§1.2 De Grote Oorlog In deze paragraaf leer je over: Spanningen in Europa De aanloop naar de Eerste Wereldoorlog De vijanden tijdens de Eerste Wereldoorlog Twee fronten Een wereldoorlog De afloop en gevolgen van de Eerste Wereldoorlog © Noordhoff Uitgevers

Spanningen in Europa Vóór 1914 spanning tussen Europese landen door: Nationalisme Bondgenootschappen Militarisme (verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft) Wapenwedloop (strijd om het sterkst bewapend te worden) © Noordhoff Uitgevers

De aanloop naar de Eerste Wereldoorlog Aanleiding Eerste Wereldoorlog: moord op Oostenrijkse kroonprins in Sarajevo (juni 1914). Europese landen maakten hun legers gevechtsklaar, ze begonnen met mobilisatie. Duitsland begon de oorlog met het Schlieffenplan: eerst Frankrijk uitschakelen, daarna afrekenen met Rusland. © Noordhoff Uitgevers

De vijanden tijdens de Eerste Wereldoorlog Eind juli 1914 begon de Grote Oorlog (Eerste Wereldoorlog) Centralen stonden tegenover geallieerden. Centralen: Duitsland, Oostenrijk en bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog. Geallieerden: tegenstanders van de Centralen (in de twee wereldoorlogen de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland/Sovjet-Unie met hun bondgenoten). © Noordhoff Uitgevers

Europa in 1917 © Noordhoff Uitgevers

Twee fronten De Franse verdediging (defensie) hield stand tegen het offensief (aanval) van Duitsland. Duitsland moest op twee plekken tegelijk vechten, het voerde een tweefrontenoorlog. In het westen ontstond een loopgravenoorlog. Loopgraaf: gang in de grond waarin soldaten beschermd zijn. © Noordhoff Uitgevers

Een Britse loopgraaf © Noordhoff Uitgevers

Een wereldoorlog Er ontstonden meer fronten en er raakten veel staten bij de oorlog betrokken, onder meer het Ottomaanse rijk en Italië. De VS sloten zich in 1917 aan bij de geallieerden. Front: voorste gebied waar twee legers tegenover elkaar liggen of waar gevochten wordt. © Noordhoff Uitgevers

De afloop en gevolgen van de Eerste Wereldoorlog Rusland in 1917 verslagen door Duitsland. In Duitsland stortte het thuisfront (steun voor het leger in het land) in. Daardoor gaf Duitsland zich in november 1918 over aan de geallieerden. De Eerste Wereldoorlog was een massaslachting: miljoenen doden en gewonden. Oorlogsveteranen (iemand die in de oorlog gevochten heeft) waren vaak lichamelijk verminkt of hadden psychische klachten. © Noordhoff Uitgevers