GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
Advertisements

Taaloefeningen.
Grammar Chapter 2-G1 ‘s en of.
Grammar Chapter 6 Bezittelijk voornaamwoord na: of.
Bezit – possessive – genitive – 2e naamval Welke is juist: De pet van mijn vader.= The cap of my father. My father’s cap. My fathers’ cap.
Grammar Chapter 5 Grammar 1 …self / …selves en each other.
Everything you need to know for your test in the test week!
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
De tafel van….
Bezittelijk voornaamwoord
Woordvolgorde met woorden van tijd
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
Deltion College Engels A2 schrijven [Edu/001]
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
All Right! 1 thv Unit 4 grammar 2.1 and 2.2.
Betrekkelijke voornaamwoorden een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een mens, dier, of ding dat al genoemd is in de zin. who verwijst naar personen:
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Bienvenue à tous.
Voornaamwoorden.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Lesson Friday 27th September 3Ke3. Plattegrond Mededelingen  SO cijfers Lesson 6 krijgen jullie maandag  SO’s inhalen en toetsen inhalen na.
Wat gaan we doen vandaag?
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
Woordsoorten Maud Hutten.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Bezittelijk voornaamwoord
Woordsoorten benoemen
Mavo 4.  Goal(s)  Letter Puzzle  Write a letter  Check the letters  Do assignments 4A, 5A, 6A & 7 in Student Book page 50  Evaluation.
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Aanwijzend voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord 2 Voornaamwoorden.
PAST CONTINUOUS TWAN FRIELING MARIJE VAN DEN HONDEL ANISHA DE VRIES.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden? 2. Wat zijn bijwoorden? 3. Oefening 4. Hoe maak je bijwoorden? 5. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Grammatica woordsoorten Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E.
Grammar – period 2.
Werkwoorden vervoegen
Betrekkelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Met wie app jij? Mediabegrip week
Tekst – en Werkboek Fairway 1.
This, that, these, those Aanwijzende voornaamwoorden
Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten
Toekomende tijd: met “going to”
Demonstrative pronouns Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica hoofdstuk 1.
Much / many / a lot of (a) few / (a) little
Bezittelijk voornaamwoord
‘s / ‘ om bezit aan te geven
Meervoud: regelmatig & onregelmatig
Present Perfect allesvoorengels.nl.
New Interface Grammar: Unit 1.
Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Past Simple Wat is de Past Simple? Wanneer gebruik je de Past Simple?
Chapter 3 Hot off the press
Who/which voornaamwoorden
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.

2.1 Aanwijzende voornaamwoorden Enkelvoud Meervoud Dichtbij This These Veraf That Those

Voorbeelden This is my book here, that is your book overthere! These are my books on my desk, those books are on your desk!

Oefening 2.1 Vertaal voor jezelf met this, these etc. 1 Dat huis 2 Deze auto 3 Deze mensen 4 Die gebouwen 5 Dit meisje 6 Die jongen 7 Die lessen

Antwoorden 1 That house 2 This car 3 These people 4 Those buildings 5 This girl 6 That boy 7 Those lessons

2.2 Bezittelijke voornaamwoorden: 2 soorten! Bijvoeglijk gebruikt Zelfstandig gebruikt This is my mobile It’s mine This is your mobile It’s yours This is his/her mobile It’s his, it’s hers This is our mobile It’s ours This is their mobile It’s theirs

Bijvoeglijk gebruikt: altijd een woord erachter! Bijvoeglijk gebruikt: altijd een woordje achter het voornaamwoord: My book, my car, my house etc. Your book, your boyfriend His book , his computer Her book, her hair etc. Our book Your book Their book

Zelfstandig gebruikt: geen woordje erachter! Zelfstandig gebruikt: achter mine, ours, his, hers etc. komt niks, het is ‘zelfstandig’! This book is mine That car is yours This mobile is his /hers This house is ours These books are yours Those books are theirs

Ezelsbruggetje! Als je er in het Nederlands van voor kunt zetten, kies je altijd een vorm uit het 2e rijtje: Het is mijn boek: It’s my book. Maar: Het boek is van mij, van jou, van hem /haar: The book is mine, the book is yours, the book is his / hers etc.

Oefening 2.2 Vertaal de volgende zinnetjes, kies uit de 2 rijtjes! 1 Dit is mijn vriendin 2 Dat is jouw school 3 Dit is hun auto 4 Het is van mij 5 Deze boeken zijn van ons 6 Dit huis is van jullie 7 Die sleutel is van haar

Antwoorden… 1 This is my friend 2 That is your school 3 This is their car 4 It’s mine 5 These book are ours 6 This house is yours 7 That key is hers

Any questions?