Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Ondernemend gedrag Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je?

1 Wie ben je. Wat kun je. Wat wil je. 2 Kan het ook beter 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 2 Kan het ook beter? 3 Jij staat aan het roer

1.1 Wat is ondernemend gedrag? Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? www.use.li/e17/0100 1.1 Wat is ondernemend gedrag? Ondernemend gedrag is geen houding maar een instelling: Verantwoordelijkheid nemen Zelfstandig handelen Gevoelig voor wat er om je heen gebeurt Creatief zijn Dingen willen verbeteren Zelf na kunnen denken Dingen aan willen pakken

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Ondernemend gedrag

Hoe leer je jezelf beter kennen? Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Hoe leer je jezelf beter kennen?

Wat zijn je sterke en zwakke punten? Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Wat zijn je sterke en zwakke punten? Je kunt je sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in een overzicht zetten, dit noem je een SWOT-analyse.

Vragen die je jezelf kunt stellen Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Vragen die je jezelf kunt stellen

1.3 Feedback op gedrag krijgen en geven Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 1.3 Feedback op gedrag krijgen en geven Negatieve feedback = kritiek Positieve feedback = compliment Zeggen wat je van iemand ziet is iets anders dan zeggen wat je van iemand vindt. Als je zegt hoe iemand is en wat je daarvan vindt, geef je een oordeel.

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Wat kun je wel doen? Vertellen wat het gedrag van de ander bij je oproept, je eigen ervaring is wat je zelf hoort, ziet en merkt.

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je?

Wat doe je en wat wil je? Bij ondernemend gedrag laat je zien dat je: Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Wat doe je en wat wil je? Bij ondernemend gedrag laat je zien dat je: over de nodige vakkennis beschikt meedenkt met wat er op het werk, met jezelf, en met collega’s of klanten gebeurt ideeën hebt over het werk en die ook laat horen je werk met enthousiasme doet en dat uitstraalt verantwoordelijkheid draagt voor wat je doet

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Op je werk verwachten ze niet alleen dat je goed bent in je vak. Ze verwachten veel meer: dat je plezier hebt in je werk en dat je zelf nadenkt dat je initiatieven neemt, dus dat je zelf met ideeën komt dat je meedenkt en flexibel bent dat je verbeteringen durft voor te stellen dat je meehelpt een oplossing te zoeken als er een probleem is

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Flexibel of assertief? Flexibel = makkelijk aanpassen aan wisselende omstandigheden. Assertief = voor jezelf opkomen Flexibel zijn betekent niet dat je altijd alles moet doen wat anderen vragen omdat je bang bent dat je leidinggevende of collega’s je anders niet meer aardig vinden. Als je een goede reden hebt waarom iets niet kan of mag dan kun je dit zeggen, dat heet assertief

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Flexibel en assertief Het gaat om het evenwicht tussen deze twee. Dat je flexibel bent én assertief. De ene keer een beetje meer van het een, de andere keer een beetje meer van het ander.

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 1.6 Creativiteit Creatief zijn betekent hier dat je met originele ideeën of oplossingen komt voor je werksituatie. Oplossingen waar iedereen iets aan heeft. Wat heb je nodig om creatief te zijn: Hard werken Inspiratie Kennis en ervaring Inlevingsvermogen Lef Doorzettingsvermogen

1.7 Verantwoordelijkheid Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 1.7 Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid betekend dat je alleen of samen met anderen zorgt dat alles goed loopt en dat je gemaakte afspraken nakomt.

1.8 Plezier hebben in je werk Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 1.8 Plezier hebben in je werk Mensen die met plezier naar hun werk gaan noem je bevlogen mensen Of werk leuk is hangt van veel dingen af, past het bij je, is de sfeer goed en wordt je gewaardeerd.

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Geen plezier in je werk?

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? Niet alle leidinggevenden staan ervoor open. Soms willen ze niets horen van initiatieven en ideeën. Wat dan? Je kunt je erbij neerleggen. Je kunt beter uitleggen wat je wilt. Je kunt steun zoeken bij collega’s. Je kunt uitkijken naar ander werk.

Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je? 1.9 Nieuwsgierigheid Nieuwsgierigheid staat aan de wieg van elke ontwikkeling én van ondernemend gedrag. Door nieuwsgierig te zijn kijk je goed en laat je dingen beter tot je doordringen.