constante kosten, variabele kosten en marginale kosten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vraag en aanbod.
Advertisements

Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Marktvormen Economie.
Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)
Markt en marktvormen.
Kosten produceren - vervolg
kosten break-even-analyse grafisch
gemiddeld & marginaal…
WELKOM H3B 11 MAART STUDIEWIJZER NOG MAAR 4 LESSEN TE GAAN EN EEN LAATSTE PROEFWERK! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m.
Welkom H3b 12 maart Studiewijzer Nog maar 3 lessen te gaan en een laatste proefwerk! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m.
Totale Constante Kosten (TCK)
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren
Havo
Hoeveelheidsaanpassing I
Hoeveelheidsaanpassing II
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur.
Constant of Variabel? Kosten.
Break-even analyse Hoeveel moet ik minimaal produceren om geen verlies te maken?= p.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
TO = P*Q TO = 8q TO = Totale opbrengst q = hoeveelheid 8 = de prijs qTO
Update 2011 Ellen van Kooten en Laila el Hannouchi Bedrijfseconomie voor de Horeca deel 1 Paragraaf 6.4.
E. v. Kooten / L. El Hannouchi 11 februari 2011 /© Bedrijfseconomie voor de horeca 4.1 t/m 4.4 Bedrijfseconomie Horeca deel 1 Hoofdstuk 4 Constante en.
LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 4 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2.
Hoofdstuk 6 Productie.
LES 3 Huiswerk was: Werkblad tot en met pagina 5 M&O boekje hoofdstuk 9, opgave
Hoofdstuk 9 M&O JUNI 2016 H3. Wat gaan we doen? - Hoofdstuk 9 M&O - Introductievragen - Uitleg / aantekeningen - Sommen maken.
Les 1. Wat voor les krijgen we nu? Tijdens de lessen over hoofdstuk 9, 10 en 11 krijg je op een andere manier les. Het doel is om je zelfstandigheid te.
Kostprijs berekening bij meerdere soorten producten: Heezen Pf 5.4
HOOFDSTUK 9. TO, GO EN MO Totale opbrengst (TO) = Het aantal verkochte producten (afzet) x prijs (excl. btw) Gemiddelde opbrengst (GO) = Totale opbrengst.
De optimale productiegrootte (bij een markt van volkomen concurrentie)
Constante kosten / variabele kosten. Ondernemer zijn Waarom ben je ondernemer? Om geld te kunnen verdienen. Voordat je kunt beginnen: Ga je:
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod Hoofdstukken 1-6.
Welkom VWO 5..
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
3.1 PRODUCTIE.
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hft 2 Totale Kosten TK MODULE MARKT.
Productie onderneming
verwarring begrippen omzet of winst
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Wanneer er maar één aanbieder is
Wat zijn constante kosten? Wat zijn variabele kosten?
Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Welkom VWO 5..
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Economie Vraag & aanbod : winst voor hoeveelheidsaanpassers
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom Havo 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Hoofdstuk 9 LES 3 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 6
Havo en vwo 3 Versie stencil hst 9 voor leerlingen
Welkom 8 mei 2018.
Break-Even Hoofdstuk 11 M&O.
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Break-evenpoint
HUISWERK: Oefenopgave 4 stencil. Boek M&O hoofdstuk 11, opgave4
Hoofdstuk Kosten indelen
Hoofdstuk 9 LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 5
Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen
Prijszetter binnen grenzen
Afzet is hetzelfde als de verkochte hoeveelheid
Extra uitleg H4 Domein Markten
De Kostprijs Why Bother?.
Transcript van de presentatie:

constante kosten, variabele kosten en marginale kosten Kosten produceren constante kosten, variabele kosten en marginale kosten

Indeling in soort kosten We onderscheiden: Constante (of vaste) kosten kosten waarvan het totaalbedrag niet afhankelijk is van de omvang van de productie Variabele kosten kosten waarvan het totaalbedrag wél afhankelijk is van de omvang van de productie

Constante kosten Zoals: huur afschrijvingen machines rentelasten kosten waarvan het totaalbedrag niet afhankelijk is van de omvang van de productie Zoals: huur afschrijvingen machines rentelasten Huur winkel: € 1500 per maand onafhankelijk van verkoop Zelfs bij maand sluiten i.v.m. vakantie!

