12.2 Stofwisselingsprocessen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Freek Terheggen, Kaz de Bruijn, Eva Willemsen en Minke Greeven
Advertisements

Totaal aan Ppt H1 (Am) 5 Havo.
LO41 A, B, C Periode 3.
Stofwisseling.
Dissimilatie en Assimilatie
Assimilatie en dissimilatie
B1 Stoffen worden omgezet
B3 Glucose als grondstof
Kringloop van koolstof en stikstof
In cyanobacteriën en planten
koolhydraten: voorbeelden van koolhydraten
vetten: vet algemeen Vetten
ASSIMILATIE Basisstof 3 en 4.
Assimilatie / dissimilatie
Assimilatie en dissimilatie
Assimilatie en dissimilatie
FOTOSYNTHESE.
Fotosynthese en overige processen.
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Dissimilatie op celniveau
Voortgezette assimilatie =
STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN
Industrie op miniformaat Video: The inner life of a cell
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Fotosynthese De basis van alle voedselketens Verschaft zuurstof
STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN
Voortgezette assimilatie =
Havo 5 Bas 1: Wat is stofwisseling Bas 2: Enzymen.
12.4 Dissimilatie Dissimilatie is het afbreken van grotere moleculen in kleinere, waarbij energie vrijkomt en wordt vastgelegd in de vorm van ATP. Deze.
Boek: Biologie voor jou VWO b2 deel 1
12.3 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie:
12.3 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie:
Dissimilatie Thema 1 stofwisseling.
HAVO 5 Boek biologie voor jou Havo B deel 1
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
Herhalingsles thema 1&2.
Hoofdstuk 2 De cel.
Stofwisseling Enzymen Koolstofassimilatie.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Thema 1 Stofwisseling Coopertest: Deze test is ontwikkeld door de Amerikaanse arts Dr. Kenneth Cooper. Na een goede warming-up ga je op een atletiekbaan.
Basisstof 4 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie: Wordt koolstofdioxide met de waterstof uit water vastgelegd in glucose De energie die hierbij.
Stofwisseling Thema 1.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
H7 Celstofwisseling.
Voortgezette assimilatie 1
Basisstof 3 Dissimilatie
Basisstof 6 Dissimilatie
Voortgezette assimilatie 1
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Basisstof 4 Koolstofassimilatie
Trailer 'dansen op de vulkaan'
12.4 Dissimilatie Dissimilatie is het afbreken van grotere moleculen in kleinere, waarbij energie vrijkomt en wordt vastgelegd in de vorm van ATP. Deze.
Celkern Kernplasma. Kernmembraan met kernporiën.
Fotosynthese en overige processen.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Voorbereiding op de biologie toets
Eiwitten op je bordje Context 2.
Voortgezette assimilatie 1
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Transcript van de presentatie:

12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces: fotosynthese ofwel koolstofassimilatie Leidt tot productie van GLUCOSE Wie kunnen dat? Groene planten én Cyanobacteriën Heterotroof: Zijn NIET in staat om alleen uit anorganische stoffen hun eigen organische moleculen te maken Zij MOETEN dus organische moleculen opnemen met hun voedsel Wie zijn dat? De meeste bacteriesoorten, schimmels, dieren en dus mensen

Schema van de stofwisseling in organismen

12.2.1 Assimilatie, dissimilatie en energie https://www.youtube.com/watch?v=bO7z3S2GW6o 9 min. 45

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 1 In cellen: omstandigheden die verre van optimaal zijn voor de reacties die moeten plaatsvinden. Enzymen maken de biologische reacties mogelijk, doordat zij werken als katalysatoren. De vele, snelle stofwisselingsreacties worden mogelijk gemaakt door enzymen die reactie- en substraatspecifiek zijn. In het hoofdstuk 'Eiwitten, de werktuigen van het leven' worden de enzymen besproken.

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 2 ATP, de energiedrager Dissimilatie, het stofwisselingsproces waarbij energie vrijkomt, gebeurt in de mitochondriën Terwijl de cel die energie elders en op een ander tijdstip nodig kan hebben. Energie kan naar alle delen van de cel vervoerd worden in de vorm van een soort bio-accu's, de ATP-moleculen. Een ATP-molecuul (adenosine-tri-fosfaat) bestaat uit adenine en ribose (net als in DNA) met daaraan een 'staart' van drie fosfaatgroepen. Meestal worden de fosfaatgroepen aangeduid met P.

