Werken in een arbeidsorganisatie Hoofdstuk 2 Het werk organiseren
1 Werken in een bedrijf 2 Het werk organiseren 3 Veilig werken
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren www.use.li/e17/0021
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werk voorbereiden
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Werkplanning Een werkplanning is een planning waarin staat wie wanneer welke taken gaat uitvoeren
Je werk uitvoeren Tijd Samenwerken Kwaliteit: Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werk uitvoeren Tijd Samenwerken Kwaliteit: Naar het werkoverleg gaan en betrokken zijn. Je aan de bedrijfsvoorschriften en huisregels houden. De procedures volgen. Je aan de werkplanningen houden. Op een vriendelijke manier klanten te woord staan en helpen. Op een fijne manier samenwerken met je collega’s. Het goede werktempo aanhouden.
Werkoverleg Instruerend werkoverleg Informatief werkoverleg Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Werkoverleg Instruerend werkoverleg Informatief werkoverleg
Documenten tijdens werkoverleg Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Documenten tijdens werkoverleg
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Agenda
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werk afronden Als je klaar bent met je werk, ruim je je werkplek op: Opruimen Schoonmaken Rapporteren Controleren
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Checklist Het werk kun je indelen in voorbereiden, uitvoeren en afronden.
Je werkzaamheden voorbereiden Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werkzaamheden voorbereiden Kom op tijd op je werk. Trek schone en de juiste (werk)kleding aan. Luister goed naar instructies en volg ze op. Stel vragen als iets niet duidelijk is. Let goed op als er werk wordt voorgedaan. Verdeel je werk in logische stappen. Stem het werk en de werkvolgorde af met je collega’s.
Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werk uitvoeren Houd je aan de afspraken en regels die gelden in het bedrijf. Vraag op tijd om hulp als iets niet duidelijk is. Houd rekening met anderen tijdens je werk. Voer de werkzaamheden binnen de afgesproken tijd uit. Blijft rustig en houd vertrouwen in jezelf als er veranderingen in de werkvolgorde zijn of er tijdsdruk is. Ga correct en vriendelijk om met je collega’s.
Je werk afronden Rapporteer wat je hebt gedaan. Hoofdstuk 2 Het werk organiseren Je werk afronden Rapporteer wat je hebt gedaan. Ruim je werkplek op en zorg dat deze schoon is. Controleer je eigen werk. Meld je af bij je leidinggevende of degene die jou begeleidt. Meld bijzonderheden en problemen.