Constante kosten Totaalbedrag per maand Gemiddeld = bedrag per product 2500 2000 TCK Totaalbedrag per maand Bedrijf heeft per maand € 2.000 aan vaste kosten, voor huur / rente / afschrijvingen TCK = € 2.000 (per maand) euro’s 1500 1000 500 200 400 600 800 1000 productie 10 Gemiddeld = bedrag per product € 2000 gelijk verdelen over de productie 8 euro’s 6 GCK= € 2.000 q 4 2 GCK Hoe groter de productie, hoe lager de constante kosten per product !! 200 400 600 800 1000 productie

Hoe meer broden je bakt, hoe hoger de totale variabel kosten worden. Variabele kosten kosten waarvan het totaalbedrag wél afhankelijk is van de omvang van de productie Zoals: grond- en hulpstoffen loon transportkosten meel: € 0,30 energie: € 0,10 1 brood € 0,85 arbeid: € 0,45 Hoe meer broden je bakt, hoe hoger de totale variabel kosten worden.

variabele kosten proportioneel 5000 TVK Proportioneel variabel = elk product dezelfde VK 4000 euro’s 3000 Totaalbedrag per maand TVK = 5 × q 2000 1000 200 400 600 800 1000 productie 10 Gemiddeld / Bedrag per product In elk product zit € 5 aan variabele kosten, voor grondstoffen / arbeid / transport / enz.. GVK = 5 8 euro’s 6 GVK 4 2 200 400 600 800 1000 productie

Verwerkingsopdracht Totaalbedrag Bedrag per product Van een bedrijf is het volgende gegeven: constante kosten bedragen € 180.000 per periode proportioneel variabele kosten zijn € 10 per product de productiecapaciteit per periode is 45.000 producten Totaalbedrag Bedrag per product Teken en geeft de formule: totale constante kosten totale variabele kosten totale kosten Teken en geef de formule: gemiddelde constante kosten gemiddelde variabele kosten gemiddelde totale kosten

UITWERKING Totaalbedrag Bedrag per product 100 200 300 400 500 10 20 TCK = 180.000 TVK = 10×Q TK = 10×Q + 180.000 GCK = 180.000 Q GVK = 10 GTK = 10 + 180.000 Q Totaalbedrag Bedrag per product productie (x 1.000) euro’s (x 1.000) 100 200 300 400 500 10 20 30 40 50 productie (x 1.000) euro’s 5 10 15 20 25 30 40 50 TK TVK GTK GVK TCK GCK

Extra kosten voor één extra product. MARGINALE KOSTEN Extra kosten voor één extra product.

Marginale kosten = extra kosten als er één extra product gemaakt wordt of: stijging van de totale kosten als er één extra product gemaakt wordt productie in stuks euro’s (x 1.000) 10 20 30 40 50 2 4 6 8 TK Als het bedrijf i.p.v 0 producten 1 product maakt, stijgen de kosten met € 5.000,- Als het bedrijf i.p.v 4 producten 5 product maakt, stijgen de kosten met € 5.000,- De Marginale Kosten zijn dus steeds € 5.000,- Waar komen die extra kosten vandaan?

Marginale kosten = extra kosten als er één extra product gemaakt wordt De Marginale kosten zijn dus steeds € 5.000 productie in stuks euro’s (x 1.000) 10 20 30 40 50 2 4 6 8 TK Waar komen die extra kosten vandaan? TVK Constante kosten nemen niet toe wanneer je meer gaat produceren. De stijging van de totale kosten wordt dus veroorzaakt door de variabele kosten! TCK

MK = GVK Marginale kosten Bij proportioneel variabele kosten, dus wanneer de variabele kosten per product steeds hetzelfde zijn, geldt: MK = GVK Elk product dat extra gemaakt wordt kost wéér 1x extra de variabele kosten (en die zijn steeds hetzelfde per product)