HUISWERK: Oefenopgave 4 stencil. Boek M&O hoofdstuk 11, opgave4 Hoofdstuk 11_Les4 HUISWERK: Oefenopgave 4 stencil. Boek M&O hoofdstuk 11, opgave4
Opgave 4 Tekstboek A. Variabele kosten per km = € 1,10 per liter / 11 km = € 0,10 per km B. Autobelasting € 900 Autoverzekering € 900 Afschrijving € 1.200 + Constante kosten € 3.000 E. Totale autokosten per jaar bij 25.000 km € 3.600 + (€ 0,07 x 25.000 km) = € 5.350 C. Variabele kosten per km bij LPG = € 0,42 per liter / 6 km = € 0,07 per km D. Constante kosten benzine € 3.000 Afschrijving LPG-tank € 350 -> € 1.400 / 4 jaar Extra autobelasting € 250 + Totale constante kosten € 3.600
Opgave 4 Tekstboek F. Er kan een vergelijking worden opgesteld benzine vs. LPG (q = aantal km) € 3000 + € 0,10q = € 3.600 + € 0,07q € 0,03q = € 600 q = € 600 / € 0,03 = 20.000 km
Oefenopgave 3 Deze hoeft NIET A. € 4.750.000 – € 2.750.000 = 200.000 = TCK €2.000.000 / 2.750.000 stuks = € 0,73 €1 (GVK)+ € 0,73 (GCK)= € 1,73 (GTK) B. TK = 200.000 + 1Q TK = 200.000 + Q C. TO = TK bij 500.000 stuks Deze hoeft NIET
Oefenopgave 4 A. totale opbrengsten bij 20.000 varens: € 100.000 opbrengst per varen: € 100.000 / 20.000 = € 5 B. TO = TK 5Q = 125.000 + 2,50Q (Bij 0 stuks TK € 125.000, bij 10.000 stuks € 150.000. De toename is volledig variabel.) 2,50Q = 125.000 Q = 50.000 varens C. € 25.000 Uit de verklaring moet blijken dat de totale winst het verschil is tussen de totale opbrengsten (€ 300.000) en de totale kosten (€ 275.000).