Als de oplossing niet voor de hand ligt. Als de oplossing niet voor de hand ligt.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Advertisements

LICHT - SCHADUW Licht Schaduw.
Eenparige vertraagde beweging
Gelijkmatige toename en afname
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
Lopen. de benen de fiets de kar de bel/ bellen/tring.
Eenparige versnelde beweging
Zijn de parallelle lijnen recht of schuin? Hoeveel poten heeft deze olifant?
Herhaling hfd. 1 en 2 havo.
Verslaglegging Wat hebben we geleerd.
Luchtwrijving Don (massa 80 kg) stapt uit het vliegtuig.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 13
Multiplechoise toets voor havo 4 H2 & H3 Na een poosje komt er een tijdbalk in beeld. Als deze bij het paarse vakje aangekomen is heb je nog maar 1 a.
Buigpunt en buigraaklijn
De eenparige beweging..
Beweging - Inhoud Inleiding Plaats en tijd Eenparige beweging
Inleiding Opgaven Opgave 1. Eenparige beweging is een beweging met:
2e Wet van Newton: kracht verandert beweging
Vertraging Bij een vertraging gaat de snelheid steeds verder achter uit. De vertraging geef je weer met de letter a. Als a= 3 m/s2 is dan neemt de snelheid.
Stopafstand = reactieafstand + remweg
Klas 2 m en herhaling voor klas 3 m
Vertraagde beweging Uitleg v1 blz 12..
Versnelde beweging Antwoorden op vragen
Sectie natuurkunde – College Den Hulster - Venlo
Effectief rekenonderwijs
Twitterstream Help mee! What’s in a name? Positionering van de SVGB in het project What’s in a name? Verdere tekst Op deze site kunt u een opiniestuk van.
Herhaling belangrijke punten EHBO
Herhaling belangrijke punten EHBO
Zwaartekrachtenergie contra Bewegingsenergie
@ allesvoorengels.nl. 1. Pak een lijntjesblaadje van mijn bureau 2. Zet de tafels uit elkaar 3. Leg dit op je tafel: - 2 zwarte / blauwe pennen - Leesboek.
Gespreksvaardig-heden
Workshop Meten – 2 Training voor de kennisbasistoets rekenen-wiskunde Onderdeel Meten, deel2: samengestelde grootheden en varia.
Workshop Meten – 1 Training voor de kennisbasistoets rekenen-wiskunde Onderdeel Meten, deel1: oppervlakte en inhoud.
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Conceptversie.
Passie voor water Instructies 2016 – Spelregels 2013 – Sinds FINA Congres 2013 in Barcelona zijn er geen nieuwe spelregels ingevoerd Tijdens.
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Stopafstand = Reactieafstand + Remweg
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1: Beweging in beeld.
Elektrische veldkracht
Herhaling belangrijke punten EHBO
Hoe Kan je met vrienden en familie chatten in Gmail
Rob Goossens Wat weten we nog?.
TIMER STARTEN DE TIJD IS OM! TIJDSLIMIET: 30 seconden
5. Lottum ‘t Roezekrenske
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Opg 1 blz 183.
startkaart wat? waarom? hoe? tips!
NASK – WAARNEMEN VS METEN EN MEETONNAUWKEURIGHEID
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Arbitragecafé Datum Plaats
Bs 8 Transport van mensen

Startopdracht! Ga direct voor jezelf aan de slag met de volgende twee opgaven: Los op: x2 - 4x = 5 Los op: x(x + 3) + 2 = 0.
fysica en verkeersveiligheid
HV2 Pulsar hoofdstuk 4 Deel §4.1 en §4.z
tafel van 1 tafel van 1 x 1 = 1 x 1 = 1 2 x 1 = 2 3 x 1 = 3 4 x 1 = 4
Wiskunde en verkeer Johan Deprez
tafel van 1 tafel van 1 x 1 = 1 x 1 = 1 2 x 1 = 2 3 x 1 = 3 4 x 1 = 4
Bewegingen onderzoeken
Voortstuwen en tegenwerken
Hoofdstuk 11 – les 2 Optrekken en Afremmen
Interactieve powerpoint
‘ANWB-fietsverlichtingsactie… …bij jou op school’
Raaklijn aan een grafiek Grafiek van f’(x)
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Transcript van de presentatie:

Als de oplossing niet voor de hand ligt

Als de oplossing niet voor de hand ligt Oplossen van vraagstukken terwijl je niet direct weet hoe

Informatie

Informatie opnemen en verwerken

Informatie opnemen en verwerken beoordelen

Informatie opnemen en verwerken beoordelen toepassen

Informatie opnemen en verwerken beoordelen toepassen (re)produceren

Denkstappen VRAAG ANTWOORD

Denkstappen A VRAAG B ANTWOORD C

Denkstappen VRAAG ANTWOORD

Denkstappen R S VRAAG ANTWOORD T

Denkstappen R A S VRAAG B ANTWOORD C T

Denkstappen R A S VRAAG B ANTWOORD C T

VRAAG R A S B C T Denkstappen ANTWOORD C T Een eenvoudige berekening is een berekening van maximaal twee denkstappen.

Lezen Verwoorden Aanpak Uitvoeren Controleren

Lezen Verwoorden Aanpak Uitvoeren Controleren

Lezen Verwoorden Aanpak Uitvoeren Controleren

Lezen

Verwoorden

Aanpak

Uitvoeren

Controleren

Voorbeeld lezen en verwoorden (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld lezen en verwoorden Jacob staat met zijn fiets stil voor een stoplicht. Als het licht op groen springt gaat Jacob 10 seconden fietsen met een constante versnelling. Dan fietst hij 2 minuten met een snelheid van 10 km/h totdat hij het volgende stoplicht op rood ziet staan. Hij remt in 15 seconden af en staat precies op tijd stil. (cc by-nd) HikingArtist.com

Voorbeeld verwoorden

Voorbeeld verwoorden

Bernard