Hoofdstuk 5 Les 3: Markten
Start met het nakijken van opgave 8 (A & C) + 9 uit het boek Pincode & oefenopgave 7 van het stencil. Doe dit netjes en nauwkeurig!
DOEN: Opgave 8(A & C) - 9 Opgave 8 A. Als de prijst stijgt, wil de producent meer aanbieder. Per product kan hij nu meer winst maken. C. Bij een prijs van €200,- (Snijpunt van vraag- en aanbod in de grafiek.) Opgave 9 A. Voor die prijs kunnen er geen spelcomputers gemaakt worden. De kosten zijn blijkbaar hoger dan €80,- om ze te maken. B. Bijvoorbeeld als de inkoopkosten toenemen of er meer aanbieders komen.
Zelf de vraag- en aanbodlijn tekenen Klassikale uitleg hierover
Zelf de vraag en aanbodlijn tekenen Qv (Vraaglijn): Snijdt de x-as en de y-as Qa (Aanbodlijn): Snijdt alleen de y-as P Qa Qv Q Op het moment dat de lijn een as snijdt, is of Q = 0, of P = 0
Snijpunten Qv Qv = - 30p + 1800 Snijpunt 1 P = 0 Qv = ? Snijpunt 1 P = 0 -> Invullen Qv = 1800 stuks P 60 Snijpunt 2 P = ? Qv = 0 Snijpunt 2 P = ? Qv = 0 0 = -30p + 1800 30p = 1800 p = 1800 / 30 = € 60 Qv 1800 Q
Snijpunten Qa Qa = 20p - 200 0 = 20p - 200 - 20 p = - 200 20 p = 200 Snijpunt P = ? Qa = 0 P 20 Qa Voor de rest van het verloop van de lijn vul je willekeurig een getal voor P in. Stel, P = € 20,- Qa = (20*20) - 200 Qa = 200 10 200 Q
Maak oefenopgave 8 + 9 + 10 (a+b)