Rekenen Verhoudingen Les 1: Breuken en procenten 1
Deadline huiswerk af!! * De toets van rekenen is in de eerste les rekenen na de mei-vakantie, dus niet in de toetsweek! * Al het huiswerk moet af zijn om deel te mogen nemen aan de toets!! De deadline is 7 mei om 08.00 ‘s ochtends!! We hebben tot nu toe gedaan: 2f Getallen: Les 1 som 3, 4, 6, 7, 9, 12, 14, 16, 20 + Lestoets 1 Les 2 som 4, 5, 7, 8, 9, 10 + Lestoets 2 Les 3: 3, 4, 5, 8, 9, 10,13, 14, 15,16 + lestoets 3 Les 4: 2, 5, 7, 8, 11, 13, 14 + lestoets 4 Les 5: 3, 4, 5, 6, 9, 10+ lestoets 5 Les 6: 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10 + lestoets 6 Les 7: 4, 5, 8, 9, 10 + Lestoets 7 Les 8: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10 + Lestoets 8 We gaan vandaag starten met het onderdeel verhoudingen
Doel van deze les Breuken, verhoudingen of procenten gebruiken om een deel van een hoeveelheid aan te geven en uitrekenen hoeveel zo’n deel is. Je leert: - Het uitvoeren van een procentberekening Het toepassen van verhoudingen, breuken en procenten in toepassingssituaties staat centraal. Het gaar hierbij vooral om: - rekenen met percentages in de vorm van een gegeven korting.
Rekenblokken - Hoe staat het ervoor met het huiswerk? - Week na de mei-vakantie: Toets rekenen over Getallen 2f, les 1 t/m les 8 + Verhoudingen les 1 t/m 6 (toets is op papier!!) - Deadline voor het huiswerk: 7 mei om 08.00 ‘s ochtends
Procenten Procent betekent letterlijk: per honderd. Het procent teken is %. Eén procent (1%) is één op de honderd, of één van de honderd ofwel éénhonderdste deel.
Hoeveel procent is dan 1/20 deel? Welk kommagetalen hoort hierbij?
Verschillende formules % Vraag 1: 234 van de 1300 mensen heeft een Iphone, hoeveel procent heeft een Iphone? 175 mensen hebben een telefoon, 32% hiervan heeft een iphone. Hoeveel mensen hebben een Iphone? Formule: deel : geheel x 100 234:1300 x 100 = mensen 1300 1 234 % 100% Formule: totaal : 100 x % 175 : 100 x 32 = mensen 175 % 100% 1% 32%
Waar of niet waarrrr….. ½ deel is 50% 1 op de 5 is 50% ¼ deel is een kwart 1/5 deel is 25% 50% is de helft 75% is ¾ deel 1/8 deel is 8% 5/5 is 100% Waar Niet waar waar
Oefenen Euro 500 % 100% 125 1% 25% 1/4 125
Oefenen 1/20 4 Euro 80 % 100% 4 euro 1% 5%
Oefenen Kwasten 300 % 60 1% 20% Kwasten 300 % 15 1% 5% 100% 60 1% 20% Kwasten 300 % 100% 15 1% 5% Een kwart is ¼ deel = 25% Kwasten 300 % 100% 75 1% 25%
Oefenen 1. Welk bedrag is 100%? 2. Gebruik een verhoudingstabel 3. Lees de vraag goed, wat wordt er gevraagd? Er wordt gevraagd naar de nieuwe prijs: 75 – 11,25 = 63,75 63,75 Euro 75 % 100% 11,25 1% 15%
Examenvraag 20
Huiswerk Verhoudingen 2f Les 1: 2,3,4,6,7,9,11,14,18,19,20 + Lestoets 1 Verhoudingen 2f Les 2: 2,4,5,7,10 + Lestoets 2