Les 3 verhoudingen Verhoudingen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Meten met Maten.
Advertisements

METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
De schaal Hoe bereken je die?.
Omrekenen eenheden Volume
Rekenen 10 januari.
Rekenen 17 januari.
Huiswerk 30 g = 3000 cg 88 kg = g 750 dag = mg
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2 Powerpoints staan op med.hro.nl/houmj/Klas_1BCEHI_Inductief/
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Meten en meetkunde in het verkeer
Meten en meetkunde in het verkeer
Verhoudingen berekenen
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Inhoud berekenen.
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Metend rekenen 5de leerjaar.
Lengte, oppervlakte en inhoud
Les 5 Vermenigvuldigen en delen
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
TECHNISCHE FICHE : De schaal berekenen.
Les 6 Combineren van bewerkingen in berekeningen
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen Verhoudingen 2f
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Les 8 Meten en Meetkunde in huis Les 9 Meten in de tuin
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 2: Rekenen met procenten in dagelijkse situaties
De regel van drieën De regel van drieën is een oplossingsmethode.
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Herhaling Verhoudingen
Les 8: meten en meetkunde in huis
Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Rekenen Les 7: Rekenen met de rekenmachine Les 8: Rekenen in toepassingssituaties.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
Les 6: Breuken en procenten 4
SCHAAL in toepassingssituaties
Meten en Meetkunde Verbanden
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen Verhoudingen 2f
Les 7: woordformules gebruiken
Omrekenen eenheden Volume
Laatste les voor de toets!
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Metriek stelsel Metriek stelsel Metriek stelsel © André Snijers.
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Hoofdstuk 12 schaal. Hoofdstuk 12 schaal Paragraaf 12.1 Schaalverdeling.
Transcript van de presentatie:

Les 3 verhoudingen Verhoudingen

Huiswerk * ook deze periode is het huiswerk af weer voorwaarde om te mogen toetsen. De deadline hiervoor is: maandag 5 februari om 09.00 * We hebben tot nu toe gedaan: Verhoudingen les 1 + lestoets 1 Verhoudingen les 2 + lestoets 2 (som 17, 18, 19 hoeven niet) * We gaan nog doen: Verhoudingen les 3 + lestoets 3 (som 4 hoeft niet) Verhoudingen les 4 + lestoets 4 Meten & Meetkunde les 1 + lestoets 1

Doel van de les Berekeningen maken met verhoudingen in contextsituaties. Jullie oefenen: • het met elkaar vergelijken van verhoudingen en een daarbij passend rekenmodel te kiezen, bijvoorbeeld een verhoudingstabel.

Belangrijke begrippen Schaal  Niet op ware grootte. De verhoudingen tussen de verschillende maten blijven wel hetzelfde als bij het origineel. Schaal 1:100 wil zeggen, 1 cm op de tekening is 100 cm in werkelijkheid De schaal is altijd weergegeven in cm!! Berekeningen van schaal kun je altijd in een kruistabel zetten, gebruik deze basis:  maten mogen alleen in de tabel in cm! Het is belangrijk dat je de verschillende eenheden kunt omrekenen! Kim Holland danst met de Chinezen mee Km-Hm-Dam-M-Dm-Cm-Mm Kg-Hg-Dag-G-Dg-Cg-Mg Kl-Hl-Dal-L-Dl-Cl-Ml Schaal Echt (werkelijk)

Belangrijke begrippen Auto’s: Stel een auto rijdt 1 : 12. Dit betekent: Je verbruikt 1 Liter benzine bij een afstand van 12 km Sommen hierover kun je in de tabel uitrekenen: Liter Km

Oefenen Micka is verkoper en moet naar een klant. Hij gebruikt daarvoor een auto die op diesel rijdt. Micka heeft een wegenkaart met een schaal 1 : 1.200.000. * De route van Micka op deze kaart is acht centimeter. * Micka’s auto rijdt 1 : 14 * De dieselprijs is € 1,471 per liter. Vragen: 1. Hoeveel kilometer is deze rit in het echt? 2. Hoeveel brandstof heb je nodig voor deze rit? 3. Wat kost deze rit aan brandstof?

Vraag 1 Micka is verkoper is en moet naar een klant. Hij gebruikt daarvoor een auto die op diesel rijdt. Micka heeft een wegenkaart met een schaal 1 : 1.200.000. * De route van Micka op deze kaart is acht centimeter is. * Micka’s auto rijdt één op veertien. * De dieselprijs is € 1,471 per liter. 1. Hoeveel kilometer is deze rit in het echt? Maak voor het berekenen van schaal altijd gebruik van een verhoudingstabel. Noteer eerst de gegevens die je uit de som kunt halen: Schaal (cm) 1 cm Echt (cm) 1.200.000 cm 8 cm 9600000 cm 9600000 cm = 96 km Km-Hm-Dam-M-Dm-Cm-Mm

Vraag 2 Micka is verkoper is en moet naar een klant. Hij gebruikt daarvoor een auto die op diesel rijdt. Micka heeft een wegenkaart met een schaal 1 : 1.200.000. * De route van Micka op deze kaart is acht centimeter is. * Micka’s auto rijdt één op veertien. * De dieselprijs is € 1,471 per liter. 2. Hoeveel brandstof heb je nodig voor deze rit? (rond af op twee decimalen) Micka’s auto rijdt 1:14, dus hij heeft 1 Liter benzine nodig voor 14 km. Bij som 1 hebben we uitgerekend dat Micka 96 km moet rijden. L KM 1L 6,857 = 6,86L 14 km 96km

Vraag 3 Micka is verkoper is en moet naar een klant. Hij gebruikt daarvoor een auto die op diesel rijdt. Micka heeft een wegenkaart met een schaal 1 : 1.200.000. * De route van Micka op deze kaart is acht centimeter is. * Micka’s auto rijdt één op veertien. * De dieselprijs is € 1,471 per liter. 3. Wat kost deze rit aan brandstof? Bij som 2 hebben we uitgerekend dat je 6,86 L verbruikt 6,86 x 1,471 = 10,09

Oefenen Km-Hm-Dam-M-Dm-Cm-Mm 90 Schaal Echt 1cm 90cm 50.000 cm

Oefenen 355 50,00 : 1,759 = 28,43 L getankt Liter Km 8L 28,43 L 100 km 355,3 17,59 Liter Km 8L 10 L 100Km 125km 10L x 1,759 = 17,59

Huiswerk * Les 3 + Lestoets 3 !! Som 4 hoeft niet