks, M. and Vingerhoets, A. J.J.M. (2008), Development and Psychometric Evaluation of the Pleasant Activities List. The American Journal on Addictions, 17, 422–435. doi:10.1080/10550490802268678 Tuithof, M. (2015). Drinking Distilled: Onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Amsterdam: UvA-DARE.