Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Leerdoelen Jullie kunnen rekenen met informatie uit tabellen: • Jullie oefenen het aflezen en interpreteren van informatie uit een tabel. • Jullie oefenen het rekenen met gegevens uit een tabel. • Jullie oefenen het rekenen met een gemiddelde
Herkansing Rekenen 12 juni herkansen! 08.30 – 10.00 lokaal 3.155 Is een mail over geweest
Formules Een groeipercentage uitrekenen. Staat er in een som ‘met hoeveel % is iets toegenomen of afgenomen’: Formule: (Nieuw – Oud) : Oud x 100 = Voorbeeld: Een bedrag van €225,- wordt vermeerderd tot €325,-. Wat is de toename in procenten? (325 – 225) : 225 x 100 = 44,44% !! Geen paniek: als er een getal uit komt onder de 0 (bijvoorbeeld -15), dit betekent dat er geen groei is maar een daling van 15%
Afgenomen met 24227 mensen (614097-589870) Vergelijk het aantal personen dat verhuisde tussen gemeenten in 2000 en 2010. Is het aantal personen in 2010 afgenomen of toegenomen? Met hoeveel personen? Afgenomen met 24227 mensen (614097-589870) Met hoeveel % is dit gedaald? Rond af op een heel getal. (N-O):Ox100 (589870-614097) : 614097 x 100 = 4% gedaald.
Hoeveel kost een taxirit van 20 km die 30 minuten duurt? Instaptarief: 2,75 euro Per km: 1,90 x 20 = 38 euro Per min: 0,24 x 30 = 7,20 euro 2,75 + 38 + 7,20 = 47,95 euro Dirk zit in totaal 10 minuten in de taxi. Hij moet € 16,60 betalen. Hoeveel kilometer lang was deze rit dus? Rond af op een heel getal. Stap 1: instaptarief eraf halen 16,60 – 2,75 = 13,85 Stap 2: minuten eraf halen 10 x 0,24 = 2,40 euro 13,85 – 2,40 = 11,45 euro Stap 3: km uitrekenen 11,45 : 1,90 = 6 km De rit was dus 6 kilometer.
Aan de slag! Les 3: 1,2,3,4,8 + lestoets 3