Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer Ondernemend gedrag Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer
1 Wie ben je. Wat kun je. Wat wil je. 2 Kan het ook beter 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 2 Kan het ook beter? 3 Jij staat aan het roer
Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer www.use.li/e17/0108 3.1 Initiatief nemen Initiatieven nemen helpt je om vooruit te komen in je werk. Je stelt je proactief op, door uit jezelf met nieuwe plannen te komen, in plaats van te wachten tot een leidinggevende je een opdracht geeft. Niet iedereen durft initiatief te nemen, om het heft ik eigen handen te nemen heb je zelfvertrouwen nodig
3.2 Discussiëren en debatteren: Hoe overtuig je anderen? Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 3.2 Discussiëren en debatteren: Hoe overtuig je anderen? Discussie: Onderwerp al pratend bekijken Geen duidelijke conclusie Informeel Debat: Scherp geformuleerde stelling met voor- en tegenstander Formeel Taken, tijden en doelen zijn vooraf vastgesteld
Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer Hoe werkt een debat? 1: De stelling, dit is het onderwerp waar het debat over gaat. Met de stelling kun je het wel of niet eens zijn. 2: De gespreksleider, deze persoon leidt het debat. Hij/zij mag geen partij kiezen en moet er voor zorgen dat iedereen aan het woord kan komen en bij het onderwerp blijft.
Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 2.2 Tips voor debatteren
Presenteren Bij een goede presentatie let je op: Stem – volume Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer Presenteren Bij een goede presentatie let je op: Stem – volume Felheid – uit laten praten Houding – rechtop staan en armen gebruiken Kijken – oogcontact Gezichtsuitdrukking – open Taal – geen lange zinnen en in spreektaal praten
Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 3.3 Lef hebben Argumenten zijn logische redenen om elkaar te overtuigen Aan het einde van het gesprek kom je tot een conclusie wanneer: Je het met elkaar eens bent geworden op alle punten Je het op sommige punten eens bent geworden en op andere niet Je het op alle punten met elkaar oneens bent. Daarover ben je het dan eens
Een ander overtuigen met argumenten Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer Een ander overtuigen met argumenten
3.4 Waar letten werkgevers op? Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 3.4 Waar letten werkgevers op? Werkgevers vinden het belangrijk dat je: Initiatief neemt Flexibel en creatief bent Verantwoordelijkheid neemt omgangsvorm hem aanstaat (groeten, handgeven, afspraken nakomen, op tijd zijn) Een goede persoonlijke verzorging hebt (gepaste kleding, schone handen)
3.5 Kennis en ontwikkeling in je vak bijhouden Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 3.5 Kennis en ontwikkeling in je vak bijhouden
Hoofdstuk 3 Jij staat aan het roer 3.6 Mensenkennis Het is handig om mensenkennis te hebben. Want als je weet hoe mensen in elkaar zitten, kun je daarop inspelen.