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 3 ATP a: structuurformule van ATP b: vorming van ADP en P uit ATP

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 4 De laatste fosfaatgroep zit met een energierijke binding vast. Wanneer ergens in de cel energie nodig is, wordt van de eerste de beste ATP-molecuul deze buitenste P losgekoppeld, waardoor de bij deze binding vastgelegde energie vrijkomt. Assimilatie en dissimilatie zijn via ATP-moleculen als het ware aan elkaar gekoppeld: bij dissimilatie wordt energie vrijgemaakt, die gebruikt wordt voor de koppeling van ADP en P tot ATP. Ergens anders in de cel kan deze energie dan gebruikt worden voor assimilatie van bouwstoffen, of voor transport of beweging. De ATP- en ADP-moleculen kunnen de cel niet verlaten: elke cel heeft dus zijn eigen steeds opnieuw te gebruiken moleculen ADP/ ATP. In je lichaam bevinden zich niet meer dan enkele grammen ATP, maar de totale productie van ATP in een etmaal bedraagt meer dan 70 kilo! Met andere woorden: ……………….

Assimilatie en dissimilatie zijn via ATP-moleculen als het ware aan elkaar gekoppeld zie afbeelding hieronder schematisch

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 5 NAD en NADP, de waterstofacceptoren Bij veel stofwisselingsprocessen worden waterstofionen (H+) overgedragen van de ene verbinding op de andere. De stof waarop H+ wordt overgedragen, wordt een waterstofacceptor genoemd. Bij deze overdracht komt in sommige gevallen energie vrij. Bij de afbraak van glucose speelt NAD (nicotinamide-adenine-dinucleotide ) als waterstofacceptor een rol Bij de fotosynthese is dat NADP (nicotinamide-adenine-dinucleotide-fosfaat). Vervolg tekst volgende dia

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 6 De vorm waarin NAD waterstof vasthoudt (bij dissimilatie) , wordt vaak weergegeven als NADH2. Ook de notatie NADH+H+ wordt wel gebruikt. NADP (bij fotosynthese) dat waterstof heeft gebonden, is NADPH2 of NADPH+H+. Net als bij ATP heeft de cel een beperkte voorraad waterstofacceptoren, die de cel niet kunnen verlaten. Ook andere stoffen kunnen fungeren als waterstofacceptor, bijvoorbeeld zuurstof (O2). https://www.youtube.com/watch?v=Kb-4uuCYLvE How NAD works 1 min. 33

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 7 ATP-synthase en NADH2-dehydrogenase De ATP-vorming gebeurt met hulp van ATP-synthase. Dit enzym ligt in de membranen van mitochondria en chloroplasten. Het is zo gebouwd, dat het H+-ionen (protonen) kan doorlaten van de ene kant van het membraan naar de andere kant. Je kunt het molecuul zien als een tunneltje. Vorming van ATP kan alleen plaatsvinden als de protonen door ATP-synthase gaan.

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 8 In de mitochondria ontstaan H+-ionen uit de splitsing van NADH2 door NADH-dehydrogenase. De dehydrogenase-enzymen liggen ook in de membraan. Er ontstaat dus, dankzij de splitsing van NADH2 een protonengradiënt dwars door het enzym ATP-synthase. De gradiënt levert de potentiële energie voor de ATP-productie. Afbeelding op volgende dia

12.2.2. Belangrijke stoffen die een rol spelen bij assimilatie en dissimilatie 9 In de figuur hieronder is het verband tussen NAD(H) en ATP-synthase weergegeven. Links ATP-synthase, rechts NADH-dehydrogenase (DH)

Animaties ATP-synthase en NADH-dehydrogenase Deze animatie laat zien hoe ATP-synthase werkt dankzij de protonengradiënt: http://www.youtube.com/watch?v=3y1dO4nNaKY 3 min. 47 De rol van NADH-dehydrogenase en het verband met ATP-synthase is te zien in deze animatie: http://www.youtube.com/watch?v=xbJ0nbzt5Kw 3 min. 50