Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vakantie in beeld Nl Vak 1.4.
Advertisements

Examenvoorbereideing
Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
John Locke: tabula rasa. Door ervaring leven vullen…
Pieter Houten Afmelden of prangende vragen: Totale paniek: Dr. R. Strootman Donderdag 15:00 tot 17:00 Drift 10.
Objectieve en subjectieve onveiligheid
tekstsoort, -doel + tekstvorm
Omgaan met geschiedenis
Geschiedenis havo 4 - een introductie
Literatuuronderzoek en veldonderzoek
Werkproces 1.5 Externe relaties opbouwen en onderhouden
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Fictie hoofdstuk 2 VMBO 3A 27 januari 2014.
Informatievaardigheden. Niveau 1. Basis. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Informatievaardigheden. Niveau 2. Gevorderd. Academiejaar 2010 – 2011 Els Martens & Carl Demeyere.
Bronnenonderzoek PWS-seminar V5 13 juli 2014
Introductie Oudheid 2012 Mounir Lahcen. Ongeschreven bronnen Natuurlijke Archeologische Geschreven bronnen Literaire teksten (historiografie, poëzie,
Inleiding in de Module R. Hoijtink. Met welke gevoelens associeer je deze beelden? Vrijheid, vakantie, succes, natuur, avontuur, rust. Kortom alles wat.
Lezen Nu Nederlands.
Historische bronnen in de les
De Romeinen (500 v. C. – 476 n. C.) Deel 1: de invloed van de Romeinse beschaving op onze cultuur (pp. 2-3)
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Identiteit 2.0 Bron afbeelding:
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Briant College H6 paragraaf lezen Informerende teksten.
Geeft voorlichting, advies en instructie
Examentraining vaardigheden. oorzaken en gevolgen * Verschillende soorten oorzaken: - aanleiding is de (meestal incidentele) directe oorzaak, de.
CKO werkdag Halverwege de cyclus Kijken naar eigen werk en werk van anderen Aanpak uitwisselen Werkbladen maken in mixgroepen.
Waarom kritisch denken?. WAAROM KRITISCH DENKEN? Kritisch denken is één van de 21 ste eeuwse vaardigheden nodig om vlot te functioneren in onze samenleving.
Oktober (1928) Sergei Eisenstein
Lezen, schrijven en argumenteren
Help….een bron!!!! Jaap Patist
5 hulpvragen.
Ongeschreven en geschreven bronnen
1. Kan je objectief kijken?
Op het werk, in de klas en prive.
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Bronnen en onderzoeksvragen
Op het werk, in de klas en prive.
Ongeschreven en geschreven bronnen
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Informatieve teksten Hoe begrijp ik een informatieve kijk-/luistertekst en hoe kan ik opvattingen en bedoelingen uit taal- en beeldgebruik afleiden?
Feiten en meningen Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is? NU Nederlands 2F.
Informatieve teksten Hoe herken ik informatieve teksten en weet ik waarover de schrijver mij wil informeren? NU Nederlands 2F.
Waarom kritisch denken?
Geschiedenis 3de jaar.
Mariken van Himbergen HBO Challenge 3 april 2018.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Les 2 Lezen 3.3 en 4.1.
Informatieve teksten, interviewverslag
Drones in het leger? Nederlands en maatschappijleer 4 havo
Posters voor in het geschiedenislokaal
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Blok 2 Mijn familie Deelvraag: Uit welke familie kom ik en hoe kom ik te weten hoe het vroeger was?
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Cursus Interne auditor
Gerben Scholman, Davy Westra, Stef kaptein, Matthijs Roozendaal
Inleiding.
Op het werk, in de klas en prive.
Hoe leer je geschiedenis?
Representatief voor…. ‘wat’ of ‘wie’?
Hoofdstuk 1 groepen/rollen
Wat gaan we doen? 1. Introductie CKV 2. Opdracht kunstdossier 1.
Vaardigheden Bron en vraagstelling.
Taallab 3.0 Online geletterdheid
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Transcript van de presentatie:

Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1

Voorwerpen Beeld en geluid Ongeschreven bronnen Bouwwerken Levende personen

Teksten met vooral meningen en gevoelens Documenten Teksten met vooral meningen en gevoelens Geschreven bronnen Informatieve teksten

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Voorwerpen en gebouwen Documenten Beeld en geluid Informatieve teksten Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens

Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 2 Primair of secundair?

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Voorwerpen en gebouwen Documenten Beeld en geluid Informatieve teksten Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Getuige Geen getuige Voorwerpen en gebouwen Documenten Primair Secundair Geen getuige Getuige Beeld en geluid Informatieve teksten Secundair Primair Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens Getuige Geen getuige Secundair Primair

Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3 Objectief – informatief – subjectief Standplaatsgebonden

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Voorwerpen en gebouwen Documenten Beeld en geluid Informatieve teksten Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens FEITEN OBJECTIEF Beeld en geluid INFORMATIEF Ongeschreven bronnen MENING SUBJECTIEF Levende personen INFORMATIEF MENING SUBJECTIEF Documenten FEITEN OBJECTIEF Geschreven bronnen Informatieve teksten MENING INFORMATIEF Teksten met vooral meningen en gevoelens MENING SUBJECTIEF

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen FEITEN Voorwerpen en gebouwen Documenten MENING, niet op basis van feiten of eenzijdig MENING, gebaseerd op feiten en bedoeld om te informeren MENING, gebaseerd op feiten en bedoeld om te informeren Beeld en geluid Informatieve teksten MENING, niet op basis van feiten of eenzijdig MENING, gebaseerd op feiten en bedoeld om te informeren Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens MENING, niet op basis van feiten of eenzijdig

Voorwerpen en gebouwen Documenten Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen FEITEN Voorwerpen en gebouwen Documenten Objectief Mening (op feiten) Beeld en geluid Informatieve teksten Subjectief of informatief Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens Mening (op feiten) Subjectief of informatief

Representatief voor…. ‘wat’ of ‘wie’? Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 4 Representatief voor…. ‘wat’ of ‘wie’?

Voorwerpen en gebouwen Teksten met vooral meningen en gevoelens Ongeschreven bronnen Geschreven bronnen Uniek / één Vele (algemeen) Voorwerpen en gebouwen Documenten Representatief voor Niet representatief Vele (algemeen) Uniek / één Beeld en geluid Informatieve teksten Representatief voor Niet representatief Levende personen Teksten met vooral meningen en gevoelens Vele (algemeen) Uniek / één Representatief voor Niet representatief

Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 5 Bruikbaar?

Voorwerpen en bouwwerken Is de bron bruikbaar? Vele (algemeen) = Representatief JA Voorwerpen en bouwwerken Feiten = objectief (-) JA Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE Ongeschreven bronnen Meningen op basis van feiten = informatief (±) JA Sterk beïnvloed door meningen niet op basis van feiten = subjectief (+) NEE Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE Vele (algemeen) = Representatief JA Beeld en geluid Levende personen Meningen op basis van feiten = informatief (±) JA Sterk beïnvloed door meningen niet op basis van feiten = subjectief (+) NEE Vele (algemeen) = Representatief JA Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE

Teksten met vooral meningen en gevoelens Is de bron bruikbaar? Documenten Feiten = objectief (-) JA Vele (algemeen) = Representatief JA Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE Geschreven bronnen Informatieve teksten Sterk beïnvloed door meningen niet op basis van feiten = subjectief (+) NEE Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE Vele (algemeen) = Representatief JA Meningen op basis van feiten = informatief (±) JA Teksten met vooral meningen en gevoelens Sterk beïnvloed door meningen niet op basis van feiten = subjectief (+) NEE Meningen op basis van feiten = informatief (±) JA Vele (algemeen) = Representatief JA Eén / enkele (uniek) = Niet representatief NEE